Tuesday, January 27, 2009

Marktplaats van ideeën

'De wetenschap heeft bewezen dat God niet bestaat' beweerde Gerben met zo'n groot gemak alsof hij net zei dat hij zeker wist dat hij zijn fiets op slot had gedaan.
Marieke probeerde voorzichtig: 'Nou, ik geloof toevallig wél in God'.
Verschillende omstanders keken haar direct meesmuilend aan. 'O ja, dan', zei Sjoerd, 'laat 'm dan eens zien, zit ie in je broekzak, of zo?' Gerben pochte: 'Ik geloof alleen iets als je me het kunt bewijzen, Marieke, anders niet'.
Nu vond Ramesh, die tot noch toe z'n mond had gehouden het toch echt nodig om ook wat te zeggen: 'Kijk, jullie snappen het gewoon niet, er is geen tegenstelling tussen jullie meningen. Alle mensen hebben het goddelijk in zichzelf, de een noemt dat God, de ander noemt het niets; het gaat erom dat je je goddelijke potentieel als mens realiseert'.
Sjoerd had inmiddels spijt dat hij Marieke zo was aangevallen en zei: 'Da's waar, iedereen heeft recht op zijn eigen waarheid, laten we er geen ruzie over maken'.

Zo zou een gemiddeld gesprek kunnen gaan tussen een christen en haar collega’s. Het lijkt wel of Ramesh een oplossing bemiddeld in het ongewenste conflict dat onstaat tussen Marieke en de anderen. Sjoerd gooit er nog even een pluriforme dooddoener overheen en het gesprek is beëindigd. Geen ruzie. Ieder zijn eigen waarheid.
Maar hoe zou het gesprek verder gaan? Lukt het Marieke om nog iets zinnigs te zeggen over ‘haar’ God van de Bijbel? Of besluit ze dat het te moeilijk is op te boksen tegen ideeën die zo ontzettend tegengesteld zijn aan het christelijk geloof?
Te vaak komen christenen naïef de marktplaats van wereldbeelden op onkundig van wat anderen denken en waarom. Een wereldbeeld is de verzameling antwoorden die iemand heeft op de belangrijkste vragen van het leven. Ieder mens heeft een wereldbeeld, bewust of onbewust. De christen en ook de niet-christen.
Als wij begrijpen wat het wereldbeeld is van onze gesprekspartner, kunnen we door de veelheid van woorden heen prikken en snappen we waar het echt om gaat. We kunnen dan de mentale barrières wegnemen, opgeworpen tegen het evangelie en hebben dan niet met een mond vol tanden het nakijken. Ook al zijn we in de minderheid.
Weet u hoeveel wereldbeelden in bovenstaande gesprek aan bod komen? Meer over het belang van wereldbeelden in mijn uitgebreidere artikel over dit onderwerp.

Deze column is eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu

De actualiteit van apologetiek

Als het christendom in het Westen wil overleven zal er iets drastisch moeten veranderen. Niet zozeer bij de hen die niet geloven (natuurlijk, zij zijn degenen die zich tot Christus zouden moeten bekeren), maar juist bij hen die zich christen noemen.

Overweldigd door de enorme cultuuromslag van het relativisme en de daarmee gepaard gaande ontkerstening die zich de afgelopen decennia heeft afgespeeld, hebben veel theologen, die niet toe wilden geven aan de vrijzinnigheid, zich teruggetrokken in hun heilige onaantastbare huisjes van boven kritiek verheven vakjargon. Hun 'tale Kanaäns' is niet alleen onverstaanbaar voor de buitenwereld, het vormt tevens een veilig isolatiemateriaal tegen die boze wereld die met de strijdbijl van de wetenschappelijke methode niets van het geloof heel lijkt te laten.

Niet alleen theologen zijn naar binnen gekeerd, ook het getuigenis van veel 'gewone' gelovigen wordt door eenzelfde communicatiekloof gekenmerkt. Wanneer je hen vraagt waarom ze geloven, vertellen ze hoe ze tot geloof gekomen zijn. Het 'waarom' ligt te gevoelig; het algemene vermoeden bestaat dat er niet genoeg redenen zijn waarom men zou moeten geloven en daarom vluchten christenen maar al te graag naar een veilig getuigenis dat alleen het emotionele omslagpunt beschrijft. Geloof is toch vooral persoonlijk en een tikje irrationeel.

En dat is nu wat er zou moeten veranderen. De naar binnen gerichte houding van de theologie zou moeten veranderen in een theologie die zich tot Gods eer naar buiten richt, het gesprek met de wereld aangaat en aantoont dat het geloof in de God van de Bijbel de enige hoop biedt voor deze wereld. Antwoorden moeten worden geformuleerd op de uitdagingen van het secularisme en de wetenschap.

