Thursday, February 26, 2009

1+1=niets

Laatst keek ik op de site van een van een Nederlandse krant. Ik weet niet meer welke. Een zekere Hans had gereageerd op een column van een schrijver. De column doet er niet meer toe, maar Hans schreef iets geweldigs. Het ging ongeveer zo: 'Er zijn veel verschillende geloven. Ze beweren allemaal iets anders. Aangezien de meeste geloven niet de waarheid verkondigen, kunnen we veilig concluderen dat ze allemaal niet waar zijn'.

Ik zal niet gauw reageren op columns, maar deze kon ik natuurlijk niet links laten liggen. Laten we van de geloven eens verschillende mijnheren maken die wat zeggen. Mijnheer A zegt '1+1=1', meneer B zegt '1+1=2' en mijnheer C heeft '3' als uitkomst. Opeenvolgende mijnheren doen dit sommetje ook met telkens een hogere uitkomst.

Let op, nu treedt de beruchte conclusie van bovenstaande Hans in werking: Er zijn veel verschillende uitkomsten. Ze beweren allemaal iets anders. Aangezien de meeste uitkomsten niet waar zijn, kunnen we veilig concluderen dat ze allemaal fout zijn.

Het is veelbetekenend dat in onze geseculariseerde samenleving men op deze manier zonder probleem omgaat met vragen over zingeving, maar dit niet toepast op wiskundige of zintuigelijk waarneembare situaties. De impliciete aanname is dat (A) zingevingsvragen er niet toe doen en eigenlijk een doodlopende weg bieden, (B) zingevingsvragen op een of andere manier onttrokken zijn aan de logica, (C) het leven alleen gaat over het hier en het nu en dat er na het leven niets meer is.

Dit soort logica is pas doodlopend. Letterlijk. Wat we moeten zeggen is dit: Geloven formuleren antwoorden op de vraag naar zin en ultieme realiteit. Atheïsme en naturalisme doen dit ook. Ze beweren alle iets anders. Ze kunnen dus niet allemaal waar zijn. Dus concluderen we dat ze of allemaal niet waar zijn of dat er één waar is.

Ben ik even blij dat mijn geloof in het evangelie van Jezus Christus niet onlogisch is. Sterker nog, Jezus beweert dat Hij de personificatie van waarheid is (Joh 14:6). En, o ja, 1+1 is inderdaad 2.

Deze column is eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu

Wednesday, February 25, 2009

Nederland is zijn C-factor kwijt

In een artikel op de website van Reuters verscheen maandag een artikel waarin beweerd wordt dat Nederlanders in deze tijd van crisis terugvallen op de oude waarheden van het Calvinisme. In het artikel wordt het 500ste geboortejaar van Calvijn op één hoop gegooid met de huidige krediet crisis en Balkenendes oproep tot een normen en waardendebat waarbij de indruk ontstaat als zou er niet alleen een ruk naar rechts zijn, maar ook een religieuze herbezinning op het erfgoed van Calvijn.

Volgens is mij niets minder waar. Er wordt wel over Calvijn gesproken en geschreven. Trouw heeft zelfs een online Calvijntest om je calvinistische gehalte (c-factor) in beeld te brengen. Het is per slot van rekening niet niks dat hij 500 jaar geleden geboren werd. Het gesprek gaat echter in grote lijnen niet verder dan het bespreken van het sociologische en psychologische effect van de calvinistische leer op de Nederlandse samenleving.

Dan hebben we nog een normen en waardendebat . De commotie is al enige tijd achter de rug, maar wat mij bijstaat is dat het moedige morele appèl van Balkenende met gehoon en afkeur ontvangen werd. Voor moralisme hebben we toch geen calvinist nodig, zeker? Voor moralisme niet en zeker niet voor een religieus réveil.

Of de huidige curiositeit van een gereformeerde premier met een reformatorische partij in de coalitie een tijdelijke anomalie is, zal moeten blijken. We horen bij veel politici gepraat over luisteren naar de stem van het volk en het voeren van een zero-tolerance beleid. Dit staat echter ver van het 'Calvijnse' calvinisme. Het is ook geen ethisch réveil. Het is eerder goedkoop moralisme gevoed door xenofobie en de verharding van de samenleving. Men houdt zich bezig met het van bovenaf opleggen van regels om het gebrek aan innerlijk normbesef bij de Nederlander te compenseren.

Ik zie een Nederland dat los is geslagen van zijn morele basis, zijn c-factor kwijt is en niet wil luisteren naar de aloude stem van het evangelie. O Nederland, keer terug tot uw God.

Deze column is eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu

Monday, February 23, 2009

Blog attack

En daar gaan we weer. Ronde twee in de evolutiehype. We hebben de onzin van de one-liners in de nationale media net achter de rug en dan nu de anti-evolutiefolder. Je kon weten dat de folder van van Helden een reactie zou ontlokken. Ik heb er gewoon op zitten wachten. Nu is heel bloggend Nederland (GeenStijl, Sargasso, Flabber en GeenCommentaar) er zo'n beetje bovenop gedoken om van Helden te verketteren als iemand die in sprookjes gelooft en niet goed bij zijn verstand is. Wat zou moeten leiden tot een herbezinning op de als waarheid aangenomen evolutietheorie loopt nu uit op een antichristelijke demonstratie. Op z'n Geenstijls: 'Misschien moeten die christenen maar eens voor goed opgeruimd worden' (Ik doe even een voorzetje, want dit soort verhelderende reacties vind je altijd op geenstijl.nl).

Geenstijl bewijst niet alleen heel erg grofgebekt te zijn, maar werpt zich nu ook op als voorvechter van ongenuanceerdheid. Vooral niet nadenken jongens, dat doet pijn aan je hersenen en je mocht eens blijken in iets ongelijk te hebben. Nee, dat past niet bij deze zelfgenoegzame koningen van de ironie.

Aan de andere kant, als je op het populaire vlak zo'n moeilijk onderwerp aansnijdt dan kun je gedoe verwachten. Het gaat dan niet meer om het wegen van argumenten. Je krijgt dan de wind van voren. Ongenuanceerd, ongevoelig voor redelijkheid en vooral heel erg dom. Ook atheïsten zijn emotioneel verknocht en religieus overtuigd van hun geloof. Het is alleen een ander geloof: evolutie. Een ander soort sprookje zeg maar. En dat veel Nederlands liever in sprookjes geloven blijkt maar weer eens.

Ik stel als christen aan mijn mede-christenen deze vraag: Is het echt realistisch om te denken dat wanneer vrijwel heel de wetenschappelijke gemeenschap zijn ziel verkocht heeft aan een naturalistisch (er is geen God) wereldbeeld de 'gewone stervelingen' nog voor iets anders openstaan? Het is toch bekend dat wetenschappers door de meeste niet-wetenschappers in hun verlangen naar betekenis en zin beschouwd worden als priesters die middelaars zijn van een 'onbetwistbare' waarheid?

Daarom is creationisme niet bruikbaar voor evangelisatie. Veel mensen zijn er heilig van overtuigd dat de evolutietheorie een bewezen feit is. Men vindt de gedachte van het bestaan van God niet aannemelijk, niet plausibel. Filosofen zeggen dan: het maakt geen onderdeel uit van hun 'plausibiliteitsstructuur'. Daar doe je met een creationismefolder echt niets tegen hoor. (Over hoe dan wel, zie mijn andere artikelen m.b.t. evolutie.)

Wel vind ik Kees van Helden een moedig man. Hij is zijn naam waardig. Misschien is hij met zijn actie wel profetisch bezig geweest. Een profeet is een soort communale klokkenluider die namens God de mensen vertelt dat ze fout zitten. De tegenreactie laat maar weer eens zien dat veel mensen bij slechts maar een hint van God al gauw de oren dichtstoppen en gaan krijsen om het geluid te overstemmen. Ik sta dus tegelijk achter de actie. Laat dat duidelijk zijn.

Het evolutiedebat legt voor mij echter een dieperliggend probleem in de Kerk in het Westen bloot. We hebben geen adequaat christelijk wereldbeeld dat zijn mannetje weet te staan in de door de wetenschap gedomineerde issues. Of we weten het niet te communiceren.

Christenwetenschappers zouden meer moeten doen om wetenschappelijke argumenten in de handen van christenen te geven. Theologen moeten uit hun dogmatieke schuilhoeken komen, hun jargonmasker afzetten en meer werk gaan maken van natuurlijke theologie en christenen toerusten. Intermediaire kennis overdragen heet dat. 'Gewone' christenen moeten zich niet langer tevreden stellen met het eendimensionale 'hoe ik de Heer heb leren kennen', maar toegerust worden om hun geloof uit te dragen op een manier die past bij het denken in de Westerse beschaving. Evangelisatie moet veel meer een apologetisch karakter krijgen.

Dit kan alleen maar door de onzin van het religieus pluralisme, de waanzin van het moreel relativisme en de dogmatische houding van de wetenschap aan te tonen. We hebben een goed ontwikkeld christelijk wereldbeeld nodig dat antwoorden geeft op deze tijd. We hebben in het kort een intellectueel réveil nodig dat ingebed is in een krachtige transformerende werking van de Geest en het Woord van God.

Gelukkig zijn er ook nog andere mensen in Nederland dan de geenstijlmannetjes. Die willen best wel de waarheid horen, maar dan moet die goed gebracht worden. Wanneer pakken we dit eens effectief aan?

Friday, February 20, 2009

Rationalistisch of rationeel?

In zijn column op trouw.nl beweert Lodewijk Dros dat de oude opvatting van Knevel, nl. de letterlijke 6x24 uur interpretatie van Genesis, eigenlijk al het gelijk van Darwin bewees. Zijn argument hiervoor is, dat zowel de letterlijke interpretatie van de Bijbel (die leidt tot het creationistische model) als de evolutietheorie een gemeenschappelijke voorouder hebben in - nou komt het - het rationalisme van de Verlichting.

En weet je waarom? Een letterlijke interpretatie van de Bijbel is nl. een rationalistische interpretatie. Dus met andere woorden vóórdat het rationalisme ons verlichtte was er geen letterlijke interpretatie van de Heilige Schrift! Kom nou zeg. Dit toont toch wel een ernstig gebrek aan historische kennis, Lodewijk. Onze geliefde kerkvaders, de scholastici en de mannen van de Reformatie stonden over het algemeen voor een letterlijke interpretatie van Gods Woord. Zelfs een neoplatonist als Origenes leerde naast een allegorische interpretatie ook een letterlijke.

Het ergste is nog wel dat Dros termen door elkaar haalt: rationalisme en ratio. Iemand die rationalistisch denkt, gebruikt zijn ratio, maar dat wil niet zeggen dat wie het rationalisme niet aanhangt dus ook niet rationeel denkt. Of moeten wij geloven dat Plato en Aristoteles niet rationeel waren?

Waar Dros constateert dat wie 'de pro-creationismesites erop naleest, gefascineerd raakt door hun ongekend rationele inslag' wordt ik gefascineerd door zijn verbazing. Het christelijk geloof is door en door rationeel, d.w.z. dat het bestaat uit logisch samenhangende geloofspunten. Zaken die te maken hebben met godsopenbaring en bovennatuurlijke zaken hoeven niet irrationeel te zijn.

Eén ding is zeker bijbelgetrouwe gelovigen zullen nooit rationalistisch worden. Rationalisme beschouwt de menselijke rede als het objectieve en autonome ijkpunt van de werkelijkheid. Inmiddels zijn we samen met de atheïsten er wel achter gekomen dat dat niet werkt. Misschien is wat dat betreft de evolutietheorie wel veel te rationalistisch (én te weinig rationeel).

Thursday, February 19, 2009

Evolutie Confusie (III)

In deel III van 'Evolutie Confusie' trekken we enkele conclusies en proberen we een nuchter, logisch en gematigd doch tegelijk bijbelgetrouw standpunt in te nemen in het debat.

Wetenschap versus theologie

Wat te doen bij conflict tussen wetenschappelijk inzicht en theologische interpretatie? Is het niet vaak een soort angst die bij ons christenen leeft: 'Oei, de wetenschap haalt ons geloof in. Straks blijkt de Bijbel niet waar te zijn'.


  • Laten we beseffen dat zowel wetenschappelijke conclusies als theologische standpunten beide producten van het menselijk denken zijn. Ze zijn dus beide feilbaar.


  • Wanneer we in het geval van het evolutiedebat een patstelling tegenkomen is het goed afstand te nemen en de zaak te laten rusten tot voortschrijdend inzicht ons verder brengt. We denken wel na en doen verder onderzoek, maar stellen de conclusie nog even uit.


  • Wel moeten we ten allen tijde in ons standpunt het bijbelse getuigenis zwaar laten wegen, omdat het de openbaring van God is. Dat kunnen we weten, omdat er sterke filosofische argumenten vóór de God van de Bijbel zijn, omdat archeologisch en historisch onderzoek de betrouwbaarheid van de Bijbel onderstrepen, filosofische inzichten én omdat we het innerlijk getuigenis van de Heilige Geest bezitten.


Evolutie en schepping



Omdat we er in het evolutiedebat zowel qua wetenschap als exegese nog niet uit zijn moeten we enkele dingen goed ter harte nemen:


  • Er is geen absoluut dwingende reden om de dagen van Gen.1 letterlijk als 24 uur te beschouwen. Het is dan ook onterecht de mensen die niet langer in letterlijk 24 uur geloven te bestempelen als afvalligen, vrijzinnigen, mensen die het hele geloof aan de kant zetten. Dat verruwt het debat, antagoniseert en leidt tot veroordeling van broeders en zusters in Christus.


  • Christenen die geloven dat de evolutietheorie de ontwikkeling van de soorten verklaart, gaan verder dan de conclusie van de wetenschap rechtvaardigt. Ze zetten daarmee bovendien het beelddragerschap van de mens en de zondeval onder druk. Bovendien werpt het een nieuwe zowel theologische als wetenschappelijk-anthropologische vraag op: hoe is de mens aan zijn besef van absolute morele maatstaven gekomen?


  • We doen er goed aan om kosmologie los te koppelen van de ontstaansgeschiedenis van het leven op aarde. Het bijbels getuigenis biedt m.i. voldoende ruimte voor de Big Bangtheorie maar een stuk minder voor de evolutiegedachte. We moeten beseffen dat aanhangers van de Big Bang niet tegelijk evolutionisten hoeven te zijn.


De weg vooruit



We weten dus niet precies hoe God onze Schepper, de Maker van hemel en aarde, zijn schepping tot stand heeft laten komen. Is het gedurende miljarden jaren gebeurd? Hebben evolutionaire processen een rol gespeeld? Of is Genesis 1 toch letterlijk waar? Voorlopig moeten we de vragen open laten en ons afvragen hoe we hier in moeten staan. De weg vooruit wordt, denk ik, vergemakkelijkt door drie dingen die we in het oog moeten houden:


  • Het is misschien schrikken als ik het volgende stel: Wetenschappelijke inzichten kunnen uiteindelijk leiden tot een herinterpretatie van de Schrift. Daarmee bedoel ik niet dat we vaststaande waarheden opgeven, maar dat we bij onze exegese ruimte geven aan wetenschappelijke data. Die mogen meewegen. Een goed voorbeeld vinden we bij Galileo. Er was veel kerkelijke weerstand tegen zijn stelling dat de aarde rond de zon draait. Uiteindelijk heeft wetenschappelijke consensus op dit punt geleid tot een nieuw inzicht: De Schrift laat ruimte voor een heliocentrische interpretatie.


  • Theologisch vaststaande feiten geven we niet op. De mens blijft beeldrager van God, de zondeval is een historische gebeurtenis net zo goed als de maagdelijke geboorte van Jezus, zijn sterven en zijn opstanding uit de dood.


  • Verder dienen we te beseffen dat er maar één waarheid is. De waarheid van Gods Woord (bijzondere openbaring) sluit aan bij de waarheid van de wetenschap (algemene openbaring). Het kan niet zo zijn dat we in de wetenschap een andere waarheid ontdekken dan in de Bijbel. Het is God die de wereld geschapen heeft en het is dezelfde God die Zich geopenbaard heeft in de Schrift. Wij zouden dus zowel in de algemene als in de bijzondere openbaring dezelfde God tegen moeten komen. Als dit niet het geval is dan is óf onze wetenschappelijke conclusie onjuist óf de God van de Bijbel bestaat toch niet (en dat laatste is zeer onwaarschijnlijk gelet op de sterke filosofische argumenten voor het bestaan van God én het getuigenis van Geest. Maar dat is een ander verhaal). We kunnen dus niet beide waarheden los van elkaar zien en laten bestaan. Waar er een ogenschijnlijke discrepantie bestaat, toont dat ons gebrekkig inzicht. De God van de Bijbel is de God van deze wereld én dus de God van de wetenschap.


We leven op dit moment in een situatie waarin er nog geen consensus is bereikt over hoe de bijbelse gegevens te interpreteren op een manier die (a) recht doet aan de wetenschappelijke data en (b) recht doet aan de bijbel als Gods Woord. Dat is niet het begin van vrijzinnigheid, maar een erkenning van het tekort schieten van onze kennis.



Voor de vraag of God bestaat moeten we op dit moment niet bij het evolutiedebat zijn (hoewel het wel gevoerd moet worden). De klassieke apologetiek is met zijn filosofische argumenten en historische bewijzen voor de God van de Bijbel een betere en zeer hoopvolle plaats.

We moeten binnen en buiten het evolutiedebat in liefde de waarheid tot het uiterste verdedigen. Dat moeten we echter wel doen met het besef dat we als mensen een beperkt perspectief op de werkelijkheid en de geschiedenis hebben. We mogen hoe dan ook als verlosten, de Heer kennen, Hem vertrouwen en dienen.

Wednesday, February 18, 2009

Evolutie Confusie (II)

In onze vorige bijdrage hebben we geprobeerd om wat duidelijkheid te scheppen in de wirwar van elementen die samen dit debat ontoegankelijk maken. Laten we eens kijken naar bezwaren tegen de standpunten aan beide einden van het spectrum. We zullen zien dat zowel het strenge zes letterlijke dagen creationisme als het het godloochenende evolutionisme niet erg aantrekkelijke opties zijn.

6x24

We beginnen met het creationistische standpunt van zes keer 24 uur. Het valt op in de media dat mensen die vasthouden aan zes letterlijke dagen weliswaar zeggen dit te doen op basis van de bijbel, maar dit in werkelijkheid doen op basis van een specifieke interpretatie van de bijbel. Dit betekent twee dingen:

Hun standpunt wordt niet door de bijbel afgedwongen, maar door een eigen exegese. Binnen een bijbelgetrouw kader zijn ook andere interpretaties denkbaar. Het is dan ook verkeerd om mensen die dit standpunt niet huldigen te betichten van vrijzinnigheid. Daarmee worden andere christenen onnodig verketterd en wordt een eigen - menselijk feilbaar - standpunt verabsoluteerd.

Een andere exegese dan die zegt dat het in Genesis draait om 6 letterlijke dagen is mogelijk en zelfs wenselijk. Enkele redenen zijn:


  • Het woord 'dag' wordt gebruikt daar waar er nog niet sprake is van een door de zon afgebakende dag, omdat de zon op dat moment simpelweg nog niet bestaat. Dus hoe lang die eerste drie dagen ook geduurd hebben, het zijn en blijven drie heel bijzondere dagen die niet te vergelijken zijn met een dag zoals wij die nu kennen op aarde.


  • Het woord dag is de vertaling van het hebreeuwse 'yom' dat ook tijdperk kan betekenen. Als het elders in de bijbel tijdperk betekent waarom moeten we dan ineens vasthouden aan 24 uur in Genesis 1?


  • Biologisch en kosmologisch onderzoek heeft tot de conclusie geleid dat een letterlijke 24 uur per dag toch wel erg onwaarschijnlijk is. Is het een doodzonde als wetenschappelijke bevindingen leiden tot het inwisselen van een exegese waarvan men tot voor kort meende dat die bijbelgetrouw was voor een exegese waarvan men nog steeds vindt dat die bijbelgetrouw is maar die tevens recht doet aan de resultaten van de wetenschap? Volgens mij niet.


Puur toeval



Aan de andere kant van het spectrum vinden we het evolutionisme. niet slechts een wetenschappelijk standpunt, maar ten diepste een wereldbeschouwelijk bepaalde visie, nl. dat er geen God is die aan het begin van het leven staat en die de schepping draagt door zijn kracht. Evolutionisten menen niet alleen dat de wetenschap bewijst dat het leven vanzelf ontstaan is, het is voor hen ook van 'levensbelang' dat dit de uitkomst is van hun onderzoek, omdat ze er a prioi reeds vanuit gaan dat God niet bestaat. Ook de evolutionistische visie kent grote problemen:

Allereerst zijn er wetenschappelijke bezwaren tegen de evolutietheorie.


  • Hoe is het leven vanzelf ontstaan? Het is nog nooit in laboratoriumtesten gebeurd dat vanzelf leven ontstond. Er is een enorm grote kloof tussen de stoffen waarvan cellen gemaakt zijn en het genetisch materiaal dat uit deze stoffen bestaat.


  • Het entropisch principe dat stelt dat zonder ordenende invloed alles tot chaos verwordt, is juist een argument tegen de evolutietheorie. Hoe kan door toeval uit chaos complexiteit ontstaan?


  • Als het leven langs vele tussenstadia is ontwikkeld, zouden we in de fossiele resten die tussenvormen ook moeten vinden. Het enige dat we kunnen constateren echter zijn ‘missing links’ tussen de soorten die volgens de evolutietheorie aan elkaar verwant zouden zijn. Missing links, ofwel, gapende gaten van miljoenen jaren zonder tussenvormen.


Ook zijn er, ervan uitgaand dat de bijbel Gods Woord is, zwaarwegende theologische argumenten in te brengen tegen de evolutietheorie:




  • Als de mens inderdaad geëvolueerd zou zijn uit een voorouder die wij met de aap gemeenschappelijk hebben wat blijft er dan over van de nadrukkelijke scheiding tussen dier en mens in het scheppingsverhaal? In Genesis wordt er speciale aandacht besteed aan de schepping van de mens en wordt uitdrukkelijk vermeld dat de mens geschapen is naar het beeld van God. Ook krijgt de mens een gebod (regeren over de aarde). Adam wordt in de bijbel de zoon van God genoemd.


  • Dit gebod wordt later uitgebreid met een verbod. Het morele aspect van de mens als moreel verantwoordelijk tegenover de Schepper speelt vanaf het begin een essentiële rol. Wat blijft er over van deze morele verantwoordelijkheid als de mens langzaam geëvolueerd zou zijn? Zou er van de overgang tussen de ene vorm naar de andere ineens sprake zijn van morele verantwoordelijkheid?


  • Dit brengt ons bij een probleem dat daarbij hoort: de zondeval. De mens is moreel gevallen. Was het de mens of zijn directe voorouder die minder moreel besef had? Aanname van de evolutie van de mens leidt tot vernietiging van de mens als beelddrager Gods én tot ontkenning van de zondeval.


In de volgende en laatste bijdrage zullen we enkele conclusies trekken en proberen het debat in christelijke kring een positieve kant op te duwen.

Tuesday, February 17, 2009

Evolutie Confusie (I)

Zoals ik in een eerdere column al aangaf, is het evolutiedebat van generlei nut in de discussie over het wel of niet bestaan van God. In de media is dit debat de afgelopen weken ook nog eens verworden tot vermakelijk schouwspel van irrelevante christenen die elkaar in de haren zitten.

Daarom wil ik met drie bijdragen proberen enige duidelijkheid te verschaffen in de chaos door de knoop een beetje te ontwarren, voors en tegens van standpunten te bespreken en enkele conclusies te trekken die ons moeten helpen nuchter in dit debat te staan. We moeten eerst de knoop van het evolutiedebat uit elkaar halen.

De knoop ontwarren

Wie een beetje meeleest in diverse publicaties zal het niet ontgaan dat er heftig gereageerd wordt en dat mét de heftigheid de duidelijkheid verloren gaat. De tijd is voorbij dat het bijbelgetrouwe christendom één lijn trok als het ging om het scheppingsverhaal. Is er sprake van een toenemende vrijzinnigheid of leiden nieuwe wetenschappelijke inzichten tot een herbezinning op bijbelgetrouwe exegese?

Om hier duidelijkheid in te krijgen moeten we een aantal zaken lospeuteren van elkaar. Verschillende termen zitten in elkaar gerold als een bolletje wol. We komen in het verhitte debat de volgende misverstanden tegen.

1. Er schijnt maar één keuze gemaakt te kunnen worden. Óf voor een schepping in zes letterlijke dagen zonder evolutie óf voor een schepping mét evolutie die miljarden jaren duurde. Dit is een valse tegenstelling. Het is heel goed mogelijk om in een ontstaansgeschiedenis van het heelal van miljarden jaren te geloven zonder dat dit leidt tot een geloof in the evolutietheorie.

De evolutietheorie gaat namelijk over het ontstaan van het leven én de ontwikkeling van dat leven tot alle levensvormen op aarde. De ontstaansgeschiedenis van het heelal gaat over sterrenstelsels, sterren, zonnestelsels en planeten, niet over genetisch materiaal. Het gaat in principe om twee volledig gescheiden zaken: de Big Bangtheorie en de evolutietheorie.

2. Nu is er iets curieus met beide theorieën aan de hand. De evolutietheorie moet men aanhangen wil men niet gedwongen worden in God te geloven. Er zijn eenvoudigweg maar twee opties in deze. De Big Bangtheorie echter (de theorie dat het universum begon met een gigantische oerknal waarbij materie, ruimte en tijd uit het niets tot stand kwamen) is een theorie die wanneer men die aanhangt, zorgt voor lastige metafysische consequenties. Wie gelooft dat de Big Bang heeft plaats gevonden wordt tegen wil en dank eigenlijk geconfronteerd met het scheppingsmoment, creatio ex nihilo; God schiep uit het niets.

Dit besef is langzaam aan het doordringen bij kosmologen en astrofysici. Christenen zouden dus juist blij kunnen zijn met de ontdekking van de Big Bang in plaats van dat het angst aanjaagt of weerstand oproept.

3. Een volgende onduidelijkheid is dat in het evolutiedebat door voor- en tegenstanders twee soorten evolutie door elkaar worden gehaald: micro- en macroevolutie. De eerste vorm vindt plaats binnen een soort en is wetenschappelijk aangetoond. Elke levensvorm zit blijkbaar genetisch zodanig in elkaar dat variaties in genetisch bepaalde resultaten kunnen gaan domineren. Er is bij microevolutie geen sprake van het ontstaan van een nieuwe soort of toename in genetische complexiteit. Iemand heeft weleens geopperd dat God aanvankelijk maar zo’n 100 'basisdieren' heeft geschapen en dat de enorme biodiversiteit die we nu waarnemen toe te schrijven is aan microevolutie.

Onder macroevolutie wordt daarentegen de ontwikkeling van de ene soort naar een nieuwe soort verstaan. Deze overgang is wetenschappelijk echter nog nooit waargenomen en er zijn ook geen duidelijke voorbeelden van te vinden in de fossiele resten die we hebben.

Christenen kunnen dus van harte de microevolutie onderschrijven zonder in conflict te komen met welke theologische verworvenheid dan ook. Macroevolutie ligt echter veel gevoeliger. Er is geen wetenschappelijke noodzaak en op het oog weinig exegetische ruimte om die te accepteren.

4. Ook is het nodig onderscheid te maken tussen evolutionisme of evolutietheorie enerzijds en evolutie of algemene evolutie anderzijds. Verschillende mensen geven verschillende definities en die van mij zijn ook niet feilloos, maar het gaat wel om een essentieel onderscheid. In het algemeen kunnen we stellen dat evolutionisme en evolutietheorie slaan op de leer die zegt dat het leven spontaan ontstaan is en zich ontwikkeld heeft volgens de mechanismen van spontane mutatie en natuurlijke selectie. Evolutionisme is ideologisch van aard; ze gaat gepaard met naturalisme (de leer dat de werkelijkheid een gesloten systeem is zonder inmenging van buitenaf en een verklaring voor zichzefl biedt).

Het woord evolutie is veel algemener. (Het kan zelf slaan op elk proces waarin ontwikkeling waar is te nemen.) Christenen die aannemen dat God evolutieprocessen heeft gebruikt bij de ontwikkeling van het leven, zeggen daarmee dus nog niet dat ze ook geloven dat dat leven vanzelf ontstaan is. Iemand die gelooft in het bestaan van algemene evolutie hoeft nog niet een evolutionist te zijn. Evolutie en ideologie hoeven niet hand in hand te gaan.

5. Creationisten komen in soorten en maten. Er zijn jonge en oude aarde aarde creationisten. Jonge aarde creationisten geloven in een schepping van de aarde en het heelal in zes letterlijke dagen van 24 uur. Oude aarde creationisten aanvaarden de bevindingen van de wetenschap die stellen dat het heelal zo'n 13 miljard jaar oud is. Ze accepteren een leeftijd van de aarde van 5 miljard jaar. Zij zijn met dat standpunt nog niet ineens aanhangers van de evolutietheorie geworden.

6. Dan is er als laatste nog het onderscheid tussen creationisten en aanhangers van Intelligent Design. Puur gelet op de wetenschappelijke modellen zitten er haken en ogen aan zowel de evolutietheorie als het creationisme. Mensen die Intelligent Design voorstaan houden zich niet zozeer bezig met het verdedigen van of onderzoek naar een bepaalde creationistische theorie. Ze leggen nadruk op het feit dat hoe je het ook wendt of keert, de conclusie dat intelligent ontwerp aan de basis van het leven en kosmos ligt onontkoombaar is. ID-ers proberen dit niet in te passen in een creationistisch model, maar wijzen op de onmogelijkheid van een naturalistische verklaring van onze werkelijkheid. Ze laten daarbij veel vragen open, maar geven de evolutietheorie daarmee wel een gevoelige klap.

In een volgende bijdrage zullen we ingaan op bezwaren tegen de standpunten aan beide einden van het spectrum.

Monday, February 16, 2009

Quote van het jaar

Het nieuwe jaar is nog maar ruim een maand oud en ik ben de quote van het jaar tegengekomen. Ron Wood, lid van van de oudemannenband Rolling Stones (inmiddels is hij al in de 60), heeft een nieuwe vriendin van 20. Dat gebeurt wel vaker bij mannen die rusteloos op zoek zijn. 'I can't get no satisfaction' zongen ze in de jaren 60 en mogelijk is dat nog steeds het geval. In ieder geval moest Ron wel even zijn huwelijk van 23 'ditchen' om met zijn nieuwe vriendin te gaan hokken.

Aan de vriendin, Ekaterina Ivanova, werd gevraagd of zij nooit nadenkt over het feit dat haar nieuwe vriend zo ontzettend veel ouder is. 'Ik denk nooit aan de consequenties van wat ik doe', beweert ze. 'Het leven is veel te kort.' Juist ja. Is dit nu een goed voorbeeld van wat Psalm 90:12 bedoelt met 'Leer ons onze dagen te tellen'? Blijkbaar heeft Ivanova dit wel gedaan, want aan het feit dat het leven kort is - en dat mag een inzicht genoemd worden voor iemand van 20 jaar - koppelt zij een duidelijke conclusie: 'Ik denk niet na over de consequenties van wat ik doe'.

Het is deze gedachte die al door Epicureërs gepropageerd werd. Ook Epicurus had erover nagedacht en was tot de conclusie gekomen dat - juist omdat het leven kort is - je er maar beter van kunt genieten: Carpe Diem, pluk de dag. De moderne hedonistische mens heeft daar nog een dimensie aan toegevoegd: het leven is zinloos en daarna is alles voorbij. Daarom moet je in de korte tijd die je rest uit je dak gaan, feestbeesten, los gaan, zelfs als dat ten koste gaat van andere mensen.

De Bijbel leert dat dit een geweldig naïeve manier van denken is én een geheel verkeerde conclusie. Het is een weg die naar de dood voert. Niet zomaar een weg naar het einde van het leven, maar een die naar het eeuwige oordeel leidt. 'God leer ons onze dagen te tellen en te beseffen dat wij moreel verantwoordelijk zijn jegens U' (vgl. Prediker 12:14).

Wat zei ik, quote van het jaar? Misschien moeten we er maar quote van de maand van maken. Het leven is veel te kort.

Deze column is eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu

Wednesday, February 11, 2009

Een ander Boeddhabeeld

Overal zie je tegenwoordig boeddhabeelden. Bij het Grand Café op de hoek, in het winkelcentrum, bij de Xenos (vooral bij de Xenos), bij de buurvrouw thuis... Je ziet meer de kop met de krullen uit Thailand dan de dikbuikige en grijnzende Chinese variant. Boeddha is ontzettend populair. Boeddha staat symbool voor wellness, de trend in onze maatschappij om spiritualiteit te combineren met gematigd consumentisme, simplicity met zelfvertroetelende onthechting. Grote 'geestelijke leidsmannen' als Richard Gere en Steven Seagal helpen ons om te genieten van alles wat riekt naar Zen.

Binnenkort komt de Dalai Lama, voor velen de personificatie van vrede, tolerantie en naastenliefde, naar Nederland. Dan zullen we in ons bewolkte land kunnen baden in het hemelse zonlicht dat Boeddha vanuit het Nirwana over ons uitgiet.

Oeps. Daar zij ik iets wat zelfs volgens het Boeddhisme niet waar kan zijn. Boeddha bestaat niet meer. Niet dat hij ooit bestaan heeft; volgens de leer van Boeddha was hij net als ieder mens een illusie en bestond zijn verlichting hierin dat zijn wezen uitgeblust raakte. Dat is Nirwana: niet wellness, maar "non-ness", niet een verlichte ziel, maar een uitgebluste kaars.

Misschien is het nuttig om al die onzinnige merchandise en die irrationele postmoderne absorbering van het boeddhisme even van ons af te zetten om in te zien waar het hier echt om gaat: een ware boeddhist begeert begeerteloosheid (op zich al een contradictio in terminis) en streeft naar de opheffing van zichzelf. Het boeddhisme verkondigt een leer die zelfs door boeddhisten niet in de praktijk gebracht wordt. Velen van hen aanbidden 'goden', geloven in hemelse wezens (boddhisatva's) etc.

Kijk, dat levert een ander beeld op van de Boeddha. Zen mag dan symbool staan voor de kracht van eenvoud, maar is niets anders dan de overmacht van een peilloze leegte. In plaats van Zen moet je de Zoon hebben. Boeddha brengt annihilatie, Jezus geeft leven in overvloed.

Een verdere analyse van het Boeddhistisch wereldbeeld geef ik op mijn blog.

Monday, February 9, 2009

EOlutie

Het evolutiedebat kreeg de afgelopen week een onprettige wending. Wat mij tegen de borst stuitte, is dat de meeste aandacht niet uitging naar de argumenten van voor- en tegenstanders van de evolutietheorie, maar naar de mediahype rondom de klaarblijkelijke ommezwaai bij de Evangelische Omroep.

Met deze column wil ik geen oordeel uitspreken over het standpunt van de EO. Elders op mijn blog betoog ik overigens wel dat het evolutiedebat een doodlopende straat is en vooral geen positieve bijdrage zal leveren aan de argumenten voor of tegen het bestaan van God. Mijn kritiek uit zich echter op de bereidheid van de verschillende partijen om zich op de nationale tv te kijk te laten zetten.

In de eerste plaats verbaasde mij de ondertekening die Andries Knevel vorige week deed ten gunste van de evolutietheorie. Hij doet afstand van Intelligent Design, zegt hij, maar gelooft nog van harte in God als Schepper van hemel en aarde. Zo? Echt? Dan kan ik maar twee mogelijke conclusies trekken uit Knevels statement. Aangezien volgens Knevel de schepping geen blijk geeft van intelligent ontwerp, is óf de Schepper niet intelligent óf heeft de Schepper zich doelbewust onthouden van enige intelligentie in de schepping waaardoor Knevels geloof in de Schepper een ongefundeerde sprong in het duister is. Knevel zal zijn uitspraak waarschijnlijk best wel kunnen nuanceren, maar de idioterie van het medium tv geeft hem net genoeg ruimte voor het plaatsen van een on-liner die kant noch wal raakt (plus een handetekening). Tot overmaat van ramp stemde Knevel in met de statement dat 'wetenschap en geloof beide hun eigen waarheid hebben'. Aha verschillende waarheden die elkaar tegenspreken, maar toch allebei waar zijn? Alsjeblieft zeg.

Erger werd het tijdens de uitzending van 'De wereld Draait door', vorige week. Daar moest het EO-standpunt zo nodig vertegenwoordigd worden door een niet terzake kundig ex-model en kwam een ex-EO-directeur om in naam van het evangelie de EO af te danken. Sterk getuigenis zeg. Goede bijdrage om aan te tonen dat God bestaat... DJ, Erik de Zwart, die er ook was, gaf op de valreep mooi de ironische stemming weer die in de zaal heerste: "Ik vind het wel amusant om dit gesprek aan te horen; ieder zijn geloof. Ik geloof in (de modeltreinen van) Märklin". Gegniffel. Einde uitzending.

Het is goed bedoeld van de betrokkenen en er wordt in programma's van de EO heus wel ruimte en aandacht gegeven aan diepte in het debat. We moeten echter de beperktheid van een medium als de tv en de bedoelingen van de programmamakers goed in de gaten houden. Als christenen zich laten verleiden tot haarkloverij op het nationaal podium lijkt de tv een goed geëvolueerde apekooi te worden waar 'die domme en irrelevante christenen' hun apekunstjes vertonen tot vermaak van alleman.

Aangezien wij niet van de apen afstammen laten we dat dan ook tonen door in wijsheid niet mee te doen aan de onzin van de tv: ongenuanceerde one-liners, als christenen elkaar in de haren vliegen, opdraven om braaf de rest van Nederland te amuseren. Daar is ons evangelie te kostbaar voor. De waarheid zal namelijk nooit bepaald worden door een geamuseerde meerderheid in een tv-show.

Ieder zijn ding?

Op nu.nl was vorige week te lezen dat de rechter in Californië een christelijke school in het gelijk had gesteld vanwege de schorsing van twee meiden die openlijk een lesbische relatie hebben. De advocaat van de twee dames overweegt in beroep te gaan. Nu.nl schrijft: 'Volgens [de advocaat] is de uitspraak "zeer verontrustend" omdat die scholen de mogelijkheid zou bieden om iedereen te discrimineren, zolang ze zich maar op religieuze gronden zouden beroepen.'

Ja natuurlijk, hoe is het toch mogelijk dat een christelijke school zo'n immorele misstap begaat? Schande is het. Heeft niet ieder mens het 'onvervreembare recht' om zichzelf te zijn en dat te uiten? Als het niet te bijbls zou klinken zou deze advocaat misschien nog wel het woord 'zonde' in de mond willen nemen. Nee, bah, met die christenen willen ze niet geassocieerd worden.
Maar wacht eens. Stel nu dat het niet om een lesbisch stel ging, maar er een pedofiele leraar een relatie aanknoopte met een 13 jarige studente? Mag er dan ook niet gediscrimineerd worden? Of - we maken het nog een beetje gekker - er onstaat een clubje hard-core naturisten op die school en ze willen perse altijd naakt naar school gaan (het is warm in Californië)? Zou de advocaat ook voor die mensen in de bres willen springen of heeft hij dan ineens bepaalde 'gronden waarop hij zich kan beroepen'? Zijn dat dan ook religieuze gronden of zijn dat dan ineens objectieve gronden?

Wie discrimineert er eigenlijk? De school die op grond van haar levensovertuiging van de school zulke relaties niet tolereert of de meiden die op grond van hún levensovertuiging de ethische normen van de school met voeten treedt?
Zo maar een paar vragen. Retorische vragen. Dit is de chaos waar we in terecht komen als we niet langer vasthouden aan een buiten de mens staande morele standaard, die onwrikbaar ons leven regeert. De seculiere maatschappij probeert een evenwicht te vinden tussen individuele zelfexpressie en het gemene goed, maar zal daar niet in slagen.

Goeie rechter daar in Californië. Ik vraag me af hoe vergelijkbare toekomstige incidenten in Nederland zullen uitpakken.

Deze column is eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu

Friday, February 6, 2009

Ongewenst

Stichting Schreeuw om Leven heeft enige tijd geleden het plan opgevat om overal in Nederland plastic replica's te verspreiden van een feutus van 10 weken oud. Dit om duidelijk te maken hoe volgroeid ongeboren kinderen al zijn op deze leeftijd; een leeftijd die geen belemmering vormt voor een als noodzakelijk beschouwde abortus.

Je kunt het nut van zo'n actie altijd betwijfelen, maar tegenstanders van abortus in de Tweede Kamer zorgen er nu toch ongewild voor dat er iets interessants gebeurt. Enkele PvdA leden wilden vragen stellen n.a.v. deze aangekondigde actie. Om de bedoeling te verduidelijken stuurde Schreeuw om Leven diezelfde feutuspoppetjes met begeleidende informatie naar alle parlementsleden. Nu blijkt dat de postkamer niet van zins is de gevulde enveloppen in de postvakken van de parlementsleden te leggen. Of Schreeuw om Leven ze nog terug wil hebben anders worden ze geaborteerd, uh, weggegooid.

Als ik voor abortus was en me als geconditioneerde westerling ook kapot irriteerde aan die irritante pro-life lobby zou ik hetzelfde doen. Ik wil er dan niet aan herinnerd worden dat weerloze levende wezentjes in naam van de vrijheid kapotgeknipt worden omdat het mamma niet uitkomt. Ik wil dan ook mijn volksvertegenwoordigers beschermen tegen die opdringerige mensen die telkens zo plastisch blijven doen over een 'snelle medische ingreep'.

Onwillekeurig moet ik denken aan de schriftgeleerden die schreeuwend hun oren dichtstopten toen Stefanus, de eerste christelijke martelaar, zijn visioen van God beschreef [Acts 7:57] om hem vervolgens te stenigen. 'Jeruzalem dat de profeten doodt en stenigt wie tot u gezonden worden...'

Nee, nee, ik weet het, zo ver is het nog niet. Deze onschuldige vorm van geïrriteerde censuur toont echter wel dat deze stem die opkomt voor het ongeboren leven als volkomen irrelevant wordt gezien en eigenlijk geen bestaansrecht meer heeft. Als het mogelijk was zou de wetgever er een stokje voor steken. Ongewenst, net als die ongewenste zwangerschappen.

Deze column is eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu

Thursday, February 5, 2009

Het evolutiedebat loopt dood

Het feit dat Darwin 200 jaar geleden geboren is aanleiding voor publicaties en aandacht in de media. Darwin gaf de atheïsten eindelijk een stok in handen om de God van de christenen de deur uit te jagen. De evolutietheorie zou een verklaring bieden voor het onstaan van het leven op aarde. God was eindelijk zijn laatste strohalm ontnoemen. Doei God.

Het evolutiedebat wordt gekenmerkt door een enorme verwarring. Evolutie zou een wetenschappelijk bewezen feit zijn. Evolutie en big-bang kosmologie worden door elkaar gehaald, net als jonge- en oude aarde creationisten en micro- en macro-evolutie. Wie niet in een schepping van zes dagen gelooft, verwerpt daarmee de goddelijke inspiratie van Genesis, etc., etc.

De ergste misvatting die bij zowel voor- als tegenstanders bestaat, is wel de impliciete aanname dat wanneer de evolutietheorie aan kracht wint, daarmee het bestaan van God op losse schroeven komt te staan.

Dit debat zal nog wel even doorgaan. De evolutietheorie is een wetenschappelijke theorie. Wetenschappelijke inzichten en theorieën veranderen. Ze leveren daarom geen goed fundament op voor vaststaande uitspraken over het wel of niet bestaan van God. Daar komt nog bij dat een groot deel van de wetenschappers heilig gelooft in het evolutionisme. Dit heeft grote invloed op hun conclusies.

We kunnen daarom beter ons heil zoeken in de klassieke apologetiek die in de afgelopen decennia een enorme opleving heeft doorgemaakt. Die is filosofisch van aard en niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Argumenten vóór het bestaan van God zijn zo overtuigend dat zelfs een doorgewinterde atheïst als Anthony Flew nu erkent dat er een God moet bestaan. Luister naar de argumenten van William Lane Craig en Alvin Plantinga en besef dat aan Gods vermeende strohalm juist het atheïsme zieltogend aan het bungelen is. Doei atheïsme.

Al blijkt het 10 keer waar te zijn dat evolutie een rol speelt in het ontstaan van de soorten, dan zegt dat filosofisch gezien niets over het bestaan van God. Ouweneel noemt zich niet voor niets een onstaansagnost. Ik was met een minder sjiek woord al tot dezelfde conclusie gekomen. Het evolutiedebat leidt wat mij beftreft tot een stagnatie van het echte gesprek dat gevoerd moet worden: Bestaat God? Volgens mij wel.

Wednesday, February 4, 2009

Uitgeblust verlangen

Overal zie je tegenwoordig boeddhabeelden. Bij het Grand Café op de hoek, in het winkelcentrum, bij de Xenos (vooral bij de Xenos), bij de buurvrouw thuis... Je ziet meer de kop met de krullen uit Thailand dan de dikbuikige en grijnzende Chinese variant. Boeddha is ontzettend populair. Boeddha staat symbool voor wellness, de trend in onze maatschappij om spiritualiteit te combineren met gematigd consumentisme, simplicity met zelfvertroetelende onthechting. Grote 'geestelijke leidsmannen' als Richard Gere en Steven Seagal helpen ons om te genieten van alles wat riekt naar Zen.

Hoe gerechtvaardigd is deze passie voor Boeddha, deze begeerte naar deze Oosterse maar tevens atheïstische spiritualiteit? Elders schreef ik over de drievoudige eis waaraan een wereldbeeld dient te voldoen om levensvatbaar te zijn: (a) innerlijke coherentie, (b) overeenstemming met de realiteit, (c) leefbaarheid in de praktijk van alledag. Wat blijft er over van het postmoderne en irrationalistische enthousiasme na het uitvoeren van deze test? Niet veel in mijn ogen.

Een wereldbeeld moet dus innerlijk coherent zijn. Hoe zit dat met het Boeddhisme? Boeddha's fundamentele inzicht is dat al het lijden onstaat uit begeerte. Wanneer het begeren ophoudt is daarmee het lijden ten einde. Hoe realistisch is het om begeerteloosheid als doel te stellen van het leven? Raakt een boeddhist niet al gelijk in de knoop wanneer hij begeert begeerteloosheid te bereiken? Het doel moet nagestreefd worden met het tegenovergestelde van het doel. Het doel houdt op doel te zijn wanneer het doel doelloosheid is. Hoe kan de weg naar de bergtop alleen maar omlaag voeren? Op dit punt is het boeddhisme met zichzelf in tegenspraak. Verschillende onderdelen van het boeddhistische wereldbeeld zijn hier met elkaar in conflict. Begeerte is noodzakelijk om niet-begeerte te bereiken.

In de tweede plaats moet een wereldbeeld overeenstemmen met de realiteit. De Oosterse religies die in India onstaan zijn, boeddhisme en hindoeïsme, staan voor een radicale interpretatie van de werkelijkheid. Het hindoeïsme leert dat alles goddelijk is, dat de materiële werkelijkheid een emanatie is van het goddelijke, terwijl het boeddhisme het bestaan van het goddelijke totaal negeert. Beide godsdiensten beschouwen de werkelijkheid echter als een illusie. Een deel van de nagestreefde verlossing bestaat hierin dat men tot dit inzicht komt. Het boeddhisme gaat hierin nog wel het verst. De ultieme realiteit is dat er niets is. Wat wij als realiteit ervaren is slechts schijn. Het is het goed recht van de boeddhist om dit te vinden, maar is het realistisch om dit aan te nemen? Welke gronden zijn er om te geloven dat dit werkelijk zo is? De materiële werkelijkheid is er toch maar, onze gevoelens als liefde, zorg meedogen etc. zijn er toch maar. Welke grond is er om dit alles te ontkennen? Het boeddhisme leert iets wat zo ontzettend radicaal anders is dan onze intuïtie en onze zintuigen ons vertellen.

De derde test is die van de leefbaarheid van het wereldbeeld. Volgelingen van de Boeddha komen daar in de praktijk in botsing met de radicale opvattingen van het boeddhisme. Stoppen met begeren? Inzien dat het individu net meer is dan illusore verzameling onderdelen? De staat van uitgeblustheid zoeken? Is het antwoord op het lijden in het menselijk bestaan werkelijk het lijden te ontdóen van zijn bestaan zodat ook het lijden niet langer bestaat?

Het is geen wonder dat naast het Theravada, het meer radicale en 'orthodoxe' Boeddhisme, een veel bredere stroming ontstond van het Mahayana Boeddhisme waarin godenbeelden aanbeden worden en het geloof bestaat in Boddhisatva's (halfverlichte geestelijke wezens die de mens komen helpen op zijn weg naar verlichting). Boeddhisme is veelal verzand in een typische religie van goede werken.

Boeddha was radicaal in zijn opvatting en levenspraktijk, tenminste, als de overlevering over hem historisch juist is. Wij kunnen daar bewondering voor hebben. Het is wat dat betreft dan ook niet vreemd dat in ons welvarende en materialisiische Westen interesse bestaat voor de eenvoud, de deugd en transcedente gerichtheid van het Boeddhisme. Maar in zijn postmoderne eclectische flirt met het Boeddhisme gaat de westerse mens voorbij aan de elementaire tegenstrijdigheid van begeerteloosheid via begeerte én de onleefbaarheid van het boeddhistische wereldbeeld waarvan de Boeddhisten in hun levenspraktijk al eeuwenlang getuige zijn.

Er was eens een boeddhistische dichter, Kobayashi Issa (1762 -1827), die zijn twee kinderen verloor. Hij was gebroken en vroeg een boeddhistische leraar om raad. Die kon hem alleen troosten met de mededeling dat alle dingen, ook zijn twee kinderen, illusie waren. Hij schreef een haiku (Japanse dichtvorm) waarin hij zijn twijfel niet kon onderdrukken:

The world of dew --
a world of dew it is indeed,
And yet, and yet . . .

Alles is illusie. En toch, en toch...

. . . en toch is het onmogelijk om daarbij te leven en daar troost uit te putten.

Het is weer raak!

Het is weer eens een keer goed raak. Een man heeft in Wilmington vlakbij Los Angeles zijn hele gezin doodgeschoten. We huiveren bij het zien van de duistere kant van onze medemens en eigenlijk onszelf: 'Zou ik tot zoiets in staat zijn?'

Het probleem doet zich niet alleen voor in Amerika waar Pistolen Pauljte nog gemakkelijk aan een schietijzer kan komen. Ook hier spelen zich lugubere taferelen af (Dendermonde vorige week, Finland '07 etc.). In Nederland hebben we zelfs moeders die hun kinderen van kant maken en in de tuin begraven.

Is de oplossing te vinden in strengere wetten t.a.v. het bezit van vuurwapens? Het zal ongetwijfeld helpen, maar is vuurwapenbezit het probleem? Met al die 'rare' mensen die van die 'rare' dingen doen is altijd wel iets anders aan de hand. Soms staan ze bekend als labiel, soms slaan ze plots door bij iets 'ergs' als het verlies van een baan of vermeend overspel. Soms speelt een broeierige frustratie jegens de medemens gevoed door morbide muziek of film (denk aan Columbine Highschool) een grote rol.

Restrictieve wetten, zoals het beperken van vuurwapenbezit, en repressieve maatregelen, zoals harder straffen, kunnen ogenschijnlijk een oplossing voor het probleem bieden. Uiteindelijk verhullen ze echter een dieperliggend en groeiend probleem.

De westerse mens wordt onder invloed van secularisatie en individualisering steeds verder losgeweekt uit zijn sociale structuren die vastigheid boden. Hij wordt losgewrikt van zijn fundament van vaststaande waarden en normen. De excessen houden onze cultuur een spiegel voor van een toekomstig zelfbeeld.

Aan de randen zien we onze beschaving afbrokkelen. We ontkennen de symptomen echter en denken het probleem op te lossen door de brokstukken als incidentele miskleunen te beschouwen en heilig te geloven in ons eigen vermogen onszelf tot norm te zijn. Straks is is er nog een dicatuur nodig om een op grote schaal losgeslagen mensheid in toom te houden, zou je bijna denken.

Tenzij de mens opnieuw een intrinsieke en onvervreembare normering hervindt. Intrinsiek, omdat het van binnenuit moet komen, uit het hart en niet van buiten opgelegd. Onvervreembaar, omdat het niet een normering mag zijn die cultureel bepaald is, maar universeel geldig is voor alle mensen van alle tijden. Een bijbels perspectief biedt ons beide: God als objectieve boven de mens staande morele wetgever, die tegelijk deze wet op ons hart schrijft zodat we die wet van binnenuit willen en kunnen doen.

Deze column is eerder gepubliceerd op opiniesite Habakuk.nu