Monday, December 15, 2008

Euthanasie, de grote gok

Euthanasie is de afgelopen weken in het nieuws geweest n.a.v. twee internationale gebeurtenissen die volledig losstaan van elkaar, maar wel de moeite waard zijn om onder de loep te nemen. Vorige week werd op de Britse zender Sky een video vertoond waarin een man met een ernstige spierziekte in een kliniek in Zwitserland een drankje nam en vervolgens doodging. Wij zijn in Nederland inmiddels 'gewend' aan euthanasie. Het is een verworven recht. Commerciële belangen zijn zoals altijd natuurlijk zwaarwegend genoeg om een nieuw taboe te doorbreken: het live vertonen van iemands zelfmoord. Daar hebben we allang geen avant garde meer voor nodig.

Het tweede incident vond plaats in Luxemburg, waar de groothertog zijn wetbekrachtigende macht is ontnomen omdat hij voorafgaand aan de behandeling van een wet, die euthanasie zou moeten vergemakkelijken, had aangegeven deze wet niet te willen ondertekenen. Het NOS Journaal merkte op dat de groothertog blijkbaar niet in staat was geweest om zijn geloof van politiek te scheiden. Natuurlijk zijn het alleen christenen die geloof en politiek moeten loskoppelen. Humanistische wetgevers die hun euthanasie stimulerende agenda door willen voeren hoeven uiteraard geen duimbreed te wijken. Zij geloven immers niet, hun uitgangspunten t.a.v. euthanasie zijn objectief, wetenschappelijk en ontdaan van confessionele vertroebeling. Gelukkig was het NOS Journaal scherpzinnig genoeg geweest om snel nog een stukje opinie door de mazen van het net van de objectieve berichtgeving te laten glippen.

Hoezo gelukkige dood?
Terug naar de euthanasie. Het woord betekent 'zachte' dood. Maar wat wordt daar mee bedoeld? Wat weten wij van de dood af? We kunnen spreken over het uitvallen van lichaamsfuncties, het klinisch dood zijn van een mens, constateren dat iemand hersendood is. Maar niemand weet wat doodgaan is, laat staan wat de definitie is van een 'zachte' dood. We kunnen er misschien voor zorgen dat de stervende zodanig gedrogeerd is dat het uitvallen van lichaamsfuncties geen constateerbare hersengolven tot gevolg heeft die zouden kunnen duiden op pijn. Maar is dat 'zacht' doodgaan?

We kunnen verder gaan. Euthanasie is niet veel meer dan een eufemisme voor een voortijdige en onnatuurlijke dood waar een mens zelf voor gekozen heeft. Misschien is het een dood zonder aantoonbare lichamelijke pijn, maar of die dood daarmee dan 'eu' (d.w.z. 'gelukkig') wordt, is maar de vraag. Deze dood zou alleen maar gelukkig zijn wanneer een aantal aannames waar zouden zijn: (a) de mens is niet meer dan de som van zijn lichamelijke delen, (b) er is geen leven na de dood, (c) er is geen verantwoording na de dood over het leven dat men geleefd heeft. Zodra maar één van deze aannames niet plausibel is, kunnen wij al niet meer met een gerust hart spreken van een zachte dood. En omdat het niet meer dan aannames zijn (dus niet bewezen vooronderstellingen), kunnen wij so wie so niet spreken over euthanasie. Het enge is dat zo'n beetje iedereen in het Westen heel hart schreeuwt dat euthanasie goed is en dat het een fundamenteel recht is van ieder mens.

Durft niemand dan eens goed naar die aannames te kijken? Hoe komt het dat zovelen bereid zijn hun leven te wagen voor zo'n onwaarschijnlijke gok? Want dat is het een grote gok waarbij men zijn leven inzet met een reële kans de eeuwigheid te verspelen.
De basisgedachte bij euthanasie is deze: Iemand die ondraaglijk fysiek of mentaal 
lijdt, verdient het van dit lijden verlost te worden. Dit doen we door deze persoon op basis van vrije wil een onnatuurlijke dood te laten ondergaan waarbij er geen sprake is van lichamelijke pijn. Zo verlossen wij deze persoon uit zijn/haar lijden.

Logisch redeneren
Mijn stelling is dat het filosofisch of logisch gezien zeer onverstandig is om euthanasie te plegen of iemand bij een euthanasiepoging te assisteren. Mijn redenering is als volgt.


1. Wij weten niet wat er na de dood komt.
2. De argumenten tegen het bestaan een Schepper van de mens zijn niet overtuigend.
3. Als een Schepper bestaat moeten we rekening houden met een niet-materiële werkelijkheid.
4. De mogelijkheid van een niet-materiële werkelijkheid, brengt met zich de mogelijkheid mee van een leven na de dood. (Op basis van 2 en 3)
5. Het aardse/fysieke bestaan is tijdelijk, het potentiële leven na de dood mogelijk niet. (Op basis van 1 en 4)
6. Pijn in het aardse bestaan is tijdelijk, pijn in een potentieel leven na de dood mogelijk niet. (Op basis van 1 en 5)
7. Het is goed mogelijk dat er een bedoeling met het aardse leven bestaat dat een voltooiing vindt in het leven na de dood. (Op basis van 3 en 4)
8. Door het aardse leven kunstmatig te bekorten, komt het aardse leven mogelijk niet tot zijn doel. (Op basis van 1 en 7)
9. Door het aardse leven kunstmatig te bekorten, overtreden wij mogelijk het eigendomsrecht van de Schepper. (Op basis van 1 en 2)
9. Door het aardse leven kunstmatig te bekorten, lopen wij kans een potentiële straf te moeten ondergaan waarvan wij niet weten of die eindig is. (Op basis van 1 en 9)
10. Het is denkbaar dat de pijn die we met euthanasie proberen te bekorten juist door de euthanasie vervangen wordt door een pijn oneindig zwaarder in gewicht en duur. (Op basis van 8 en 9)


Zoals ik hierboven beargumenteerde, weten wij niet wat er na de dood komt. Niet alleen weten wij niet wat de non-fysieke aspecten van de dood inhouden (wij kunnen immers alleen maar vaststellen wat er met lichaamsfuncties gebeurt), maar tevens is het ons onbekend wat er na de dood gebeurt. De dood zelf is een moment (of een proces dat eindig is).

Als God bestaat...
Deze dood zou 'eu' (gelukkig) genoemd kunnen worden wanneer de dood inderdaad het einde is van het menselijk bestaan, wanneer - zoals hierboven beargumenteerd - de werkelijkheid uitsluitend uit materie bestaat. Maar dat is niet te bewijzen. Sterker nog, recente ontwikkelingen in de godsdienstfilosofie tonen aan dat het bestaan van God allerminst een dode discussie is. Filosofen als Alvin Plantinga, Richard Swinburn, William Lane Craig, J.P. Moreland en anderen hebben veel werk gemaakt van theïstische argumenten. Mede door hun werk is de vraag of God bestaat weer uiterst actueel. Zoals de zaken er nu voorstaan is het bestaan van God is uiterst plausibel te noemen.

Als God bestaat - een levensvatbare optie die allerminst weerlegd is - moeten we er als mensen rekening mee houden dat er een niet-materiële werkelijkheid bestaat. Het kosmologisch argument voor God toont aan dat God de werkelijkheid ex nihilo (uit het niets) geschapen heeft. Het begin van tijd, ruimte en materie. Zodra we dit inzien, is het niet langer houdbaar om te handelen alsof materie de enige werkelijkheid is. Integendeel; het is eerder zo dat de materie afhankelijk is van iets niet-materieels. Het bestaan van deze niet-materiële werkelijkheid laat de mogelijkheid open van een bestaan na de dood.

De blik op oneindig
We gaan nog verder. We weten wel niet wat en of er iets na de dood is, maar we weten wel dat dit leven op aarde tijdelijk is. Aangezien de mogelijkheid bestaat dat er leven na de dood is, dienen wij er rekening mee te houden dat dit leven geen einde kent. Immers het is duidelijk voor ons dat dit leven eindigt bij de dood. Deze dood kent een fysiek aspect. Het leven na de dood is mogelijk op grond van een niet-fysiek aspect in onszelf. Het is daarom allerminst vanzelfsprekend dat ons potentiële bestaan na de dood een einde kent. Dit heeft nogal wat consequenties voor de betekenis van het lijden in dit leven. Het lijden waarvoor wij een voortijdig einde maken in deze wereld is immers eindig. Maar wie zegt dat pijn die we in een leven na de dood ervaren eindig is? Het zou goed kunnen dat we m.b.v. euthanasie tijdelijke pijn inruilen voor eeuwige pijn.

Aangezien het goed mogelijk is dat er een God is, is het goed denkbaar dat het aardse leven een voltooiing vindt in het leven na de dood. Deze aardse werkelijkheid is dan misschien wel het decor zijn van een voorbereidingsfase. Als dat niet zo is, zitten we met de vraag waarom de Schepper een mens maakt die lijdt - soms ondraaglijk tot zijn dood, soms zonder uitzicht op geluk - terwijl diezelfde mens zo gemaakt is dat hij zich afvraagt waarom hij leeft en wat het doel van zijn bestaan is.

Nu, als die mogelijkheid van een doelmatigheid die zich uitstrekt tot voorbij de dood reëel is, dan zou het wel eens kunnen zijn dat we, door ons leven m.b.v. euthanasie te bekorten, niet tot het doel komen wat onze Schepper met ons leven heeft. Dat missen van het doel is dan wel definitief! Het wordt zwaarwegender wanneer wij beseffen dat wij als schepselen van een mogelijke Schepper het eigendom zijn van een Ander. Niet wij beschikken over ons leven, maar de Schepper die schepselen heeft gemaakt. Door dit aardse leven kunstmatig te bekorten lopen wij het beklemmende risico het eigendomsrecht van deze Schepper met voeten te treden.

Russische roulette
Wie garandeert ons dat we niet straks oog in oog staan met deze Maker om dan tot onze schrik te realiseren dat we iets gedaan hebben wat Hem niet welgevallig is? Niemand kan sluitende argumentatie leveren aan iemand die ondragelijk lijdt dat de dood zacht en gelukkig zal zijn; dat alles voorbij zal zijn; dat het lijden verleden tijd zal zijn.

De argumenten voor het bestaan van de Schepper en de daaruit voort­vloeiende gevolgen van een eeuwig voortbestaan na de dood en de mogelijkheid van een nooit eindigend lijden als straf op de euthanasie zouden ons af moeten schrikken. Wie zegt dat euthanasie niet simpel stuivertje wisselen is: tijdelijke pijn inruilen voor eeuwige pijn, keuzemogelijkheid tot moed inruilen voor een definitieve lotsbeschikking? Euthanasie is niets anders dan een vreselijke vorm van russische roulette waarbij elke kamer geladen is en we slechts na de dood weten wat het resultaat zal zijn van de grote gok waarmee we ons leven beëindigd hebben.

No comments: