De twee Maria's
Na een lange uitputtende dag komt een vrouw aan in Bethlehem. Ze heet Maria. Ze is erg moe... en U denkt dat u de rest van het verhaal kent. Maar dan hebt u het mis. De Maria die ik bedoel leefde zo'n 1100 voor Christus. Ze was niet jong, niet blij en ook niet in blijde verwachting.
Ze was enkele decennia eerder vertrokken uit Bethlehem met man en twee zoons. Nu keerde ze terug met lege handen: weduwe, moeder van twee gestorven zoons met één overgebleven schoondochter die een niet-Jood was. Ze wilde daarom Mara of Maria (want dat betekent bitterheid) genoemd worden.
De verschillen tussen deze Maria en die van het kerstverhaal kunnen bijna niet groter zijn. De ene kwam leeg terug in Bethlehem, de ander 'vol' (want zwanger). De één had alles verloren, de ander had alles te verliezen. De ene stond aan het eind van een lange (levens)reis, de ander aan het begin ervan. De ene Maria was gedesillusioneerd, de ander zwanger van de hoop voor deze wereld.
En toch zijn deze twee vrouwen op een bijzondere wijze met elkaar verbonden. Dat blijkt weer uit de overeenkomsten: Beide vrouwen komen aan het begin van 'hun' verhaal in Bethlehem aan (de eerste in Ruth, de tweede in de Evangeliën). Voor beiden speelt de naam Bethlehem een grote rol. Bethlehem betekent: 'huis van brood'. De eerste Maria moest het 'huis van brood' ontvluchten, omdat er hongersnood was. De tweede Maria zou in het 'huis van brood' het 'Brood van het Leven', Jezus Christus, baren. Voor beiden is eigenlijk geen plaats. Voor de een was geen plaats meer in het leven, voor de ander geen plaats voor het nieuwe leven in haar, dat later bekend zou worden als het 'Leven van de wereld'. Verder nemen beide vrouwen een plaats in in het voorgeslacht van de Messias.
De vrouwen gaan beiden een andere weg, maar komen uiteindelijk op hetzelfde punt uit: in Bethlehem mogen zij een schakel zijn in de komst van Jezus de Messias. Uit de tweede Maria wordt Jezus geboren, die later zou leren dat de mens niet alleen van brood zal leven, dat Hijzelf het Brood is dat uit de hemel neerdaalt, het Brood van het Leven, het Brood, zijn lichaam, dat verbroken wordt voor het heil van de mensheid.
En dan die eerste Maria. Zij zoekt vanwege de honger in het land samen met haar gezin het heil bij de Moabieten. Dat is buiten Gods volk, buiten Gods verbond, buiten Gods beloften. Dit mislukt. Ze verliest alles. Wanneer ze terugkomt in Bethlehem is haar situatie erger dan de honger die ze vroeger leed. Gelukkig komt door Gods genade alles goed (lees Ruth maar) en komt haar leven in teken te staan van de grootste hoop aller tijden (als voorouder Messias).
Ik zie een mensheid die net als de eerste Maria, weg bij God vandaan om de honger van de buik te stillen, de lust van het oog, elke materiële begeerte. De mensheid is berooid van idealen en betekenis, hoop, zin van het leven. Mensen pretenderen gelukkig te zijn met de eindige dingen die ze hebben, maar ieder weet dat er en einde aan alles komt.
Wat we werkelijk moeten doen is terugkomen bij de kribbe in Bethlehem om het Brood uit de hemel tot ons te nemen om zo de eeuwige God te leren kennen en zijn leven te ontvangen: antwoorden om de diepste vragen van onze ziel, verzadiging van de diepe behoefte naar zin, geborgenheid en betekenis.
No comments:
Post a Comment