Dat zou gelovigen ammunitie moeten verschaffen om aan mensen niet alleen te vertellen hoe ze God persoonlijk hebben leren kennen, maar ook waarom alle andere mensen de Bijbel zouden moeten lezen, op Jezus Christus hun vetrouwen zouden moeten stellen en met God verzoend zouden moeten worden.

Deze vorm van theologie en evangelisatie vallen onder de noemer apologetiek. Een discipline zo oud als het christendom zelf en meer dan ooit relevant voor het getuigenis van de kerk van Christus. Want het geloof is niet irrationeel. Het is logisch gezien de enige juiste weg die een mens kan bewandelen.

Monday, January 26, 2009

Hupsakee, weg ermee

Op nu.nl verscheen zondagochtend het bericht [http://www.nu.nl/algemeen/1901241/kamer-overleden-moeder-na-paar-uur-leeggeruimd.html] dat verpleeghuis De Houttuinen in Haarlem vorige week de kamer van een overleden Alzheimerpatiënte al een paar uur na haar overlijden had leeggeruimd. De familie kwam twee dagen later de kamer van de vrouw leeghalen en vond iemand anders in het bed en alle spullen van de overleden vrouw in plastic zakken.
Efficiënt hoor. Dat noem ik nog eens nuttig gebruik maken van alle middelen die ons ter beschikking staan om ouderen de zorg te bieden die ze nodig hebben. Dode mensen hebben geen zorg meer nodig, dus opruimen die zaak. In vuilniszakken. Lastig genoeg de familie bleek emoties te hebben bij het overlijden van ‘moeder’ (De overleden vrouw bleek namelijk ‘moeder’ te zijn geweest die middels een ‘familierelatie’ verbonden was met haar ‘kinderen’). Ze bleken moeite te hebben met deze gang van zaken.
In de moderne zorgindustrie waar alles zo economisch mogelijk moet verlopen is het blijkbaar normaal dat de marktwerking de ‘zorgwerking’ verdringt. Ze konden er zelf ook niets aan doen, wist de zorginstelling te melden, de overheid dwingt hen immers ‘om met steeds minder marges steeds doelmatiger te gaan werken’. Never mind, dat zorginstellingen 13 dagen financiële compensatie krijgen bij het overlijden van een bewoner, waarvan de helft voor de nabestaanden is op de kamer op te ruimen.
‘Steeds doelmatiger’ heet het. Is het schofferen van nabestaanden doelmatig? Is het respectloos omgaan met iemands dood doelmatig? Wat zovelen al zo vaak geroepen hebben, blijkt ook nu weer: de marktwerking die de mens ten goede zou moeten komen wordt verheven tot afgod ten gunste waarvan de mens opgeofferd wordt.
In de jaren 70 las ik op de basisschool het blad Taptoe. Een keer was er een prachtige strip over het bedrijf ‘Hupsakee Weg Ermee’. De uitvinder die voor het bedrijf werkte bedacht het ene na het andere wegwerpartikel. Totdat hij uitgedacht was. Toen zei zijn baas: ‘Dan weet ik er nog wel één’. En met en grote trap schopte hij de uitvinder de deur uit terwijl hij riep: ‘Hupsakee, weg ermee’.
Dat gevoel bekruipt me hier ook. U bent dood? Hupsakee, weg ermee.

Deze column is eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu

Tuesday, January 20, 2009

Obamacratie

Deze titel slaat nergens op. Maar alles waar 'Obama' in zit, wekt de interesse op van mensen. Daarom nu 'mijn Obamacratie' vlak voordat Obama met een welklinkend 'So help me God' ingezworen wordt als '44th president of the United States of America'.
Net als in het het oude Rome wil het volk nog steeds brood en spelen. Wanneer het op verkiezingen aankomt, zullen die twee toch het zwaarste meespelen in het doen van een stemkeuze. Mensen willen dat er banen gecreëerd worden (brood) en dat de nieuwe regering het consumentisme stimuleert met positieve maatregelen (spelen).
Wat in onze Westerse democratieën veel minder meeweegt, is het feit dat achter de oppervlakkige economische maatregelen van de korte termijn ook een levensbeschouwing schuilgaat die op de langere termijn grote consequenties zal hebben voor een land.
Was het maar zo dat normen en waarden niet onderdeel waren van het democratisch proces. Let wel: democratie is ontstaan vanuit een bepaald normen- en waardenstelsel dat er de fundering van moet zijn. Tegenwoordig is dat dus precies omgekeerd: de democratie gaat zelf met normering aan de slag.
Obama gaat jobs creëren. Obama gaat de gezondsheidszorg hervormen. Obama gaat internationaal het roer omgooien. Obama goes 'big government'... In Obama's kielzog breekt echter tegelijk een nieuwe levensbeschouwelijke visie door met geheel andere normen en waarden. Het duidelijkste voorbeeld daarvan vinden we in de radicale abortusvisie van de nieuwe president.
Het gaat niet om Obama. Hij is maar het zoveelste voorbeeld. Onze democratieën zijn ziek. Ze worden gebruikt om het fundament waarop ze gestoeld zijn te veranderen. Net als iemand die de tak, waarop hij zit, door aan het zagen is.
So help us God!

Monday, January 19, 2009

Beelden en Woorden

Je hoort vaak: 'Eén plaatje zegt meer dan 1000 woorden'. Dat lijkt inderdaad te kloppen. Als ik een boek voor mijn neus heb met veel woorden en er is één plaatje dan kijk ik naar het plaatje. Ik gebood onlangs mijn dochter een boek te gaan lezen. Met tegenzin begon ze aan haar taak. Toen ik haar later vroeg hoe het met het lezen stond zij ze dat ze de plaatjes met de bijschriften alvast bekeken had.

Het is een beproefde educatieve methode om het onderwijs aanschouwelijk te maken met beelden en illustraties. Maar betekent dat ook dat de plaatjes meer zeggen? Ik dacht het niet. Haal de plaatjes weg en het onderwijs is er nog steeds, zij het minder toegankelijk. Maar haal het onderwijs weg en er blijven alleen betekenisloze plaatjes over. Het zijn niet de plaatjes die meer zeggen, maar de mensen die sterker worden aangetrokken door de plaatjes.

In de reclame weten ze dat maar al te goed. Daar maakt men weinig woorden aan de communicatie vuil. Dat hoeft ook niet, want mensen moeten beïnvloed worden. Het gaat om sfeer, beleving, emotie. En die zijn het beste over te brengen door datgene waardoor mensen het sterkst door aan worden getrokken: beelden.

Beelden zijn goed voor emotie maar niet in staat waarheid over te dragen. Beelden kunnen ons de realiteit laten zien, maar daar blijft het bij. Voor waarheid en het overdragen van kennis is het woord nodig. Vandaar dat wij spreken over het Woord van God en niet het Beeld of het Plaatjesboek van God. Een beeld van God is zelfs ten strengste verboden. God heeft zijn waarheid, die tot ons komt in rationele proposities, in woorden gegeven.

Woorden om over na te denken, woorden om te heroverwegen, woorden die ons inbeeldingsvermogen de ruimte geven over God na te denken. Wij zijn lui geworden. In onze beeldcultuur willen wij voorgekauwde illustraties die indruk maken maar uiteindelijk beperkt zijn.

Men zegt: 'Eén plaatje zegt meer dan 1000 woorden', maar ik zeg dat één woord meer waarheid bevat dan 1000 plaatjes.

Deze column is eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu

Friday, January 16, 2009

Van een andere planeet

Het belang van wereldbeelden voor evangelisatie

Onze poging om het evangelie van Jezus Christus door te geven aan anderen stuit vaak op problemen. We proberen wel, maar het komt niet of nauwelijks over. Hoe komt dat? We kunnen de oorzaak zoeken bij een gebrek aan geestelijke kracht bij onszelf of de schuld leggen bij onze cultuur die zo ver af staat van de Bijbel en bij de verharding die veel mensen hebben jegens het evangelie.
Vaak wordt het probleem echter veroorzaakt door een gebrek aan inzicht in het fenomeen wereldbeeld. Inzicht in wereldbeelden kan enorm helpen om het denken van mensen te begrijpen, hun verkeerde denkbeelden te weerleggen en hen te over te halen het evangelie in overweging te nemen. Daarom een korte introductie van het begrip wereldbeeld. Wat is het? Waarom is het belangrijk? En wat kun je ermee? Laten we het begrip wereldbeeld eens onderzoeken. We doen dit aan de hand van twee voorbeeldgesprekken.

Gesprek A
'Sharon en ik hebben al twee maanden verkering' zei Jan niet zonder trots toen hij zijn oude vriend weer tegenkwam. Pieter keek verrast op, 'Daar wist ik niets van? Is ze lekker in bed?' Nu was het Jans beurt op verbaasd te kijken: 'We hebben nog maar net verkering hoor'. 'Dat bedoel ik', zei Pieter, 'bij een nieuwe relatie springen de vonken er altijd lekker vanaf.' 'Wij willen eerst weten of we geestelijk bij elkaar passen en als dat zo is dan trouwen we', reageerde Jan beslist. Pieter haalde z'n schouders op: 'Ik snap jou niet hoor Jan, ik zou pas aan verkering met Sharon beginnen als ik wist of ze lekker was. Waar doe je het anders voor? En waar wacht je op? Het leven is zo kort.'

Gesprek B
'De wetenschap heeft bewezen dat God niet bestaat' beweerde Gerben met zo'n groot gemak alsof hij net zei dat hij zeker wist dat hij zijn fiets op slot had gedaan. Marieke probeerde voorzichtig: 'Nou, ik geloof toevallig wél in God'. Verschillende omstanders keken haar direct meesmuilend aan. 'O ja, dan', zei Sjoerd, 'laat 'm dan eens zien, zit ie in je broekzak, of zo?' Gerben pochte: 'Ik geloof alleen iets als je me het kunt bewijzen, Marieke, anders niet'. Nu vond Ramesh, die tot noch toe z'n mond had gehouden het toch echt nodig om ook wat te zeggen: 'Kijk, jullie snappen het gewoon niet, er is geen tegenstelling tussen jullie meningen. Alle mensen hebben het goddelijk in zichzelf, de een noemt dat God, de ander noemt het niets; het gaat erom dat je je goddelijke potentieel als mens realiseert'. Sjoerd had inmiddels spijt dat hij Marieke zo was aangevallen en zei: 'Da's waar, iedereen heeft recht op zijn eigen waarheid, laten we er geen ruzie over maken'.

Herken je dit soort gesprekken? Heb jij dat ook niet meegemaakt, dat je met iemand sprak maar dat je elkaar niet begreep? Ik bedoel niet iemand die een vreemde taal sprak, maar iemand met jouw nationaliteit en taal, bij wie je in de klas zat en toch was er geen connectie. Het lijkt wel alsof sommige mensen zo anders denken dan jij dat je het gevoel krijgt dat ze van een andere planeet komen.
Hoe vaak zitten christenen niet vol goede bedoelingen om het evangelie uit te dragen? Ze hebben Jezus leren kennen, zijn vol van hun persoonlijke relatie met God, en daar gaan ze, op de wereld af, ze zullen het wel eens vertellen. En dan gebeurt het. Ze stappen de 'marktplaats van ideeën' op en verdwalen in de doolhof van ideologische marktkraampjes. Ze proberen het wel een paar keer met 'Jezus houdt van je', maar hun stem verstikt in de kakafonie van wereldbeelden die hun koopwaar aanprijzen.
Precies, wereldbeelden. Daar gaat het hier om. Goed evangeliseren, effectief je geloof uitdragen, het kan alleen maar wanneer je niet alleen weet wat je gelooft, maar ook als je snapt hoe andere mensen denken, wat ze denken en waarom.

Wat is een wereldbeeld?
Je zou een wereldbeeld kunnen omschrijven als het totaal aan antwoorden dat je hebt op de belangrijkste vragen van het leven. Die antwoorden hangen met elkaar samen; ze vormen samen een logisch, min of meer consistent, geheel. Iemand die bijvoorbeeld in een persoonlijke God gelooft, zal ook vast ideeën hebben over hoe je deze God kunt kennen.
Vragen die in een wereldbeeld beantwoord worden zijn o.a.: Wat is de realiteit? Waar bestaat de werkelijkheid uit? Hoe is die werkelijkheid te verklaren? Hoe kunnen wij die werkelijkheid kennen? Is er zoiets als moraal en, zo ja, wat is goed en wat niet? Wat is het doel van de mens en zijn bestaan?
In het eerste gesprek bleek al gauw dat voor Pieter de werkelijkheid materieel is en dat het doel van het leven genot is, fysiek plezier, zonder enige remming. Het leven houdt op bij de dood, dus je moet van alles profiteren. Pieter is waarschijnlijk een materialist (materie is de enige werkelijkheid) hedonist (het doel van het leven is te genieten; verder is het leven zinloos).
Wereldbeelden zijn er in soorten maten. Je kunt ze op verschillende manieren indelen aan de hand van algemene kenmerken. Men deelt godsdiensten bijvoorbeeld op in animistische-, polytheïstische- en monotheïstische godsdiensten. Voor wereldbeelden wordt er vaak gebruik gemaakt van een indeling die kijkt naar het godsbeeld. Dat is nuttig, omdat de idee over wie of wat God is in belangrijke mate iemands wereldbeeld kleurt. We kunnen met deze indeling allerlei wereldbeelden indelen in drie duidelijke categorieën:
1. Theïsme (het geloof in een persoonlijke buiten de materiële werkelijkheid staande God die deze werkelijkheid geschapen heeft). We denken hierbij vooral aan de grote monotheïstische godsdiensten: judaïsme, christendom en islam.
2. Pantheïsme (het geloof dat de zichtbare werkelijkheid goddelijk is). Het hindoeïsme is de duidelijkste en grootste exponent van deze visie, maar ook filosofen als Spinoza en Hegel hebben pantheïstische denkbeelden gehad.
3. Atheïsme (het geloof dat de materiële werkelijkheid in en uit zichzelf bestaat en het bestaan van God ontkent). Hoewel het Boeddhisme in wezen atheïstisch is, vertegenwoordigt dit woord toch vooral relatief recente stromingen in het Westen als agnosticisme, materialisme, modern humanisme en secularisme.

Wat is zo belangrijk aan een wereldbeeld?
Niemand leeft zonder een wereldbeeld. Zonder een wereldbeeld valt eenvoudigweg niet te leven. Ieder mens heeft nu eenmaal bepaalde aannames gedaan en bepaalde opvattingen ontwikkeld die verband houden met de belangrijke vragen van het leven. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat elk mens als een filosoof heeft nagedacht om bepaalde theorieën te ontwikkelen. Het is meestal een intuïtief en onderbewust proces waardoor een wereldbeeld tot stand komt.
Elk mens kijkt dus naar de wereld vanuit een bepaald perspectief. Hij interpreteert de hem omringende werkelijkheid met behulp van zijn wereldbeeld en bouwt zo een bepaald begrip op van de werkelijkheid. Het is door zijn wereldbeeld dat een mens wel of geen zin ontdekt in het leven. Ook moreel besef en handelen wordt erdoor gevormd.
Het spreekt dus voor zich dat een wereldbeeld belangrijk is; het vorm de kern van het menselijk denken. Wereldbeelden kunnen de werkelijkheid dicht benaderen; ze kunnen ook de werkelijkheid vals interpreteren. Onjuiste wereldbeelden kunnen desastreuze gevolgen hebben. Denk bijvoorbeeld aan het kastesysteem in India dat gebaseerd is op de onjuiste aanname dat mensen geboren worden in een bepaalde kaste als gevolg van hun karma.

Waarom is het belangrijk wereldbeelden te snappen?
Iemands wereldbeeld vormt dus een sleutel tot zijn of haar denken en handelen. Daarom is het m.n. bij evangelisatie erg nuttig iemands wereldbeeld in te kunnen schatten. Je kunt doordringen tot de kern van iemands denken en bij wijze van spreke al vooraf inschatten waar het gesprek heen gaat en wat je gesprekspartner nu gaat zeggen
In heftige discussies zijn de standpunten vrijwel altijd terug te brengen tot de fundamentele componenten van het wereldbeeld dat iemand aanhangt. In onze tweede gesprek deden verschillende mensen hun zegje. Enige kennis van wereldbeelden maakt het makkelijk wijs te worden in de veelheid van meningen. We hebben aan een half woord genoeg. Denk nog eens aan voorbeeldgeprek B:
Gerben, die beweert dat de wetenschap Gods bestaan ontkracht heeft, is een rasechte modernist. Hij denkt nog dat de menselijke rede in staat is om op eigen kracht de werkelijkheid te ontleden. Dan hebben we Marieke, een meisje met een bijbels georiënteerd wereldbeeld dat door iedereen als achterhaald wordt beschouwd. Ramesh is als hindoe een echte pantheïst. Voor hem is God geen persoon, maar een oerkracht die overal in zit. Sjoerd, blijkt uiteindelijk toch een postmodernist te zijn. Hij lijkt het eens te zijn met Ramesh, maar dat gebeurt alleen maar omdat hij als postmodernist denkt dat absolute waarheid niet bestaat. Overtuigingen bestaan voor hem op grond van persoonlijke voorkeuren.
Voor een christen is het erg nuttig om in te zien dat het Westerse denken gedomineerd wordt door de gedachte dat de God van de Bijbel een achterhaalde mythe is. We leven in een geseculariseerde maatschappij waarin voor 'religieuze' zaken alleen ruimte is in de privesfeer.
Dit wordt versterkt door het feit dat de wetenschap onder het mom van wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke objectiviteit zich laat leiden door dit secularisme. Veel wetenschappelijke intepretatie is het gevolg van dit secularisme, terwijl men veelal denkt dat dit omgekeerd is. Dit is een probleem dat alles te maken heeft met wereldbeelden. Wie dit snapt, heeft het halve werk gedaan.

Het lastige aan wereldbeelden
Het lastige aan wereldbeelden is dat ze (a) onzichtbaar zijn, (b) onbewust aawezig zijn en (c) zich verstoppen in woorden. Het zou makkelijk zijn wanneer mensen een speldje op zouden hebben waarop stond welk wereldbeeld ze hebben. Je kunt aan de buitenkant wel zien tot welk ras iemand behoort of zelfs van welke cultuur hij of zij deel uitmaakt. Iemands wereldbeeld is echter aan de buitenkant niet te zien. En dat maakt het lastig. Omdat we er als Westerlingen min of meer hetzelfde uitzien, zijn we geneigd te denken dat we ook op dezelfde manier denken en dezelfde woorden op dezelfde manier gebruiken.
Mensen zijn zich ook meestal niet bewust van hun wereldbeeld. Ze groeien op in een bepaalde cultuur en nemen onbewust normen en waarden over. Die normen en waarden zijn gestoeld op een wereldbeeld dat vrijwel nooit ter sprake komt. Maar aanwezig is het zeker. Onbewust betekent ook vaak onderontwikkeld. Hoeveel mensen geloven niet in de evolutietheorie als een vaststaand feit zonder door te hebben dat het bijbehorende wereldbeeld (nl. dat van het naturalisme) geen goede werkbare basis voor een moraal biedt?
Wereldbeelden verstoppen zich in woorden. Dezelfde woorden worden gebruikt door mensen met afwijkende wereldbeelden, maar er wordt iets totaal anders bedoeld. Wanneer een christen over 'God' spreekt, bedoelt hij of zij de persoonlijke almachtige Schepper van hemel en aarde die Zich geopenbaard heeft in de Bijbel en in de persoon van Jezus Christus. Voor de moslim is God iemand die geen zoon heeft, terwijl voor de hindoe het begrip god duidt op een onpersoonlijke oerkracht. Mensen met verschillende wereldbeelden kunnen dus enorm langs elkaar heen praten.

Wereldbeelden in soorten maten
Wereldbeelden zijn niet onaanraakbaar of onaantastbaar. Ze mogen, ja, moeten getest worden. Dit in tegenstelling tot wat je tegenwoordig zo vaak hoort dat alle godsdiensten gelijk zijn en dat iedereen recht heeft op zijn eigen geloof. Religies en wereldbeelden zijn niet boven alle kritiek verheven. De vraag is: kunnen ze de test van kritische analyse doorstaan? Er zijn drie punten waarop een wereldbeeld getest kan worden.
1. Een wereld is het totaal aan antwoorden op de belangrijkste vragen in het leven. Die antwoorden moeten met elkaar een samenhangend geheel vormen. Dat is de eerste test. Wanneer dat niet het geval is is een wereldbeeld inconsistent. Het hindoeïsme stelt bijvoorbeeld dat de mens gereïncarneerd wordt als gevolg van een slecht karma (een soort straf dus), maar beweert tegelijk dat in essentie er geen onderscheid is tussen goed en kwaad.
2. Een wereldbeeld moet kloppen met de werkelijkheid, met hoe de dingen werkelijk zijn. Het moet in overeenstemming zijn met de historische en wetenschappelijke feiten. De islam leert bijvoorbeeld dat Jezus niet gestorven is aan een kruis. Dit is in strijd met betrouwbare historische bronnen.
3. Een wereldbeeld moet 'uit te leven', leefbaar zijn. Als het onmogelijk is om een wereldbeeld in de praktijk van alledag te leven is er iets aan de hand. Je kunt bijvoorbeeld vraagtekens stellen bij de Boeddhistische eis dat om verlossing te verkrijgen een mens moet ophouden met begeren.

Het voordeel van inzicht in wereldbeelden
Wanneer je je bewust wordt van het bestaan van wereldbeelden en leert het wereldbeeld van jezelf en anderen te doorzien en te formuleren zijn de voordelen levensgroot. Zeker met het oog op evangelisatie kan dit niet genoeg benadrukt worden.
Inzicht in wereldbeelden leidt tot het beter begrijpen van de ander. Je gaat inzien vanuit welk denkkader de ander spreekt en kunt beter begrip opbrengen voor iemands standpunt. Je gaat snappen dat woorden verschillende dingen kunnen betekenen voor mensen met verschillende wereldbeelden. Door de mist van onduidelijke woorden dring je door tot de kern van iemands denken en tot de kern van de discussie.
Je zult zo ook beter in staat zijn om de persoon met het evangelie te bereiken. Het wordt mogelijk om, beginnend bij de kern van iemands denken, aan te tonen waar iemands wereldbeeld inconsistent, onlogisch of onleefbaar is. Ook kun je met inzicht in wereldbeelden mentale blokkades slechten die mensen vaak hebben om het christelijk geloof serieus te overwegen.
Hoe gaan onze gesprekken verder? Weet Jan nog een weerwoord te geven op de hedonistische instelling van Jan? Is Marieke in staat om haar geloof in een persoonlijke God over te brengen op Gerben, Sjoerd en Ramesh? Wat ga jij zeggen in zo'n gesprek? Het hangt ervan af of je door hebt wat het wereldbeeld van je geprekspartner is en hoe je daarmee om moet gaan.

Tuesday, January 13, 2009

Het christendom heeft goede papieren

Hernieuwde belangstelling voor apologetiek

Gepubliceerd in de Oogst, november 2008

Ik weet het nog goed, ik was 19 haar oud en was een half jaar geleden tot geestelijke doorbraak gekomen. Uit mijn vaders boekenkast pakte ik het boek ‘Hoe zouden wij dan leven’ van de zojuist overleden Francis Schaeffer. Het lezen van dit boek bracht een soort schokgolf teweeg, een emotie minstens zo sterk als de ervaring van mijn geestelijke vernieuwing. Niet alleen was mijn ziel gered, maar mijn verstand werd hernieuwd.

Francis Schaeffer was een apologeet, iemand die met rationele argumenten mensen probeerde te overtuigen van de waarheid van de Bijbel. Schaeffer is me altijd kostbaar gebleven ook al was er afgelopen decennia weinig interesse te bespeuren onder christenen voor dit onderwerp. Maar recentelijk lijkt er een nieuwe wind te waaien in Nederland. C.S. Lewis’ beroemde boek ‘Onversneden Christendom’ is in het Nederlands verschenen. Een titel als ‘Ik heb te weinig geloof om atheïst te zijn’ van Geisler en Turek is gewoon in de evangelische boekenhandel te vinden. Binnenkort verschijnt ‘In alle redelijkheid’ van Tim Keller op de markt. Apologetiek mag zich in een nieuwe belangstelling verheugen.

En dat is een goede zaak. Is er een kentering waar te nemen in de postmoderne trend om de waarheidsvraag niet te willen stellen? Jarenlang is het modieus geweest om heel sceptisch te staan tegenover de gedachte dat het ene geloof betere kaarten heeft dan het andere. Ook in de kerk was deze invloed merkbaar met een daarmee gepaard gaand anti-intellectualisme. ‘Studeren doet er niet toe, argumenten voor het geloof overtuigen toch niet’, was vaak de gedachte, ‘Zorg nou maar dat jouw persoonlijke relatie met God in orde is’. Deze houding is funest geweest voor de weerbaarheid van het geloof in een post-christelijke samenleving. Apologetiek staat gelukkig weer op het menu. Daarom een korte uitleg over deze beproefde maar relevante discipline.

Wat is apologetiek?
Apologetiek is de taak van het verdedigen van het christelijk geloof tegen de bezwaren die door ongelovigen er tegen ingebracht worden. Dit houdt in dat verkeerde voorstellingen over het geloof ontzenuwd moeten worden, maar ook dat het geloof in God en de Bijbel aannemelijk gemaakt wordt. De redelijkheid ervan moet aangetoond worden. De wereld is heel klein geworden en allerlei ideologieën en religies roepen om de aandacht. Apologetiek is dan ook heel breed in zijn reikwijdte; het richt zich immers tot al deze overtuigingen en probeert er een antwoord op te formuleren.

Het woord apologetiek komt van het Griekse ‘apologia’. Dit woord werd gebruikt voor de verdediging in een rechtzaak. Het toont al aan dat het formuleren van steekhoudende argumenten een belangrijke rol speelt. Een bijbelse basis voor apologetiek vinden we o.a. in 1 Petrus 3:15 waar de schrijver christenen maant om altijd bereid te zijn rekenschap (apologia) af te leggen van de hoop die in hen is.

Apologetiek houdt zich bezig met de betrouwbaarheid van de bijbel en de historische realiteit van de opstanding van Christus. Daarnaast ontwikkelt het wetenschappelijke (denk aan de Intelligent Design beweging) en filosofische argumenten voor het bestaan van God. Apologetiek probeert ook de onhoudbaarheid van niet-christelijke levensovertuigingen aan te tonen. Maar betekent dit dat apologetiek eigenlijk alleen is weggelegd voor slimme mensen die met hun neus voortdurend in de boeken zitten? Welnee. Er zit al zoveel apologetische slagkracht in een eenvoudig argument als: ‘Wanneer ik om me heen kijk en zie hoe ingewikkeld de natuur in elkaar zit, kan ik me niet voorstellen dat er geen God is’. Iedereen kan apologeet zijn!

De geschiedenis van de apologetiek kent een rijke traditie met veel verschillende stromingen. Momenteel is er in Noord-Amerika een sterke opleving van apologetiek, waarin nieuwe argumenten voor het christelijk geloof hand in hand gaan met een hergebruik van aloude godsbewijzen. Neem bijvoorbeeld het middeleeuwse argument van Thomas van Aquino: ‘Omdat alles een begin heeft, moet ook de wereld een begin hebben; dat begin is God’. Dit zogeheten kosmologische argument is in onze tijd door filosoof en theoloog Bill Craig nieuw leven ingeblazen met gebruikmaking van kennis uit de wetenschap en de wiskunde.

Relevantie
Het kan niet genoeg benadrukt worden hoe relevant apologetiek is voor onze tijd. In een tijd waarin waarheid als een relatief begrip wordt gezien, waar alle religies op één hoop worden gegooid en men het christendom als een achterhaalde mythe beschouwt, moet opnieuw duidelijk worden dat het evangelie de waarheid is. Apologetiek zou wel eens één van de belangrijkste gereedschappen kunnen blijken om het evangelie weer toegankelijk te maken voor de westerse mens. Misschien kan dit het beste geïllustreerd worden met een anecdote.

Onlangs werd ergens in Nederland een cursus gegeven voor mensen die enigermate geïnteresseerd waren in het christendom. Het was een experiment, omdat de cursus begon met een aantal moeilijke lessen over apologetische onderwerpen zoals: ‘Bestaat God wel?’, ‘Christendom en de wereldreligies’ en ‘Is het Nieuwe Testament wel betrouwbaar?’. Pas daarna kwam het evangelie aan bod. Hoewel velen in de groep aanvankelijk sceptisch waren, bleek na enkele lessen dat veel vooroordelen en verkeerde opvattingen verdwenen waren. Van de negen ongelovigen die de cursus bezochten, namen zeven een beslissing voor Christus. Boeiend was dat ook veel christenen aan de cursus deelnamen en enthousiast ontdekten dat hun geloof een goede onderbouwing kent.

En dat is misschien nog wel één van de belangrijkste zegeningen die apologetiek met zich meebrengt, dat gelovigen een redelijke onderbouwing krijgen voor hun geloof, zich gesterkt voelen en met nieuw elan getuigen van hun relatie met Jezus Christus. Deze relatie is, zo blijkt, niet een irrationele ‘leap of faith’ (geloofssprong) in het duister, maar wordt gevoed door een geloof dat een solide ondergrond heeft.

De toekomst van de kerk in het westen zal mede afhangen van haar vermogen om de waarheid van God te spreken in de taal van deze tijd. Mag de apologetiek haar bij deze taak helpen.

Saturday, January 3, 2009

Terugkijken om vooruit te kijken

Voor veel mensen is ‘Oud en Nieuw’ een moment om terug te blikken, te evalueren, te concluderen. De ‘achterwaartse contemplatie’ geeft maar al te vaak aanleiding tot een treurig gevoel. Zoveel dromen zijn (weer) niet uitgekomen, lofwaardige idealen zijn gestrand op de rotskust van realiteit, hoop heeft weer niet geleid tot vervulling van de diepste wensen. Ook kan het onbekende nieuwe van een nog identiteitsloos jaar angst inboezemen of een onuitsprekelijk heimweegevoel teweeg brengen. Ik kan me nog goed herinneren dat ik als tienjarige voor het eerst dat lege gevoel had van een betekenisloze toekomst waarin ik voor altijd de geborgenheid van de familiesfeer van de afgelopen kerst kwijt zou zijn.

Toch is dit niet de manier waarop de christen tegen het leven aan moet kijken. De profeet Jesaja zegt: ‘Denk niet aan hetgeen vroeger gebeurde en let niet op wat in vroegere tijden is geschied; zie Ik maak iets nieuws, nu zal het uitspruiten; zul je er geen acht op slaan?’ (Jes.43:18-19). God wil niet dat we verdrietig achterom kijken en stil bijven staan bij gebroken dromen en onvervulde verwachtingen. Wij moeten onze blik vooruit richten, zien op een toekomst die geheel in de handen van de levende God is. Wie zijn leven (inclusief de mislukkingen van het verleden) in de handen van deze God legt, mag weten dat het goed komt. Maar dan moet je daar wel een keuze voor maken ‘... zul je er geen acht op slaan?’ Wie met stil verdriet om het verleden rondloopt zal net als Maria van Magdalena vanwege betraande ogen niet in staat zijn de opgestane Heer te zien.

De toekomst is van God. En als we dan nog achteromkijken dan is het om de grote daden van God te gedenken. Net als de Joden de uittocht uit Egypte moesten gedenken en wij, christenen, de dood van de Heer moeten gedenken totdat Hij komt. Hij komt, want de toekomst is van Hem!

Eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu