Monday, December 29, 2008

De vallende torens

Ergens in de herfst van 2007 had ik een droom. Ik stond met mijn vrouw en dochter in een bekende straat in mijn geboortestad in het Zuiden van Nederland. Naast mij zag ik een heel hoge stellage staan waar bouwlieden aan het werk waren aan wat een heel hoog gebouw bleek te zijn.

Plotseling gebeurde er iets vreselijks. De stellage stortte in, de werklui vielen naar beneden en vervolgens stortte het hele gebouw met een donderend geraas in elkaar. Ik zag mannen door brokstukken verpletterd worden. En terwijl ik met beschermende handen mijn vrouw en dochter naar achteren duwde met het besef dat ik hen dringend in veiligheid moest brengen, viel het hoge gebouw naar voren. Het raakte het gebouw aan de overkant van de straat. Tot mijn verbijstering bleef het daar niet bij. Nee, dit gebouw viel naar links en raakte het pand ernaast.

Ook dit gebouw begon te vallen. En nu, vanuit een veel hoger gelegen perspectief dat trouwens niet meer uitkeek over mijn geboortestad, maar een of andere wereldstad, zag ik steeds meer gebouwen omgaan. De wereld stortte in. Het laatste dat ik me van mijn droom kan herinneren was het besef dat ineens tot me doordrong dat dit het oordeel van God over de mensheid was. Toen werd ik wakker.

Onlangs moest ik weer aan deze droom denken. Tot mijn verbazing (want ik ben geen ‘dromendromer’) besefte ik dat deze droom bezig is uit te komen. Wat vorig jaar als een lokale creditcrisis begon die de huizenmarkt in de Verenigde Staten trof is uitgegroeid tot een wereldwijde dominogolf waarvan het einde nog lang niet in zicht is.

Friday, December 26, 2008

De twee Maria's

Na een lange uitputtende dag komt een vrouw aan in Bethlehem. Ze heet Maria. Ze is erg moe... en U denkt dat u de rest van het verhaal kent. Maar dan hebt u het mis. De Maria die ik bedoel leefde zo'n 1100 voor Christus. Ze was niet jong, niet blij en ook niet in blijde verwachting.

Ze was enkele decennia eerder vertrokken uit Bethlehem met man en twee zoons. Nu keerde ze terug met lege handen: weduwe, moeder van twee gestorven zoons met één overgebleven schoondochter die een niet-Jood was. Ze wilde daarom Mara of Maria (want dat betekent bitterheid) genoemd worden.

De verschillen tussen deze Maria en die van het kerstverhaal kunnen bijna niet groter zijn. De ene kwam leeg terug in Bethlehem, de ander 'vol' (want zwanger). De één had alles verloren, de ander had alles te verliezen. De ene stond aan het eind van een lange (levens)reis, de ander aan het begin ervan. De ene Maria was gedesillusioneerd, de ander zwanger van de hoop voor deze wereld.

En toch zijn deze twee vrouwen op een bijzondere wijze met elkaar verbonden. Dat blijkt weer uit de overeenkomsten: Beide vrouwen komen aan het begin van 'hun' verhaal in Bethlehem aan (de eerste in Ruth, de tweede in de Evangeliën). Voor beiden speelt de naam Bethlehem een grote rol. Bethlehem betekent: 'huis van brood'. De eerste Maria moest het 'huis van brood' ontvluchten, omdat er hongersnood was. De tweede Maria zou in het 'huis van brood' het 'Brood van het Leven', Jezus Christus, baren. Voor beiden is eigenlijk geen plaats. Voor de een was geen plaats meer in het leven, voor de ander geen plaats voor het nieuwe leven in haar, dat later bekend zou worden als het 'Leven van de wereld'. Verder nemen beide vrouwen een plaats in in het voorgeslacht van de Messias.

De vrouwen gaan beiden een andere weg, maar komen uiteindelijk op hetzelfde punt uit: in Bethlehem mogen zij een schakel zijn in de komst van Jezus de Messias. Uit de tweede Maria wordt Jezus geboren, die later zou leren dat de mens niet alleen van brood zal leven, dat Hijzelf het Brood is dat uit de hemel neerdaalt, het Brood van het Leven, het Brood, zijn lichaam, dat verbroken wordt voor het heil van de mensheid.

En dan die eerste Maria. Zij zoekt vanwege de honger in het land samen met haar gezin het heil bij de Moabieten. Dat is buiten Gods volk, buiten Gods verbond, buiten Gods beloften. Dit mislukt. Ze verliest alles. Wanneer ze terugkomt in Bethlehem is haar situatie erger dan de honger die ze vroeger leed. Gelukkig komt door Gods genade alles goed (lees Ruth maar) en komt haar leven in teken te staan van de grootste hoop aller tijden (als voorouder Messias).

Ik zie een mensheid die net als de eerste Maria, weg bij God vandaan om de honger van de buik te stillen, de lust van het oog, elke materiële begeerte. De mensheid is berooid van idealen en betekenis, hoop, zin van het leven. Mensen pretenderen gelukkig te zijn met de eindige dingen die ze hebben, maar ieder weet dat er en einde aan alles komt.

Wat we werkelijk moeten doen is terugkomen bij de kribbe in Bethlehem om het Brood uit de hemel tot ons te nemen om zo de eeuwige God te leren kennen en zijn leven te ontvangen: antwoorden om de diepste vragen van onze ziel, verzadiging van de diepe behoefte naar zin, geborgenheid en betekenis.

Tuesday, December 16, 2008

Reclame, een aanklacht

Reclame is niets anders dan de zelf-rechtvaardiging van immoraliteit in de naam van economisch gewin. We zijn allemaal grootgebracht met een zeker gevoel voor netheid, een bepaalde mate van verlegenheid een ingeboren moreel besef. Reclame niet.

1. Er is ons geleerd om altruïstisch te zijn en onze naaste lief te hebben als onszelf. Reclame is egoïstisch. Haar enige bestaansrecht is om voor zichzelf te spreken en daarmee egoïsme en hebzucht in de mens aan te wakkeren. Reclame stimuleert ons onszelf beter en meer te beminnen dan Narcissus zichzelf ooit gedaan heeft.

2. Er is ons verteld dat we de waarheid moeten spreken. Reclame heeft het vertellen van leugens tot de hoogste deugd verheven. De leugen is het middel bij uitstek dat reclame gebruikt om mensen van de vermeende superioriteit van een product te overtuigen. Reclame zegt dat geld macht betekent om te beïnvloeden zodat elke leugen als waarheid gepresenteerd kan worden.

3. Er is ons verteld dat we tevreden moeten zijn met wat we hebben. Reclame leert ons dat we meer moeten willen van hetzelfde, omdat we het waard zijn. Reclame vergroot het marktaandeel ten koste van de ander: 'Ik moet meer, ook al moet jij het dan met minder stellen'.

4. Er is ons verteld dat we anderen moeten behandelen zoals we zelf behandeld willen worden. Reclame leert ons eerst onze beurs te legen ten behoeve van onszelf. 'Shop till you drop' en totdat er niets meer over is voor iemand in nood. Reclame zegt: 'doe eerst aan uzelf, wat u ten behoeve van anderen gedaan zou kunnen hebben'.

5. Er is ons verteld ingetogen en bescheiden te zijn; dat spreken zilver, maar zwijgen goud is. Reclame loopt met zichzelf te koop en schreeuwt van de daken dat ze het beste in huis heeft. Reclame braakt haar boodschap ongevraagd de media in tot het ieders neus uitkomt.

6. We hebben geleerd dat geld de wortel van elk kwaad is. Reclame leert ons dat het de bron en het begin is van waar levensgeluk.

7. Er is ons geleerd om onze dagen te tellen en ons bewust te zijn van onze eindigheid. Reclame belooft ons oneindige materiële voorspoed in een oceaan van consumeringsdrang.

8. Ons is bijgebracht dat het moreel juist is om moreel te handelen. Volgens reclame is er maar één gouden regel: commerciële winst boeken tegen elke prijs. Zelfs als dat betekent dat de wereld als een kaars opbrandt.

Reclame, alles gelooft zij, alles belooft zij, elke liefde dooft zij, elke beurs berooft zij. Zij verkondigt alles wat onze lusten bevredigt, dooft alles wat tot eer van onze Schepper en zegen van onze naaste zou kunnen dienen. Reclame is een grote hoer die voor elke winst haar eer te grabbel gooit en dronken wordt van het bloed van de armen.

Monday, December 15, 2008

Euthanasie, de grote gok

Euthanasie is de afgelopen weken in het nieuws geweest n.a.v. twee internationale gebeurtenissen die volledig losstaan van elkaar, maar wel de moeite waard zijn om onder de loep te nemen. Vorige week werd op de Britse zender Sky een video vertoond waarin een man met een ernstige spierziekte in een kliniek in Zwitserland een drankje nam en vervolgens doodging. Wij zijn in Nederland inmiddels 'gewend' aan euthanasie. Het is een verworven recht. Commerciële belangen zijn zoals altijd natuurlijk zwaarwegend genoeg om een nieuw taboe te doorbreken: het live vertonen van iemands zelfmoord. Daar hebben we allang geen avant garde meer voor nodig.

Het tweede incident vond plaats in Luxemburg, waar de groothertog zijn wetbekrachtigende macht is ontnomen omdat hij voorafgaand aan de behandeling van een wet, die euthanasie zou moeten vergemakkelijken, had aangegeven deze wet niet te willen ondertekenen. Het NOS Journaal merkte op dat de groothertog blijkbaar niet in staat was geweest om zijn geloof van politiek te scheiden. Natuurlijk zijn het alleen christenen die geloof en politiek moeten loskoppelen. Humanistische wetgevers die hun euthanasie stimulerende agenda door willen voeren hoeven uiteraard geen duimbreed te wijken. Zij geloven immers niet, hun uitgangspunten t.a.v. euthanasie zijn objectief, wetenschappelijk en ontdaan van confessionele vertroebeling. Gelukkig was het NOS Journaal scherpzinnig genoeg geweest om snel nog een stukje opinie door de mazen van het net van de objectieve berichtgeving te laten glippen.

Hoezo gelukkige dood?
Terug naar de euthanasie. Het woord betekent 'zachte' dood. Maar wat wordt daar mee bedoeld? Wat weten wij van de dood af? We kunnen spreken over het uitvallen van lichaamsfuncties, het klinisch dood zijn van een mens, constateren dat iemand hersendood is. Maar niemand weet wat doodgaan is, laat staan wat de definitie is van een 'zachte' dood. We kunnen er misschien voor zorgen dat de stervende zodanig gedrogeerd is dat het uitvallen van lichaamsfuncties geen constateerbare hersengolven tot gevolg heeft die zouden kunnen duiden op pijn. Maar is dat 'zacht' doodgaan?

We kunnen verder gaan. Euthanasie is niet veel meer dan een eufemisme voor een voortijdige en onnatuurlijke dood waar een mens zelf voor gekozen heeft. Misschien is het een dood zonder aantoonbare lichamelijke pijn, maar of die dood daarmee dan 'eu' (d.w.z. 'gelukkig') wordt, is maar de vraag. Deze dood zou alleen maar gelukkig zijn wanneer een aantal aannames waar zouden zijn: (a) de mens is niet meer dan de som van zijn lichamelijke delen, (b) er is geen leven na de dood, (c) er is geen verantwoording na de dood over het leven dat men geleefd heeft. Zodra maar één van deze aannames niet plausibel is, kunnen wij al niet meer met een gerust hart spreken van een zachte dood. En omdat het niet meer dan aannames zijn (dus niet bewezen vooronderstellingen), kunnen wij so wie so niet spreken over euthanasie. Het enge is dat zo'n beetje iedereen in het Westen heel hart schreeuwt dat euthanasie goed is en dat het een fundamenteel recht is van ieder mens.

Durft niemand dan eens goed naar die aannames te kijken? Hoe komt het dat zovelen bereid zijn hun leven te wagen voor zo'n onwaarschijnlijke gok? Want dat is het een grote gok waarbij men zijn leven inzet met een reële kans de eeuwigheid te verspelen.
De basisgedachte bij euthanasie is deze: Iemand die ondraaglijk fysiek of mentaal 
lijdt, verdient het van dit lijden verlost te worden. Dit doen we door deze persoon op basis van vrije wil een onnatuurlijke dood te laten ondergaan waarbij er geen sprake is van lichamelijke pijn. Zo verlossen wij deze persoon uit zijn/haar lijden.

Logisch redeneren
Mijn stelling is dat het filosofisch of logisch gezien zeer onverstandig is om euthanasie te plegen of iemand bij een euthanasiepoging te assisteren. Mijn redenering is als volgt.


1. Wij weten niet wat er na de dood komt.
2. De argumenten tegen het bestaan een Schepper van de mens zijn niet overtuigend.
3. Als een Schepper bestaat moeten we rekening houden met een niet-materiële werkelijkheid.
4. De mogelijkheid van een niet-materiële werkelijkheid, brengt met zich de mogelijkheid mee van een leven na de dood. (Op basis van 2 en 3)
5. Het aardse/fysieke bestaan is tijdelijk, het potentiële leven na de dood mogelijk niet. (Op basis van 1 en 4)
6. Pijn in het aardse bestaan is tijdelijk, pijn in een potentieel leven na de dood mogelijk niet. (Op basis van 1 en 5)
7. Het is goed mogelijk dat er een bedoeling met het aardse leven bestaat dat een voltooiing vindt in het leven na de dood. (Op basis van 3 en 4)
8. Door het aardse leven kunstmatig te bekorten, komt het aardse leven mogelijk niet tot zijn doel. (Op basis van 1 en 7)
9. Door het aardse leven kunstmatig te bekorten, overtreden wij mogelijk het eigendomsrecht van de Schepper. (Op basis van 1 en 2)
9. Door het aardse leven kunstmatig te bekorten, lopen wij kans een potentiële straf te moeten ondergaan waarvan wij niet weten of die eindig is. (Op basis van 1 en 9)
10. Het is denkbaar dat de pijn die we met euthanasie proberen te bekorten juist door de euthanasie vervangen wordt door een pijn oneindig zwaarder in gewicht en duur. (Op basis van 8 en 9)


Zoals ik hierboven beargumenteerde, weten wij niet wat er na de dood komt. Niet alleen weten wij niet wat de non-fysieke aspecten van de dood inhouden (wij kunnen immers alleen maar vaststellen wat er met lichaamsfuncties gebeurt), maar tevens is het ons onbekend wat er na de dood gebeurt. De dood zelf is een moment (of een proces dat eindig is).

Als God bestaat...
Deze dood zou 'eu' (gelukkig) genoemd kunnen worden wanneer de dood inderdaad het einde is van het menselijk bestaan, wanneer - zoals hierboven beargumenteerd - de werkelijkheid uitsluitend uit materie bestaat. Maar dat is niet te bewijzen. Sterker nog, recente ontwikkelingen in de godsdienstfilosofie tonen aan dat het bestaan van God allerminst een dode discussie is. Filosofen als Alvin Plantinga, Richard Swinburn, William Lane Craig, J.P. Moreland en anderen hebben veel werk gemaakt van theïstische argumenten. Mede door hun werk is de vraag of God bestaat weer uiterst actueel. Zoals de zaken er nu voorstaan is het bestaan van God is uiterst plausibel te noemen.

Als God bestaat - een levensvatbare optie die allerminst weerlegd is - moeten we er als mensen rekening mee houden dat er een niet-materiële werkelijkheid bestaat. Het kosmologisch argument voor God toont aan dat God de werkelijkheid ex nihilo (uit het niets) geschapen heeft. Het begin van tijd, ruimte en materie. Zodra we dit inzien, is het niet langer houdbaar om te handelen alsof materie de enige werkelijkheid is. Integendeel; het is eerder zo dat de materie afhankelijk is van iets niet-materieels. Het bestaan van deze niet-materiële werkelijkheid laat de mogelijkheid open van een bestaan na de dood.

De blik op oneindig
We gaan nog verder. We weten wel niet wat en of er iets na de dood is, maar we weten wel dat dit leven op aarde tijdelijk is. Aangezien de mogelijkheid bestaat dat er leven na de dood is, dienen wij er rekening mee te houden dat dit leven geen einde kent. Immers het is duidelijk voor ons dat dit leven eindigt bij de dood. Deze dood kent een fysiek aspect. Het leven na de dood is mogelijk op grond van een niet-fysiek aspect in onszelf. Het is daarom allerminst vanzelfsprekend dat ons potentiële bestaan na de dood een einde kent. Dit heeft nogal wat consequenties voor de betekenis van het lijden in dit leven. Het lijden waarvoor wij een voortijdig einde maken in deze wereld is immers eindig. Maar wie zegt dat pijn die we in een leven na de dood ervaren eindig is? Het zou goed kunnen dat we m.b.v. euthanasie tijdelijke pijn inruilen voor eeuwige pijn.

Aangezien het goed mogelijk is dat er een God is, is het goed denkbaar dat het aardse leven een voltooiing vindt in het leven na de dood. Deze aardse werkelijkheid is dan misschien wel het decor zijn van een voorbereidingsfase. Als dat niet zo is, zitten we met de vraag waarom de Schepper een mens maakt die lijdt - soms ondraaglijk tot zijn dood, soms zonder uitzicht op geluk - terwijl diezelfde mens zo gemaakt is dat hij zich afvraagt waarom hij leeft en wat het doel van zijn bestaan is.

Nu, als die mogelijkheid van een doelmatigheid die zich uitstrekt tot voorbij de dood reëel is, dan zou het wel eens kunnen zijn dat we, door ons leven m.b.v. euthanasie te bekorten, niet tot het doel komen wat onze Schepper met ons leven heeft. Dat missen van het doel is dan wel definitief! Het wordt zwaarwegender wanneer wij beseffen dat wij als schepselen van een mogelijke Schepper het eigendom zijn van een Ander. Niet wij beschikken over ons leven, maar de Schepper die schepselen heeft gemaakt. Door dit aardse leven kunstmatig te bekorten lopen wij het beklemmende risico het eigendomsrecht van deze Schepper met voeten te treden.

Russische roulette
Wie garandeert ons dat we niet straks oog in oog staan met deze Maker om dan tot onze schrik te realiseren dat we iets gedaan hebben wat Hem niet welgevallig is? Niemand kan sluitende argumentatie leveren aan iemand die ondragelijk lijdt dat de dood zacht en gelukkig zal zijn; dat alles voorbij zal zijn; dat het lijden verleden tijd zal zijn.

De argumenten voor het bestaan van de Schepper en de daaruit voort­vloeiende gevolgen van een eeuwig voortbestaan na de dood en de mogelijkheid van een nooit eindigend lijden als straf op de euthanasie zouden ons af moeten schrikken. Wie zegt dat euthanasie niet simpel stuivertje wisselen is: tijdelijke pijn inruilen voor eeuwige pijn, keuzemogelijkheid tot moed inruilen voor een definitieve lotsbeschikking? Euthanasie is niets anders dan een vreselijke vorm van russische roulette waarbij elke kamer geladen is en we slechts na de dood weten wat het resultaat zal zijn van de grote gok waarmee we ons leven beëindigd hebben.

Vettige vreetdagen

Vettige Vreetdagen

In plaats van dat we elkaar prettige feestdagen toewensen kunnen we elkaar tegenwoordig net zo goed sterkte wensen met de vettige vreetdagen. Want daar draait het toch allemaal om: veel en lekker eten, snoepgoed, zoetigheid, vettigheid, kransje dit, amandeltje dat. Het vele eten is zijn doel voorbij geschoten. Wat overblijft is een uiting van onze publieke volksgodsdienst: consumentisme. Braaf leggen de Nederlanders hun centjes op het altaar van het materialisme om zich vervolgens over te geven aan het bacchanaal dat nog steeds kerstdiner heet.

Het eten is voor veel mensen een soort vlucht uit de sleur van het dagelijks bestaan een drug om in een roes van vergetelheid te komen. Een paar dagen lang uit de realiteit ontsnappen van het grauwe bestaan van de consument die zich zonder levensdoel van het ene materiële hoogtepunt naar het andere sleept. Tussen de feestmalen door probeert men uit te buiken en gewicht te verliezen. Obesitas is de nieuwe ziekte die voornamelijk westerlingen treft.

Wat een ironisch contrast met de ware betekenis van kerstmis. Bij kerst draait het ook om brood. Jezus zegt van Zichzelf dat Hij het Levensbrood is. Wanneer we zijn vlees eten (d.w.z. één worden met Hem) zullen we nooit meer honger hebben. De ontmoeting met Jezus leidt tot werkelijke verzadiging, niet een volle buik die resulteert in ontgoocheling en een terugkerend hongergevoel.

Jezus werd geboren in Bethlehem, dat 'broodhuis' betekent. Jezus is het Brood dat uit de hemel neerdaalde. Materie is eindig, maar wat God ons in Christus aanbiedt is dat niet! Alleen bij Jezus vinden we een antwoord op de diepste hunkering in ons hart. Een hunkering die met geen enkel aards product te stillen is. Christus leidt ons naar de bron van alles: God.

Wednesday, December 3, 2008

Dreaming of a Pink Christmas

Dreaming of a pink Christmas?

Van 18 tot 28 december wordt er een nieuw evenement gehouden in Amsterdam, Pink Christmas. Amsterdam zal voor een deel roze kleuren en op de grote kerstmarkt op het Pink Christmas Square komt er een levende kerststal met een roze kerstbomenexpositie. Het door ProGay georganiseerde event zal uiteindelijk zelfs groter moeten worden dan de Canal Parade.

Wat heeft kerst met de homoscene te maken? Moeten we nu twee maria's of twee jozeffen verwachten bij de kribbe? Moet nu echt alles het ontgelden voor een opgedrongen acceptatie van de homoseksuele levensstijl? Natuurlijk zijn er mensen die zeggen dat Christus ook de homoseksuele medemens liefheeft en dat het daarom gepast is. Anderen beschouwen dat hele kerstgebeuren slechts als folklore.

De kerststal op een roze markt is volgens mij ongepast. Het is niet dat Christus niet voor de gehele mensheid is gekomen. Christus heeft de homo lief en christenen dienen zijn voorbeeld te volgen. Toch is de kerststal daar niet op zijn plaats, omdat het een ondersteuning suggereert vanuit het christelijk geloof die niet overeenstemt met de realiteit.

De achterliggende gedachte bij ProGay en aanverwante organisaties is dat de homoseksuele levenswijze door iedereen aanvaard dient te worden, omdat de mens autonoom is. In zijn morele autonomiteit bepaalt iedere mens voor zich hoe hij of zij wil leven. De wezenlijke betekenis van kerst is precies het tegenovergestelde: God komt naar deze wereld om verzoening te bewerken tussen mens en God en om de mens de mogelijkheid te bieden vrijwillig terug te keren onder Gods gezag. Het christelijke geloof ontkent de morele autonomiteit van de mens.

De bron voor morele kennis is de godsopenbaring in de bijbel én in de persoon van Christus. Christus zou van de roze kerstmarkt misschien niet wegblijven, maar met zijn aanwezigheid deze ook niet promoten. Hij is gekomen om Gods liefde voor de gehele mensheid kenbaar te maken, maar dat wel vanuit het perspectief: 'Ook Ik oordeel u niet, ga heen en zondig niet weer'. Het niet oordelen geschiedt vanuit de hoop op bekering; een bekering die ieder mens nodig heeft.

Zo mogen wij allen bij het kerstkind komen; niet om Hem in te lijven als een levende adhesiebetuiging voor onze levensstijl, maar om door Hem met God verzoend te worden en zijn heerschappij te erkennen in ons leven.

Een roze kerstman? Best. Maar geen roze Christuskind! I'm not dreaming of a pink Christmas.

De media en India

De media berichten vaak over wat ze intereseert, niet wat echt belangrijk is. Ze brengen het nieuws via een door henzelf aangebracht filter. Hun interpretatie neemt de plaats in van de naakte feiten. Ze beheersen het beeld en sturen daarmee de beeldvorming. Zowel nieuwskeuze als duiding zijn gekleurd. Een christen die wil weten wat er echt gebeurt en wat de werkelijke betekenis is van de feiten, moet zijn tijd goed kennen en die kunnen bezien in het licht van Gods Woord. Geen gemakkelijke opgave.

Een wrang voorbeeld van deze bevooroordeeldheid vinden we in de recente berichtgeving rondom de gebeurtenissen in India. Bij het lezen van deze zin denkt iedereen meteen aan de televisiebeelden van de terroristen die in Mumbai op diverse plaatsen een enorm bloedbad aanrichtten. Tegen de 200 onschuldige mensen omgebracht door vermoedelijk een islamitische groepering.

Maar bijna niemand weet dat er in datzelfde India op vrijwel hetzelfde moment de meest onbegrijpelijke gruweldaden gepleegd worden. In de staat Orissa worden christenen door fanatieke hindoes voor de zoveelste keer in ruim één jaar tijd in het nauw gedreven. Het gaat hier niet om een klein groepje terroristen, maar een grootschalige schending van mensenrechten. Mensen worden aan stukken gehakt of levend in brand gestoken. Duizenden christenen zijn de jungle ingevlucht. En de media? Die blijven grotendeels stil; geen verslagen, geen foto's, geen verontwaardiging, geen protest.

Een scherper contrast is bijna niet denkbaar in de bevooroordeelde berichtgeving van de media. Hoe komt dit? Misschien houdt India deze belastende informatie onder de pet. Misschien moeten er ontploffingen zijn op plaatsen waar westerlingen het slachtoffer worden voordat de camera's in positie worden gebracht. Misschien is het wel, omdat sommigen menen dat christenen toch eigenlijk niet thuishoren in een hindoeïstisch land en er vast wel zelf om gevraagd hebben (...moeten ze maar ophouden met zendelingetje spelen). Misschien omdat we ons ongemakkelijk voelen wanneer we daders niet langer terrorist kunnen noemen, omdat ze gewone burgers zijn die teveel op onszelf lijken. Wie zal het zeggen?

Beeldvormende media in een wereld in beroering. De grotendeels geseculariseerde pers is in ieder geval niet in staat om te zien dat de conflicten in deze wereld in toenemende mate een wereldbeschouwelijke (lees religieuze) voedingsbodem hebben.

Monday, December 1, 2008

Staat en kerk opnieuw getrouwd?

Sinds jaar en dag is er in ons land scheiding van kerk en staat. Beide hebben hun eigen invloedssfeer. De een mag de ander niet overheersen en beide mogen niet samenvallen. Alles lijkt in orde. Af en toe hoor je een verontwaardigd gemompel wanneer een christelijke partij ook maar een beetje een beroep lijkt te doen op de christelijke bronnen van haar christelijke normen en waarden. Maar over het algemeen lijken die christelijke partijen zich koest te houden.

Ze blijven braaf in hun hok en doen zoveel mogelijk wat de geseculariseerde staat van hen verwacht: een stukje rechts zitten van de morele status quo, eerder het humanistische waardensysteem bevestigend dan een kritisch alternatief biedend. Ze kunnen ook niet anders, want de scheiding van kerk en staat is heilig. Daar mag niet getornd worden. Scheiding van kerk en staat betekent: politiek zonder religie. En daar zit ‘m het probleem.

Waar de scheiding van kerk en staat oorspronkelijk godsdienstvrijheid moest waarborgen, heeft die scheiding nu geleid tot het verdringen van elke vorm van religie in de politieke arena. Waar scheiding van kerk en staat oorspronkelijk juist de vrije uiting van godsdienst op politiek vlak mogelijk maakte door een dominantie van de staat door één georganiseerde religie te verbieden, leidt diezelfde scheiding nu tot uitsluiting van godsdienst zo niet tot onderdrukking ervan.

Bij dit alles vindt er een discriminatie van wereldbeschouwingen plaats. Confessioneel bepaalde wereldbeschouwingen worden buitengesloten van inmenging in de politiek terwijl seculiere levensbeschouwingen vrije toegang hebben om hun ideeën door te drukken. Dat alles op grond van een vermeende non-religieuze objectiviteit.

Zo legt het humanisme met het argument van de scheiding van kerk en staat het zwijgen op aan confessionele groepen en drukt vrijwel zonder enige belemmering zijn eigen agenda door. De scheiding tussen kerk en staat lijkt weer ongedaan gemaakt. Alleen is het woord ‘kerk’ vervangen door ‘humanisme’. Een nieuwe intolerantie lijkt geboren. Meer hierover hier.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Friday, November 28, 2008

Macaber Paradijs

Macaber Paradijs

Sinds de invoering van een screeningsonderzoek rond de twintigste week van de zwangerschap in januari 2007 standaard is geworden, stijgt het aantal late abortussen. Deze relatie die door de Inspectie voor de Gezondheidszorg werd geconstateerd is aanleiding voor de CU om een spoedoverleg in de Tweede Kamer te willen over abortuscijfers. Een korte reflectie vanaf de publiekstribune.

Wat is de boodschap die onze maatschappij geeft aan zwangere vrouwen die zwanger blijken van gehandicapt kindje? 'Je bent slecht. Slecht als je je ongeboren vrucht laat leven, terwijl je weet dat het een waterhoofd, open rug of open gehemelte zal hebben. Slecht, want het kost de maatschappij extra geld om voor zo'n kind te zorgen. En dat terwijl zo'n kind toch minder waard is dan andere kinderen die geen waterhoofd, open rug of open gehemelte hebben. Slecht, want zo'n kind zou er natuurlijk ook voor hebben gekozen om niet te bestaan, want wie wil nou een waterhoofd, open rug of open gehemelte. Slecht, want mismaaktheid is slecht. Slecht, want je neemt een oplossing die voor handen is om alle problemen te voorkomen niet met open handen aan. Daarom ben je slecht. Wees daarom goed en dood je ongeboren kind.'

We leven in een maakbare wereld van plastic geluk en volmaakte plastisch-chirurgische schoonheid. We willen niet herinnerd worden aan onze eigen eindigheid en die van anderen. Onze fysieke onvolmaaktheid poetsen we weg met een alles bezielende aandacht voor cosmetische perfectie. Onze vergankelijkheid raakt in de vergetelheid door een nimmer aflatende roes van entertainment. Een nieuwe moraal regeert die bewogenheid voor de zwakke veroordeelt en het gemene goed verheft boven dan van het individu.

Zou het lukken? Gaat Brave New World er dan toch komen? De moderne mens wringt zich in allerlei bochten om lijden te vermijden en toont daarmee dat hij voor zijn morele onvolmaaktheid geen enkele oplossing heeft gevonden. Dat is zijn echte probleem.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Thursday, November 27, 2008

Lege hoofden

Vroeger kon het er heet aan toe gaan. Als de meningen waren verdeeld kon er een woordenstrijd ontstaan waar de vonken van af vlogen. Men deed er alles aan om de mening van de ander te weerleggen. Tijdens de Reformatie kon dit zelfs leiden tot wapengekletter en bloedvergieten. Men stond voor zijn zaak, soms ten koste van de naastenliefde.

We hebben er een taboe aan over gehouden. Verhit uithalen naar de ander is 'not done'. Waar het gebeurt, komt men al gauw op de proppen met het verwijt van 'hete hoofden, koude harten'. Natuurlijk is het verkeerd om fel te debatteren zonder naastenliefde in het hart. Het probleem is echter tegenwoordig eerder omgekeerd. Men is bang om te confronteren, tegen het hoofd te stoten. Men wil de knuppel liever niet in het hoenderhok gooien en probeert ten koste van alles de lieve vrede te bewaren.

Maar hoe lief is vrede eigenlijk? Moet vrede niet gepaard gaan met waarheid? Horen rechtzinnigheid en naastenliefde, oprechtheid en bewogenheid niet hand in hand te gaan? Het doel mag nooit zijn om het eigen stokpaardje te verdedigen. Woordenstrijd om het eigen gelijk dient nergens toe. Maar de waarheid moet uitgeplozen, nagetrokken en benoemd worden. De waarheid moet met hand en tand verdedigd worden. Is het niet de liefde tot God die ons dringt om op te staan en de banier op te heffen? Binnen de kerk, buiten de kerk!

Helaas hebben wij christenen in navolging van onze cultuur de kop in het zand gestoken. We hebben ons overgegeven aan de emo-cultuur. We hebben vaak één doel: anderen naar de mond praten, zorgen dat het gezellig blijft, elkaar niet tegen de haren in strijken. Elke mening telt immers en de waarheid blijft toch een lastig ding. Welk recht hebben we elkaar de les te lezen? M.n. als het gaat om levensbeschouwelijke zaken is het politiek incorrect om elkaar kritisch te bevragen. Ieder mag toch zijn eigen interpretatie hebben van de werkelijkheid? Ieder moet het zijne geloven.

Het probleem waar we tegenwoordig mee zitten is dat we logica hebben opgegeven ten gunste van lievigheid. Lafhartigheid is in de plaats gekomen van moedig de waarheid spreken. In plaats van hete hoofden koude harten is het vaak lauwe harten, lege hoofden.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Friday, November 21, 2008

RefTagger

Logos Bible Software biedt een gratis dienstaan RefTagger genaamd waarmee Schriftverwijzingen in de tekst op een website bij een mouse-over voorzien worden van een pop-up met de desbetreffende tekst uit de NIV vertaling. Zo kwam ik onlangs Ex.14:14 tegen bij mijn bijbellezing en werd er enorm doorbemoedigd. Ga voor meer informatie naar RefTagger.com.

De scheiding van kerk en staat een illusie

De titel is zonder meer controversieel. Het is een taboe om de scheiding van kerk en staat ter discussie te stellen. Dat is iets waar niet aan getornd mag worden. Gelet op de opkomst van de islam, een wereldbeschouwing waarin het onderscheid tussen kerk en staat niet bestaat, in Europa, is dit onderwerp uiterst actueel.

Dit artikel is niet bedoeld als een hulpmiddel om te weten hoe met de islam in politiek opzicht om te gaan of te bepalen welk standpunt in het islamdebat verstandig is in te nemen. Mijn bedoeling is te beargumenteren dat er weliswaar een scheiding van staat en kerk als instituut heeft plaatsgevonden in onze cultuur, maar nooit een scheiding tussen staat en levensbeschouwing. Dat laatste is niet wenselijk en ook niet mogelijk. Mijn argument is dat het humanisme, gedefinieerd als brede culturele stroming, als een soort semi-religie het in stand houden van die scheiding gebruikt om de eigen levensbeschouwing aan de politiek op te leggen. Er is momenteel een schijnscheiding tussen kerk en staat die in stand wordt gehouden met een vermeende objectiviteit die religie geen enkele voet tussen de deur gunt. Deze situatie leidt tot ideologische verblinding in het politieke debat en maakt elke confessionele denkrichting vleugellam.

Het concept van de scheiding van kerk en staat gaat terug op John Locke, die stelde dat de regering van een staat nooit het geweten van een mens mag gaan beheersen. De term 'scheiding van kerk en staat' werd voor het eerst gebezigd door Thomas Jefferson in een brief aan een groep baptisten waarin hij verwees naar 'het eerste amendement van de grondwet van de Verenigde Staten'. Niet dat het probleem nieuw was. Men denke aan de eis van de romeinse keizer dat alle onderdanen hem aanbaden als god, de investituurstrijd en de godsdienstoorlogen van de Reformatieperiode. Reeds Luther ontwikkelde het idee van twee Koninkrijken, het ene geestelijk, het andere wereldlijk.

Het instellen van een scheiding van kerk en staat betekende toch vooral een einde aan de onderdrukking van religieuze minderheden (m.n. de puriteinen, hugenoten en wederdopers). Onder de invloed van Verlichting en Deïsme was er de negatieve houding t.o.v. een dogmatisme dat een instemming afdwong van het individu met een door de staat bepaalde geloofsrichting. De richting die met de Reformatie was ingeslagen kwam hier goed tot zijn recht: elk individu is verantwoordelijkheid verschuldigd tegenover zijn eigen geweten en zijn God. Geloofskeuze is een persoonlijke kwestie.

Hoewel de bedoeling van de scheiding van kerk en staat was om mensen zelf morele keuzevrijheid te geven in de bepaling van hun geloof, staat het thema scheiding van kerk en staat tegenwoordig echter in een heel andere context. Nu is het de kerk, d.w.z. elke kerk, die in het verdomhoekje zit. De scheiding van kerk en staat zorgt ervoor dat christelijke partijen de grootste moeite hebben om in het politieke debat hun argumenten en standpunten religieus te verankeren. De doctrine van scheiding van kerk en staat is van hulpmiddel tot godsdienstvrijheid geworden tot een instrument van godsdienstbeperking.

Er zitten twee zeer bedenkelijke kanten aan de huidige interpretatie van de scheiding van kerk en staat. In de eerste plaats komt het niet overeen met de oorspronkelijke intentie van scheiding van kerk en staat. De bedoeling was om ervoor te zorgen dat binnen een bepaalde staat niet één bepaalde godsdienst het exclusieve totalitaire alleenrecht had met als gevolg de onderdrukking van religieuze minderheden. Ik durf zelfs te stellen dat - gelet op de samenstelling van de club die de Amerikaanse grondwet op heeft gesteld, christenen zowel als deïsten - het de intentie was om mensen hun geloof te laten bepalen in overeenstemming met hun eigen geweten binnen een christelijk georiënteerd zingevingskader en morele umwelt. De bedoeling was niet dat iedereen zomaar kon doen wat hij of zij wilde. Er waren niet nader gedefinieerde morele parameters waarbinnen burgers hun godsdienstvrijheid uit mochten oefenen.

Een tweede bezwaar tegen de huidige interpretatie van scheiding van kerk en staat is dat die elke confessioneel bepaalde visie buiten spel zet. Politieke beslissingen mogen slechts tot stand komen zonder enige religieus georiënteerde inmenging. Elk beroep op God of de Bijbel wordt gezien als een subjectieve vertroebeling van het publieke debat, ja, als een schending van de heilige scheiding van kerk en staat.

Dit is niet alleen niet in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling scheiding kerk en staat, maar ook niet realistisch, omdat niemand politiek bedrijft vanuit een objectieve houding. Iedere politicus brengt zijn wereldbeeld mee in het debat: een christelijk wereldbeeld, een humanistisch wereldbeeld, een islamitisch wereldbeeld, een atheïstisch wereldbeeld. Wie heeft het recht om te oordelen dat confessioneel bepaalde wereldbeelden subjectief zijn en seculaire wereldbeelden objectief? Waarop is dit gestoeld? Getuigt het niet van een enorme vooringenomenheid? Er wordt dus een valse dichotomie gecreëerd tussen religie en ideologie, waarbij de eerste geen aanspraak kan maken op politieke inmenging en laatstgenoemde wel.

Men dient te beseffen dat elk wereldbeeld religieus getint is (a) omdat het bepaalde onbewijsbare aannames doet waar men in gelooft, (b) elk wereldbeeld antwoord geeft op vragen als zingeving, ethiek en identiteit die leiden tot een belangrijke duiding op gebied van moraal, doel en mensbeeld. Elke politicus brengt dus een stuk ideologische bagage mee die zijn standpunten inkleurt. Van objectiviteit is dus geen sprake. Elke staat zal op een gegeven moment door een bepaalde visie gedomineerd worden. Een staat kan vrij zijn van de monopolistische determinatie van een georganiseerd levensbeschouwelijk instituut, maar nooit vrij van levensbeschouwelijke kleuring. Over het huidige kabinet wordt bijvoorbeeld vaak geroepen dat ze 'betuttelt' en dat ze een christelijke moraal aan het volk oplegt. Paars staat dan bekend als kabinet dat geen moraal oplegde, maar dat is natuurlijk onzin. Paars legde haar liberale moraal en liberale waarden van werk, geld verdienen, etc op aan Nederland en droeg door nalatigheid op andere terreinen bij aan de morele verloedering die steeds verder om zich heen grijpt.

Mijn punt is dat aangezien elke levensvisie religieus getint is en seculaire niet-confessionele levensbeschouwingen niet méér aanspraak kunnen maken op aannemelijkheid of objectiviteit dan confessioneel geöriënteerde levensbeschouwingen, en aangezien een staat hoe dan ook altijd vanuit een bepaalde visie geregeerd zal worden, de confessionele partijen net zo veel recht hebben als partijen gestoeld op een libertijnse, socialistische of humanistische grondslag om sturing en richting te geven aan de staat.

Wat we daarentegen zien gebeuren is dat zodra confessionele partijen een moreel appèl doen, de reactie is dat zij geen recht hebben om met het 'opgestoken vingertje' iets te zeggen. Denk niet dat er wetten aangenomen kunnen of zullen worden die rekening houden met zelfs maar de mogelijkheid van Gods bestaan. De christelijke partijen mogen niet teveel invloed hebben, 'want dat bedreigt de scheiding van kerk en staat'. Met deze houding als uitgangspunt is in de politiek de discussie over moraal ontdaan van elke religieuze verankering. Dat is afgedwongen door de niet-confessionele ideologieën op grond van het scheiding van kerk en staat principe en maakt die moraal tot een speelbal van het humanistische kamp.

Is dit niet vreemd? Vroeger was het concept van scheiding van staat en kerk iets wat gebezigd werd om op te komen voor gewetensvrijheid van het individu. Tegenwoordig is het een zwaard in de handen van secularisten om elke religieus beïnvloedde politiek de pas af te snijden. De bedoeling van de scheiding van kerk en staat was te voorkomen dat één levensbeschouwing van bovenaf wordt opgelegd aan het volk. Nu zien we juist dat weer gebeuren. Alleen is het woord 'kerk' vervangen door 'secularisme'. Niet confessionele ideologieën hebben de sluisdeuren van het moreel relativisme open gezet en alle belangrijke posten ingenomen in media, kunst en politiek. Zo domineren zij de agenda en het publieke debat op elk mogelijk thema dat levensbeschouwelijke consequenties heeft. De humanistische dan wel seculaire levensvisie heeft de facto de scheiding van kerk en staat opgeheven en dwingt van het volk de geloofsbelijdenis af van individualisme, pluralisme, consumentisme, morele autonomiteit en moreel relativisme. En wee degene die daar tegenin durft te gaan. De scheiding van kerk en staat is een illusie geworden.

Monday, November 17, 2008

Godslastering en godsverduistering

Onlangs is het wetsartikel dat godslastering verbiedt door het kabinet geschrapt. Opmerkelijk dat een kabinet met twee christelijke partijen in de coalitie tot zo’n stap komt. Is hier sprake van een atheïstische agenda? Waarschijnlijk niet direct, hoewel de toenemende secularisatie en deconfessionalisering natuurlijk onverminderd doorgaat. Nee, de antidiscriminatiebepaling in artikel 137c wordt zodanig aangepast dat godsdiensten nog steeds niet beledigd mogen worden.

Het is waarschijnlijker dat het schrappen van de wet is ingegeven door de pluriforme potpourri. Want welke God mag niet gelasterd worden, die van het christendom, of de islam of het hindoeïsme? Stel je voor dat alle godsdiensten in Nederland aanspraak zouden gaan maken op deze wet. Dan zou Allah ineens beledigd kunnen worden door het feit dat christenen zeggen dat God een Zoon heeft, Brahman zou dan ineens gepikeerd raken omdat door andere godsdiensten aan God absolute persoonlijkheid wordt toegeschreven en zou de God van de Bijbel onrecht aangedaan worden door bijvoorbeeld de boeddhistische claim dat Hij eigenlijk niet bestaat.

Daarom lijkt het voor de hand te liggen om zo’n bepaling als godslastering te vervangen door een ander begrip: het kwetsen van religieuze gevoelens van derden. Gods gevoelens of Gods eer doen er niet toe, want het bestaan en de identiteit van God zijn niet onderwerp van kritische reflectie en onderzoek. Misschien bestaat Hij wel niet. Het enige dat we van God tegenkomen zijn de talloze diverse voorstellingen van Hem in de verbeelding van hen die beweren dat Hij bestaat.

Terecht? Nee! De achterliggende gedachte is dat zowel het bestaan van God als zijn identiteit niet bewijsbaar en te benoemen zijn. Alsof het enige dat van God te zeggen is, bestaat uit de subjectieve uitspraken gebaseerd op irrationele gedachtespinsels van mensen die religie (vies woord) bedrijven. Het is deze visie met als fundament een seculair en pluralistisch wereldbeeld dat het publieke leven inclusief de politiek beheerst. Het dwingt standpunten af inzake wereldbeschouwelijke zaken die niet hard te maken zijn en religieus geïnspireerde politieke partijen doen braaf aan die politiek correcte rondedans mee.

Ik behoor tot een groeiende groep mensen die van mening zijn dat denken over het bestaan van God niet toebehoort aan irrationele religieuze bespiegelingen maar onderwerp moet zijn van het beste theoretisch denken wat de mensheid heeft voortgebracht. Dat de mensheid niet in staat is tot een eensluidende conclusie is niet de schuld van de onzin van religie (want atheïsten maken net zo goed deel uit van deze verwarring), maar toont m.i. dat de mens zijn best doet die God te ontlopen.

Ik geloof dat God bestaat én dat de christelijke God de ware God is. Daar heb ik goede rationele argumenten voor. Hij heeft Zich bekend gemaakt als ‘Ik ben die Ik ben’ en wil niet dat zijn Naam zinloos gebruikt wordt. Als deze christelijke God echt bestaat - wat zowel wetenschappelijk aannemelijk als filosofisch noodzakelijk is - hebben wij met het afschaffen van dit wetsartikel de zoveelste stap gezet in de richting van een totale godsverduistering in Nederland.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Saturday, November 15, 2008

Wetenschap bewijst niets

Over de verhouding tussen wetenschap en geloof is er tegenwoordig veel onduidelijkheid. Velen menen dat wetenschap religie overbodig heeft gemaakt. De gedachte is dat religie een voorstadium was van een voorwetenschappelijke manier om met de wereld om te gaan. Nu de wetenschap er is, ‘blijkt’ dat onverklaarbare fenomenen een eenvoudige wetenschappelijke verklaring hebben. Mensen als Richard Dawkins zijn de kampioenen van de visie dat religie als zodanig heeft afgedaan. Wetenschap is in deze optiek het middel waardoor wij als mensen tot de waarheid omtrent de werkelijkheid komen.

Niets is eigenlijk minder waar. Wetenschap wordt in onze beschaving zwaar overgewaardeerd. Een stukje filosofische logica kan ons helpen dit in te zien. Wetenschap is het onderzoeken van de werkelijkheid m.b.v. een bepaalde onderzoeksmethode. Men maakt vooraf een hypothese en gaat vervolgens proeven doen om te kijken of de hypothese bevestigd wordt. Zo ja, dan is er een ‘eureka’. Maar wat er eigenlijk gebeurt is niet meer dan het bevestigen van een vooraf gestelde idee. In de filosofie heet dit inductief redeneren, d.w.z. van particuliere voorvallen naar algemene stellingen. Er wordt niets bewezen. Om iets te bewijzen zouden alle mogelijk voorvallen in het onderzoek meegenomen moeten worden.

De technologische vooruitgang die het gevolg is van wetenschappelijk onderzoek kan ons gemakkelijk misleiden en ons het gevoel geven dat wetenschap de sleutel is tot alle kennis en dus betekenis. Maar zo’n beetje niets is minder waar. Wetenschap schenkt ons een hoop kennis, maar zoals hierboven gesteld is de zekerheid daarvan onbewijsbaar. Daar komt nog iets bij. Wetenschap kan ons vertellen hoe iets werkt en waarom het op een bepaalde manier werkt. Maar het kan ons niet vertellen hoe dat ‘iets’ er gekomen is en wat de betekenis van dat ‘iets’ is.

Voor dat laatste hebben we geloof nodig. Geloof dat ons helpt om zin te geven en de betekenis te bepalen van de wereld en onszelf. Geloven doen we. Of we nu christen, agnost of atheïst zijn. Meer over dit onderwerp hier.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Friday, November 14, 2008

Wetenschap en geloof

Over de verhouding tussen wetenschap en geloof is er tegenwoordig veel onduidelijkheid. Velen menen dat wetenschap religie overbodig heeft gemaakt. De gedachte is dat religie een voorstadium was van een voorwetenschappelijke manier om met de wereld om te gaan. Nu de wetenschap er is, blijkt dat onverklaarbare fenomenen een eenvoudige wetenschappelijke verklaring hebben. Mensen als Richard Dawkins zijn de kampioenen van de visie dat religie als zodanig heeft afgedaan. Wetenschap is in deze optiek het middel waardoor wij als mensen tot de waarheid omtrent de werkelijkheid komen.

Ik probeer duidelijk te maken dat deze visie mank gaat. Wetenschap en religie tegen elkaar afzetten is hetzelfde als appels met peren vergelijken. Beide hebben raakvlakken maar hebben hun eigen functie. De gedachte dat wetenschap religie vervangt leidt tot een identiteitsloze mens in een betekenisloze wereld.


Wetenschap

Wat is wetenschap? Wetenschap is een manier om kennis te vergaren die gebaseerd is op de hypothetisch inductieve methode. Deze methode kan aannames bevestigen maar nooit bewijzen. De methode begint met een hypothese en probeert door middel van het uitvoeren van testen deze hypothese te bevestigen. Zo kan de hypothese zijn dat alle vogels kunnen vliegen. Vervolgens worden allerlei vogels op enige hoogte losgelaten om te kijken of ze inderdaad kunnen vliegen. Het kan best zijn dat alle vogels waarover de onderzoeker kan beschikken inderdaad kunnen vliegen. Het kan ook zijn dat er ergens op de wereld vogelsoorten bestaan die niet kunnen vliegen. Het beste wat onze onderzoeker kan doen is zoveel mogelijk testen uitvoeren. Deze testen bevestigen ofwel ontkrachten zijn hypothese. Dat is wetenschap in een notendop.

Wetenschap kan daarom per definitie nooit iets bewijzen; het kan ideeën bevestigen. Het kan deze ideeën zo vaak bevestigen dat er maar weinig twijfel over blijft, maar zekerheid is er niet te verkrijgen. Dan zouden immers alle instanties van een bepaald voorval volledig bekend moeten zijn bij de wetenschapper en dat kan niet, want geen enkele wetenschapper is alwetend.

Voor zeker bewijs is alleen de deductieve methode geschikt. De deductieve methode gaat uit van twee stellingen en komt dan tot een conclusie. Bijvoorbeeld. Als Peter slecht heeft geslapen is hij in een slecht humeur. Peter heeft slecht geslapen. Dus: Peter is in een slacht humeur. De conclusie is zeker wanneer de twee stellingen zeker zijn.

Wetenschap kan alleen over de materiële werkelijkheid uitspraken doen, omdat de wetenschappelijke methode per definitie tot materie beperkt is. Zaken als zingeving, moraal, esthetiek ontstijgen wetenschap omdat ze immateriële aspecten vertonen. Wetenschap kan aantonen dat bij gebrek aan schoon drinkwater meer mensen sterven; het is niet in staat om aan te geven of dat goed of slecht is en waarom.


Zingevingskaders

Aan de andere kant zijn er de zingevingskaders. Dat zijn 'dingen' die mensen hanteren om de betekenis van de werkelijkheid te duiden; waarom de werkelijkheid is zoals die is en wat het doel van die werkelijkheid is. We kunnen ze ook paradigma's noemen: invalshoeken vanwaaruit we de werkelijkheid bezien of interpretatiemodellen: filters waarlangs de werkelijkheid op een bepaalde manier gekleurd tot ons komt. De meest gebruikte term die we voor een zingevingskader hanteren is wereldbeeld.

Een wereldbeeld is de verzameling van al onze aannames over deze wereld, het uitgangspunt waarmee we deze wereld tegemoet treden. Ons wereldbeeld geeft betekenis aan de wereld waarin we leven, helpt ons om het doel van deze wereld en ons leven te formuleren. Het is vanuit een bepaald wereldbeeld dat een wetenschapper aan het werk gaat. Hij werkt in de context van zijn wereldbeeld en geeft zijn data een plaats die in overeenstemming is met zijn wereldbeeld.

Wereldbeelden krijgen een concrete formulering in bijvoorbeeld een religie of een filosofie. Iedereen heeft een wereldbeeld. Het is voor een mens niet mogelijk geen wereldbeeld te hebben. Hij heeft zich nu eenmaal een beeld gevormd over hoe de werkelijkheid in elkaar zit; zo zit de mens in elkaar.


Wetenschap en zingeving

Hoe verhouden wetenschap en zingevingskaders zich? In de eerste plaats moet het duidelijk zijn dat wetenschap niet kan leiden tot zingeving en wel om de volgende redenen:

(a) Wetenschap houdt zich bezig met materie; meer niet. Het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek is de ons omringende werkelijkheid inclusief wijzelf. Het doel van wetenschap is data te vergaren.

(b) Wetenschappelijke conclusies zijn niet meer dan precies dat: conclusies over de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Het gaat om constateren van feiten die uit het onderzoek naar voren komen.

(c) Wetenschap leidt niet tot een bepaalde interpretatie van de werkelijkheid, ze wordt juist beoefend vanuit een zingevingskader. De wetenschapper beoefent de wetenschap, omdat hij gelooft dat dit tot bruikbare resultaten leidt.

(d) Een ander belangrijk feit is dat wetenschappelijke data worden geïnterpreteerd binnen de context en in overeenstemming met het wereldbeeld dat de wetenschapper aanhangt.

(e) Als zodanig leidt wetenschappelijk onderzoek niet tot waarheid maar tot de bevestiging van een vooraf geformuleerde potentiële waarheid (de hypothese).

Wetenschap en technologische ontwikkeling zijn typisch westerse fenomenen. Dat is niet voor niets. Wetenschap werd mogelijk gemaakt door een zingevingskader dat een link legde tussen het menselijk brein en de werkelijkheid. Christendom zag de mens als een schepping van God die door God in deze wereld geplaatst was om die te bewerken. De basis voor de huidige wetenschap werd daarom gelegd in het middeleeuwse denken van o.a. de scholastici. Een niet-theïstisch wereldbeeld zal het altijd moeilijk hebben om een verklaring te geven voor het feit dat er een verband is tussen rationaliteit (m.n. wiskundig denken) en materie. Waarom sluiten die twee zo goed op elkaar aan?

Wel is het zo dat wetenschap gegevens aan kan dragen die leiden tot herinterpretatie van een wereldbeeld. Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld het verzet van de westerse beschaving in de 16de en 17de eeuw (niet alleen de kerk!) tegen de inzichten van Copernicus die een heliocentrisch zonnestelsel voorstond. Vrijwel altijd domineert een zingevingskader de wijze waarop de data van het onderzoek geïntepreteerd worden en de conclusie die eruit volgen.

We moeten dus stellen dat wetenschap geen uitleg geeft over het leven. Het vertelt ons hoe dingen waarschijnlijk in elkaar zitten, maar niet waarom ze er zijn en hoe ze er gekomen zijn. Wetenschap geeft geen zin of betekenis aan het leven. Nog steeds zijn er veel modernisten die denken dat wetenschap religie vervangen heeft, maar in de data is geen betekenis te ontdekken. Data vervangen moraal, betekenis en doel niet en ze geven er ook geen aanleiding toe. Wetenschap kan alleen over materiële data uitspraken doen, maar kan niets zeggen over niet-materiële realiteiten zoals waardenleer (ethiek en esthetiek).


Conclusie

De gedachte dat wetenschap religie vervangen heeft is daarom een fabeltje. Het is logisch onmogelijk. Wetenschap komt voort uit een zingevingskader (wereldbeeld, religie, filosofie) en produceert data ten gunste van dat zingevingskader. Wetenschap genereert output op basis van input. Als je er bijvoorbeeld evolutietheorie instopt (d.w.z. met die bepaalde vooronderstelling het onderzoek ingaat) krijg je er ook evolutietheorie uit (d.w.z. de data lijken de vooraf gestelde theorie te bevestigen). Zelden gebeurt het dat wetenschappers zo eerlijk en moedig zijn om tegen de heersende status quo van wetenschappelijke consensus (die door een bepaalde wereldbeeld wordt gedomineerd) in te gaan en te erkennen dat de data eigenlijk het eigen wereldbeeld tegenspreken. Mensen die dat wel deden en doen zijn bijvoorbeeld Galileo Galilei en - om een hedendaags voorbeeld te noemen - Anthony Flew, een atheïstische filosoof die nu erkent dat er een God moet zijn.

Het huidige westerse denken dat vast blijven houden aan de idee dat wetenschap religie vervangt (en dat wetenschap tot waarheid en inzicht leidt en religie tot verdwazing) lijdt zelf aan een religieuze vooringenomenheid die blind maakt voor de werkelijkheid. Als onze beschaving doorgaat op deze weg zal de uitholling van betekenis en zin van het leven straks onomkeerbaar zijn. De mens verwordt tot een betekenisloos dier en gaat ten gronde.

Friday, October 31, 2008

Kritiek op van alles en nog wat

Naar aanleiding van de recente pennestrijd tussen Habakuk.nu en Goedgelovig.nl is vanuit diverse hoeken gesuggereerd dat Habakuk.nu over ‘van alles en nog’ wat een mening heeft. Er wordt neerbuigend gedaan over de kritische houding die Habakuk aanneemt m.b.t. diverse maatschappelijke en christelijke trends. Habakuk.nu zou betuttelend zijn, zuurpruimerig bezig zijn, etc. Het is teleurstellend te moeten ontdekken dat deze mensen zelf christen zijn. Laten we hopen dat deze mensen niet een getrouwe weerspiegeling geven van het christelijk denken in Nederland, want dan worden de bangste vermoedens waar, nl. dat het met christenen in Nederland al niet veel beter is gesteld dan met hen die in de morele verloedering voorop lopen.

Wat is er over van een radicaal christendom dat een zout en een licht is in de maatschappij? Sommigen beweren dat de organisatie achter Habakuk.nu zich beter bezig kan houden met sociaal werk dan met actie tegen immoraliteit in de reclame. Is dan de modernistische trend die de verticale lijn (verzoening met God, heiligheid) afzet tegen en opgeeft ten koste van de horizontale lijn (sociale gerechtigheid) ook de evangelische beweging binnengedrongen? Men zou het ene moeten doen en het andere niet nalaten. Komen we nog op voor God en zijn zaak of willen we allemaal brave burgers zijn die alleen politiek correcte uitspraken doen? Gaan we misschien liever stil in een hoekje wachten tot het einde der tijden aanbreekt? God roept ons op om het evangelie te verkondigen maar tevens - zoals Kuyper dat noemde - de cultuuropdracht gestalte te geven door de maatschappij te veranderen.

Het is typisch Nederlands om kritiek te hebben op ‘van alles en nog wat’. Daarentegen is het typisch bijbels om de eigen cultuur en de eigen kerk tegen het licht te houden van Gods Woord en de medemens daarop aan te spreken. Dat is niet kritiek om de kritiek, maar vermaning en profetische oproep om terug te keren naar God. Nederland is ver af gegleden. Van het eens zo sterk gefundeerde christelijke geloof is niet veel meer over dan een trieste puinhoop. De mensen die er wonen denken misschien dat ze deel uitmaken van een nog steeds levende traditie, maar ze beseffen niet dat ze in lompen gekleed gaan. Mag Habakuk.nu, samen met anderen, de ogenzalf zijn die mensen de ogen opent. Want Nederland staat, inclusief haar christenen, aan de rand van de afgrond.

Tuesday, October 28, 2008

God bestaat waarschijnlijk niet

In Engeland is onlangs een reclamecampagne van start gegaan om het atheïsme te promoten. Er rijden vanaf januari bussen door London met de slogan 'There's probably no God. Now stop worrying and enjoy your life', 'God bestaat waarschijnlijk niet, dus maak je niet druk en geniet van het leven'. Zelfs de schrijver van The God Delusion, Richard Dawkins, doet mee en levert een aanzienlijke financiële bijdrage.

Gelet op het feit dat de westerse media doorgaans grotendeels op de hand zijn van het humanistisch gedachtengoed of op zijn minst agnostisch zijn, lijkt deze campagne min of meer overbodig. Dit initiatief is dan ook vrij opmerkelijk te noemen. Van christenen zou zoiets verwacht kunnen worden. Zij hebben immers de opdracht te getuigen van hun geloof en alle volken tot discipelen te maken. Maar atheïsten hebben niet zo'n opdracht; het wezen van het atheïsme, dat er geen God is, brengt een 'opdrachtloosheid' met zich mee. Er is geen missie en dus moet er ook geen verantwoordelijkheid afgelegd worden. Vandaar ook de slogan: 'stop worrying', 'maak je geen zorgen'; er is immers geen vergelding. Maar daar zit 'm nu juist de ironie.

1. Als God niet bestaat, is er inderdaad geen reden om je zorgen te maken, want er is geen afrekening. Maar er is ook helemaal geen reden om zo'n boodschap de wereld in te sturen, omdat een atheïstisch wereldbeeld geen zin, doel of betekenis aan het leven toekent. Waarom zou je mensen dan iets bij willen brengen? Als er geen reden tot zorg is - er is immers geen wetgevende God - waarom voelen deze atheïsten zich dan moreel gedrongen om deze actie te organiseren?

2. Trouwens, is er wel reden om je géén zorgen te maken? Is het niet ontzettend zorgwekkend te ontdekken dat God waarschijnlijk niet bestaat? Ineens heeft het leven geen zin meer. Plotseling moeten we aannemen dat er na de dood niets is. Onze eindigheid is definitief. Zonder God kunnen we er niet zomaar vanuit gaan dat er orde is in het universum. Zonder God staat eigenlijk alles op losse schroeven. (Filosofen weten dat stiekum al, maar de rest van het westen doet alsof er niets aan de hand is).

3. Hoe zou deze boodschap 'don't worry, enjoy life' klinken in de oren van watersnoodslachtoffers in India en Haïti, getroffenen van de aardbevingen in China en Pakistan enz. De armen van deze wereld hebben al zo weinig zorgeloos te genieten; wat blijft er zonder een God die opkomt voor de zwakken nog van het leven over? Sterker nog, de atheïsten in het westen zullen nu nog minder in hun geweten aangesproken worden om de armen te helpen. Immers: 'God probably doesn't exist, so stop worrying and enjoy life'. Mensen in Engeland kunnen aan deze campagne bijdragen door een gift te geven via de site justgiving.com. Vreemd, een 'rechtvaardige' gift voor een boodschap die beweert dat zoiets als rechtvaardigheid niet bestaat.

Er zit nog iets curieus aan de slogan: God bestaat 'waarschijnlijk' niet. O, ze weten het niet helemaal zeker. Dat is een eerlijke toegeving met flink wat implicaties. Ik moet daarbij denken aan de zgn. Gok van Pascal. Volgens Blaise Pascal kun je bij de onzekerheid over Gods bestaan maar het beste christen worden. Immers als God niet bestaat dan heb je tenminste een moreel waardig leven geleefd en als God wel bestaat kom je in de hemel. Voor de ongelovige is er ofwel geen leven óf een hel na de dood. Geen moeilijke keuze toch?

Hoewel 'ongelovigen'; het is fijn om te ontdekken dat atheïsten toegeven 'gelovig' te zijn. Ze geloven dat God niet bestaat. Maar is zo'n credo nu echt reden om de straat op te gaan om mensen over te halen?

Reeds eerder geschreven i.s.m. de redactie van opiniesite habakuk.nu en aldaar gepubliceerd

Wednesday, October 22, 2008

De humor voorbij

Met humor kunnen alle heilige huisjes omver worden gehaald. Tegenwoordig hebben we ook een ‘christelijke’ versie van alles relativerende humor, goedgelovig.nl. Hun nieuwste satire richt zich op de actie die habakuk.nu voert tegen reclame die de regels van het fatsoen overschrijdt. Habakuk.nu stelt bezoekers in staat een mail te sturen naar de desbetreffende bedrijven. Goedgelovig.nl heeft er lucht van gekregen en vindt het nodig ook een duit in het zakje te doen. Omdat goedgelovig.nl graag sexy over wil komen, doen ze hun uiterste best om de vermeende moraalridders van Habakuk met hun actie belachelijk te maken. Daarbij roept goedgelovig.nl bezoekers op om steunbetuigingen te geven voor de in Habakuks actie gewraakte bedrijven.

Satire is niet verkeerd mits er bepaalde regels in acht worden genomen. Zaken als wederzijds respect, correct taalgebruik en het hanteren van de waarheid blijven belangrijk. Goedgelovig.nl is deze keer te ver doorgeschoten. De site heeft op een wijze gereageerd die omschreven kan worden als banaal en onwaardig. Enkele zaken zijn bij de redactie van Habakuk in het verkeerde keelgat geschoten. Daarom lijkt ons een korte reactie op zijn plaats.

Het verbaast ons dat goedgelovig.nl op zijn site ter gelegenheid van de sloggi-satire topless vrouwen met tangaslip afbeeldt met een duivelsvork in de hand. Blijkbaar moet dit anno 2008 kunnen. Het gaat toch om humor? Humor bedekt elk bloot; humor is onaantastbaar, boven elke kritiek verheven. Niet dus. Dit lijkt meer op een verziekt stuk entertainment. Goedgelovig.nl is zelf een goed voorbeeld aan het worden van de seksualisering van de samenleving waartegen habakuk.nu in het geweer komt. Via de media worden we al decennia lang vergiftigd met allerlei immorele bagger. Eindelijk is er protest. Te laat misschien, maar wel terecht. Het moet een keer ophouden.

Maar wie schets onze verbazing: de actie moet zo nodig gebagatelliseerd worden door mensen die zich christen beschouwen. Met hoongelach wendt goedgelovig.nl zich af van het vermeende opgestoken vingertje. Beste mensen, het gaat hier om een moreel appèl! Het feit dat goedgelovig.nl het durft om een bedrijf als GSUS in een positief daglicht te stellen en Ruud de Wild een aai over de bol te geven getuigt niet zozeer van een goed gevoel voor humor als wel van een ernstig gebrek aan onderscheidingsvermogen. Het is echt ongelofelijk dat goedgelovig.nl zich niet druk blijkt te maken over het misbruiken van Jezus voor commerciële doeleinden. Dat heeft niets te maken met een gezonde dosis relativering, maar met een groot tekort aan geloofsernst en besef van Gods heiligheid. Blijkbaar zijn 'eerlijke' producten voor goedgelovig.nl belangrijker dan de eer van God.

Goedgelovig.nl is noch in staat om door te hebben waar trends in onze maatschappij uit voortkomen, noch te duiden waar ze naar toe leiden. Ondertussen zijn ze zelf moraliserend bezig door te stellen dat THDV écht onrecht zou moeten bestrijden in plaats van dat het verkeerde reclame aan de kaak stelt. Natuurlijk echt onrecht gebeurt niet in Nederland, wie z’n mond opentrekt is meteen overdreven, pietluttig, kleinzielig, een fatsoensrakker.

Goedgelovig durft zelfs te stellen dat THDV een 'steeds irrelevanter wordende club' aan het worden is. Er wordt gesuggereerd dat goedgelovig.nl van zijn oorspronkelijke doel van het helpen van de armen is afgeweken. Dat is geen humor maar een waardeoordeel, een aantijging. Blijkbaar is goedgelovig.nl niet goed op de hoogte van het werk van THDV. Kom eens een keer een dag met ons meedraaien. Dan zullen wij jullie laten zien wat wij zoal doen op het gebied van hulpverlening aan prostituées, drugsverslaafden, daklozen, homoseksuelen, op het gebied van evangelisatie, reïntegratie, voorlichting en preventie. THDV is bezig in onze hoofdstad en daarbuiten in tal van takken van arbeid. Na meer dan 150 jaar is THDV nog steeds trouw aan haar idealen: hulp bieden aan hen die dat het meest nodig hebben in onze samenleving, opkomen voor hun rechten in de Naam van Jezus.

Maar we laten ook een kritisch en profetisch geluid horen. De kerk van Christus moet altijd opnieuw herinnerd worden aan haar opdracht en de spiegel van het Woord worden voorgehouden. Wij geloven niet dat humor daar het beste middel voor is en geven de voorkeur aan een profetische oproep. Nee dan is het goedgelovig.nl die totaal is doorgeslagen: jullie humor is niet irrelevant maar schadelijk. Dat het allemaal niet zo’n vaart loopt met de morele achteruitgang van Nederland moeten we blijkbaar maar aannemen. Maar ja, daar moet je dan ook een beetje goedgelovig voor zijn... en een flinke dosis wereldgelijkvormigheid bezitten.

Reeds eerder geschreven i.s.m. de redactie van opiniesite habakuk.nu en aldaar gepubliceerd

Friday, October 17, 2008

Obama, abortusextremist

Op een dag in een niet al te lang verleden was er op CNN een nieuwsitem getiteld ‘Who is Osama?’ Die vraag sloeg nergens op want iedereen kent Osama bin Laden, de sublimatie van de moslimextremist. Het artikel ging over de toen nog volkomen onbekende Barack Obama. Inmiddels is Obama bijna net zo bekend als Osama. Jong en oud, blank en zwart, Amerikanen en niet-Amerikanen, velen zijn op zijn hand. Ook heel wat evangelischen zouden de man graag als president van de Verenigde Staten zien.

Maar wat minder bekend is, is dat Obama ook een extremist is. Niet dat hij bommen af laat gaan of ongezonde islamitische connecties heeft, maar hij hanteert extreme opvattingen als het om abortus gaat. Normaal gesproken worden beide kampen in het abortusdebat aangeduid met pro-choice en pro-life. De eerste term is duidelijk een eufemisme, de tweede zegt precies waar het voor staat: het menselijk leven moet bescherm worden. Wanneer Obama president wordt, zal hij als een van zijn eerste daden de zogeheten Freedom of Choice Act ondertekenen die elke beperking van abortus op zowel federaal als staatsniveau zal annuleren. Obama is niet simpel pro-choice (de vrouw moet zelf kiezen), maar pro-abortus. Robert George van het Witherspoon Institute komt met een interessante analyse en concludeert dat Obama een abortusextremist is. Obama wil zelfs kinderen die na een abortus toch nog levend ter wereld komen niet beschermen.

Moeten we nog uitleggen wat abortusmethoden als ‘partial birth abortion’ inhouden? Blijkbaar wel. Sommigen van de jongste generatie evangelischen willen af van de one-issue politiek en zijn het abortusvraagstuk een beetje moe (Groothuis noemt dat sarcastisch ‘fetus fatigue’, ofwel ‘fetusvermoeidheid’. Heel wat evangelischen in Amerika zullen op Obama stemmen en het gevolg zal zijn dat in het komende ambtstermijn miljoenen ongeboren kinderen het levenslicht niet zullen zien.

Van de lezers van deze website zullen de meesten niet gaan stemmen. We kunnen echter wel bidden. Politiek is een zaak van vele belangen, maar het belang van de meest kwetsbaren in onze samenleving, de ongeborenen, mag nooit verkwanseld worden ten gunste van andere zaken. Obama, de abortusextremist, mag geen president van Amerika worden.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Monday, October 13, 2008

Breuklijnen

Joseph d’Souza, voorzitter van de Indiase organisatie Dalit Freedom Network, gaf enige tijd geleden een lezing waarin hij beweerde dat zich in beschavingen breuklijnen bevinden die kunnen zorgen voor massale verschuivingen op sociaal, religieus en cultureel gebied. Net als bij de breuklijnen van echte aardbevingen zijn ze onzichtbaar voor het ongetrainde oog, maar kunnen ze een enorme transformatie van de cultuur teweeg brengen. Maar in tegenstelling tot de echte breuklijnen hoeven de gevolgen geen verwoestend effect te hebben; ze kunnen zelfs door menselijk en goddelijk handelen beïnvloed worden en leiden tot een massale beweging naar Christus.

D’Souza spreekt over de situatie in India en met name het lot van de 250 miljoen Dalits in het land. Wij kennen de Dalits als de kastelozen, de onaanraakbaren van wie zelfs de schaduw onrein wordt beschouwd. Zelf hebben zij de geuzenaam ‘Dalits’, ‘verworpenen’, aangenomen. Sinds midden twintigste eeuw is deze groep aan het ontwaken. Ze vragen zich af waarom ze hindoe zijn. Immers hun religie heeft hen niets te bieden. Op 4 november 2001 gingen duizenden Dalits in New Delhi de straat op om te protesteren tegen het kastesysteem en om het hindoeïsme af te zweren. Volgens hun religie zijn zij het drek van de aarde. Deze grote groep, die eenvierde van de bevolking uitmaakt, is in beweging gekomen. Ze overwegen hun opties: boeddhisme, islam of christendom. Hun keuze wordt voor een groot deel bepaald door het mogelijkheid van verandering van sociale en maatschappelijke status. De religie met de beste papieren maakt de beste kans gekozen te worden.

De ontwakende Dalits vormen een breuklijn waar de Andreas breuklijn in Californië een dwerg bij lijkt. En wat doen de christenen in India? Die hebben zich verenigd in het Dalit Freedom Network dat zich inzet om de liefde van Christus praktisch te maken. Ze bouwen educatieve en medische centra om te laten zien dat voor de God van de Bijbel alle mensen gelijk zijn. De christenen in India hebben de breuklijn geïdentificeerd en spelen er op in. Ze beseffen dat als er nu niet gehandeld wordt, een unieke kans voor de verbreiding van het evangelie wordt verspeeld. Mogelijk staan miljoenen op het punt christen te worden. Er staat veel op het spel.

Kent Europa ook een breuklijn? Daarmee bedoel ik: is er in Europa een trend, een gegeven, een situatie die het tij van secularisatie en moreel verval zou kunnen keren? Zo ja, hoe kunnen wij als christenen op die trend inspelen?

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

De pornoficatie van Nederland

Afgelopen weekend was ik in 's lands grootste warenhuis en zag bij de ingang tot mijn verbazing een rekje met tijdschriften in de aanbieding waaronder de PlayBoy. Ik liep eerst geïrriteerd voorbij maar draaide me vervolgens om en pakte woest het gore spul om het achter de andere tijdschriften te zetten. Had mijn dochter die troep al gezien?

Het zoveelste voorbeeld van de pornoficatie van Nederland. Alsof een trechter op je strot wordt gezet en bagger naar binnen wordt gepropt, zo sta je bloot aan de onafwendbare onaflaatbare stroom van immorele rotzooi. Waar men zich enkele decennia geleden voor schaamde is nu een lifestyle artikel geworden waar de consument mee wordt gepaaid... open en bloot. Schunnigheid zonder schaamte, overal aanwezig, onderdeel van onze dagelijkse leefomgeving.

Hoe is het ook al weer zover gekomen? De culturele factoren die de ruimte ervoor hebben gecreëerd voor zijn niet moeilijk aan te wijzen. Het naoorlogse klimaat werd gekenmerkt door een toenemend moreel relativisme, d.w.z. dat men steeds minder vasthield aan vaste morele waarden. Dit proces ging hand in hand met een ontkerstening van onze samenleving. Eindelijk - waarschijnlijk versneld door de Tweede Wereldoorlog - belandden de resultaten van zo'n 200 jaar westerse filosofie op de 'werkvloer' van het dagelijks bestaan. De protesten in de zestiger jaren promootten een vrije seksuele moraal.

De tv werd de bereidwillige 'breedband' waarlangs de nieuwe vrijheid ons deel is geworden met een snelheid die onvoorstelbaar is. Zonder een allesomvattend overzicht denk ik aan de volgende mijlpalen in de door de tv bewerkstelligde seksuele verloedering: Phil Bloem naakt bij de VPRO in '67, de komst van de videotheek, de Pin-up Club in de jaren '80, de opkomst van de commerciële omroepen met als voorlopig 'hoogetpunt' 'Deep Throat' bij BNN en de VPRO (die laatste heeft natuurlijk een reputatie hoog te houden).

Maar we mogen bij dit alles de vrije marktwerking niet uit het oog verliezen. Toen bloot in het openbare leven eenmaal geen taboe meer was (en het geen taboe meer was om taboes te doorbreken), nam de vrije markt het estafettestokje over van de zich ontblotende avantgarde. Met naakt was geld te verdienen, eigenlijk wilde iedereen wel porno en was nu de tijd rijp om dat willen te benoemen, aan te wakkeren en te bevredigen... voor een prijs.

Een beweging die we telkens terug zien keren is deze. Ergens in de media worden de grenzen van het op dat moment gelden fatsoen overschreden. Er is wat ophef. Vervolgens wordt het stil en volgen alle media met vergelijkbare content de grensverlegging die stilzwijgend tot stand is gekomen. De media moeten wel; ze opereren immers op de vrije markt die bepaald wordt door vraag en aanbod. Het geërotiseerde volk vraagt om telkens taboedoorbrekende troep en de media moeten het geven anders raken ze marktaandeel (en dus reclamebesteding) kwijt.

Daar sta je dan in een warenhuis, weerloze speelbal van moraalloze marketingbobo's die vanuit het landelijke kantoor de hersenloze filiaalmanager en de schaapachtige schappenvuller aansturen: seks, seks, seks... Totdat je ervan braakt. Intussen is je kind al zo vol negatieve impressies dat het op achterstand staat om een normaal volwassen leven te beginnen.

Remmeloze schaamteloze seks is overal. Zelfs semi-overheden (denk aan nutsbedrijven) zijn al aanbieders van porno geworden. Wat onze maatschappij als uitwassen beschouwt op seksueel terrein, pedofilie, groepseks, verkrachting, etc. is slechts een voorbode van wat ons te wachten staat als we ons niet bekeren van de totale seksuele ontaarding waar we ons als beschaving aan over hebben gegeven.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Thursday, October 9, 2008

Waarheid versus beïnvloeding

Een kenmerk van de  westerse beschaving is dat ontwikkelingen op filosofisch gebied op de voet gevolgd worden door culturele trends. Onze cultuur leeft als het ware de levensvisie van haar filosofen. Sinds het christendom door de wijsgeren van de Verlichting overboord is gegood, heeft dit ingrijpende - en in toenemende mate desastreuze - gevolgen gehad voor het westen.

Heel herkenbaar is hoe filosofie zijn doorwerking heeft gehad in reclame en marketing. In de twintigste eeuw zijn er denkers geweest die de vraag naar goed en kwaad op een praktische manier probeerden op te lossen. Ze kwamen tot de conclusie dat iets waar en goed is, omdat het werkt. Deze beweging werd aangeduid met de term pragmatisme en heeft een enorme invloed gehad op reclame. Reclame werkt, dus het is goed. Men heeft zich meestal weinig bezig gehouden met de vraag of bepaalde reclame wel ethisch verantwoord is. Er is gelukkig een reclamecodecommissie. Het feit dat zo'n commissie nodig is, zegt eigenlijk al genoeg. Er moet gereguleerd worden anders loopt het de spuigaten uit.

Een andere denkrichting dacht juist heel anders over het begrip waarheid. Ze vroegen zich af of er wel zoiets als waarheid is. Mensen zijn immers altijd onderling verdeeld over zoveel dingen. Is waarheid niet veel meer gewoon een afspraak tussen mensen onderling? Waarheid bestaat niet volgens deze richting die aangeduid wordt met de term postmodernisme. Ook deze beweging deed haar invloed gelden. Het gaat er immers niet meer om de consument te overtuigen van de kwaliteit van een product. Niemand is meer geïnteresseerd in de waarheid over een product, want die waarheid bestaat toch niet. Het gaat bij marketingtechnieken niet om overtuigen maar beïnvloeden. Je moet de consument winnen voor 'jouw' waarheid. Het is zaak een merkbeleving te creëren die er voor zorgt dat de klant liefst onbewust het product gaat kopen.

Nu de kerk dan. We zien regelmatig een klakkeloos en onzorgvuldig toepassen van verworvenheden die gestoeld zijn op bedenkelijke filosofieën. Het werkt en daarom doen we het. Marktetingprincipes worden toegepast omdat ze het gewenste resultaat geven. In hoeverre maken wij ons schuldig aan het beïnvloeden van mensen door het scheppen van de juiste sfeer, door indruk te maken met massaliteit, etc.? In hoeverre tuigen wij onze buitenkant op, met verwaarlozing van de binnenkant?

We moeten heel voorzichtig zijn met moderne marketingtechnieken. De kerk heeft de plicht de verkeerde filosofie die daarachter schuilgaat te ontmaskeren. Het evangelie moet zuiver bewaard en gecommuniceeerd worden. Verkondiging is iets heel anders dan emotionele beïnvloeding. Een verwaterd evangelie levert watjes op. Pragmatisch resultaat mag niet als een synoniem beschouwd worden van vruchtdragen.

Jezus Christus is de Weg de Waarheid en het Leven. Van deze waarheid moeten wij in alle zuiverheid getuigenis afleggen. Ook als direct meetbaar resultaat uitblijft.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Tuesday, September 30, 2008

Het is waar. Absoluut!

Het is tegenwoordig niet in om over absolute waarheden te spreken. Ze rieken teveel naar zelfvertrouwen, eigendunk en alles zeker weten. We weten zeker dat waarheid relatief is. Het postmodernistisch denken ziet elke waarheidsclaim als een misverstaan van de werkelijkheid. Overal zijn er concurrerende waarheden die een beperkte geldigheid hebben en slechts kunnen functioneren binnen de context van een bepaalde sociale groep.

Sommige christenen sluiten zich daarbij aan door niets meer zeker te willen weten, eeuwig verwonderd over het onbekende en onbenoembare. Eén reden is een door het postmodernisme beïnvloede afkerigheid van alles wat modernistisch is. Men wil niet beschuldigd worden van een modernistische naïviteit en arrogantie. Dat komt dom over en je bereikt er geen mensen mee. Verder stelt men dat het christelijk geloof eigenlijk ook geen absolute waarheid kent. Dogma’s zijn moderne abstracties van een schrifttraditie die vooral narratief van aard is. Absolute waarheden horen daar niet bij. Dit denken is funest. Funest voor de westerse beschaving, funest voor de verkondiging van het Evangelie van Jezus Christus en de fundering van het geestelijk leven. Enkele belangrijke punten:

(1) Absolute waarheden zijn van alle tijden. ‘God is heilig’ was 20.000 v.Chr. een absolute waarheid of er toen een mens was om dat te belijden of niet. Modernistisch was de gedachte de gehele werkelijkheid met de menselijke rede te kunnen ontleden en beheersen. Absolute waarheden zijn wat ze zijn onafhankelijk van de mens, verankerd in en voortvloeiend uit God zelf.

(2) Waarheid als een onfeilbaar product van het menselijk denken is inderdaad typisch modernistisch. We kunnen beter zeggen dat onze kennis probeert de absolute waarheden die er zijn te benaderen. Dat doen we door middel van bijv. de wetenschap. Kennis van absolute waarheden moet dan ook omschreven worden als een gerechtvaardigde aanname.

(3) Kent de Bijbel een narratieve structuur? Ja, natuurlijk. En die structuur geeft terecht aanleiding tot de erkenning van absolute waarheden. Een heel duidelijk voorbeeld vinden we in Johannes 20:30-31: ‘Jezus heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen van zijn discipelen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, [narratieve structuur] maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft [gerechtvaardigde aanname], dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, [absolute waarheid] en opdat gij, gelovende [reddend geloof], het leven hebt in zijn naam

Waarheid als relatief bestempelen is trouwens een onmogelijkheid. Stel Piet zegt: ‘Alle waarheid is relatief’. Jan vraagt: ‘O ja, weet je dat zeker?’. Piet: ‘Ja, dat is absoluut waar, alle waarheid is relatief!’. Jan: ‘Dus de uitspraak ‘alle waarheid is relatief’ is een absolute waarheid?’. De rest van het gesprek doet er niet meer toe. Piet kraamt onzin uit, zijn uitspraak is met zichzelf in tegenspraak. Dit soort claims zijn zelfontkrachtend. En dat is nog eens absoluut waar!

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Thursday, September 25, 2008

Oog tot oog

vermoeid van input, output lust
netvlies, gebrand, en weer geblust,
toch altijd meer dan is beoogd
en struint het af naar verre kust

maar dan verschijnt een helder beeld
een spiegel kaatst, de ziel verbeeld
meer wordt geoogst in stille rust
van oog tot oog, ontmoeting heelt

De uitdaging van de islam (III)

Er is een ook heel positieve uitdaging die de komst van de islam naar het Westen met zich mee heeft gebracht. We kijken in dit derde deel over de uitdaging van de islam naar de missiologische uitdaging.

Wakkere christenen hebben de neiging de islam profetisch te duiden of ten minste te plaatsen in de context van de strijd van satan tegen de komst van het bijbelse koninkrijk van God. De islam is bijbels gezien een uiting van menselijke religie die zich opwerpt tegen de boodschap van God in Jezus Christus. De opkomst van de islam sinds eind zeventiger jaren, de haat jegens Israël in de moslimwereld, de radicalisering van moslims en de daarmee gepaard gaande explosie van moslimterrorisme geven daar een bijna apocalyptische dimensie aan.

We mogen echter niet vergeten dat de moslim een vreemdeling is binnen onze poort, een mens van vlees en bloed, een naaste die we lief moeten hebben. Hoe we ook over de islam denken als godsdienst, we kunnen God alleen maar danken dat deze ondoordringbare burcht niet alleen zijn poorten heeft open gezet, maar tevens haar bewoners naar onze kusten heeft gestuurd. De moslim in ons midden representeert een historische en ongekende mogelijkheid om hem te bereiken met het evangelie van Jezus Christus.

Er is natuurlijk een spanningsveld. Aan de ene kant willen we de moslim winnen voor Christus (rechtvaardiging van dit standpunt: er is absolute waarheid, de christelijke absolute waarheid is aantoonbaar de juiste), aan de andere kant willen we nee zeggen tegen islamisering van de westerse maatschappij in wat voor vorm dan ook (rechtvaardiging: de waarheid van de islam is aantoonbaar een verkeerde en leidt de mens tot onwaarheid).

We mogen ons in geen geval mee laten slepen door de islamofobische elementen in onze maatschappij. Ook mogen we niet de kop in het zand steken en als een relativistische humanist het absolute islam via de achterdeur van het pluralisme binnenlaten. We moeten ‘nee’ zeggen tegen het systeem, maar ‘ja’ tegen de mens. Hoe brengen we dit in de praktijk? Ik zie graag concrete ervaringen in uw reacties van hoe u op relevante wijze gebruik maakt van de unieke mogelijkheid om moslims over Jezus te vertellen.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

De uitdaging van de islam (II)

In het tweede deel over de uitdaging van de islam zullen we onze aandacht richten op het politieke aspect. De islam is in Nederland nog niet een politieke grootmacht. Dit kan veranderen. Maar nu reeds spelen de levensbeschouwelijke aspecten die ik in deel I noemde een grote rol in het politieke debat. Het is voor confessionele politici soms heel lastig om aan te geven wat christenen onderscheidt van moslims. Moet er een beroep gedaan worden op de historische verbondenheid van het christendom met de westerse beschaving? Waar vinden we neutrale grond om de christelijke positie ten opzichte van de islam te verdedigen? We zien dat wetgeving die op een of andere manier te maken heeft met het islamvraagstuk ook altijd de christenen in Nederland raakt.

Waar zit het probleem? Het seculiere denken probeert neutrale objectieve definities te formuleren waarmee wetten kunnen worden vervaardigd die universeel geldend en niet-discriminerend zijn. Daarmee worden christendom en islam altijd in hetzelfde hokje gestopt. Dat heeft te maken met het feit dat het post-christelijke humanistische westen religies beschouwt als subjectieve wereldbeschouwingen die niet toetsbaar zijn, terwijl datzelfde humanisme blind is voor de eigen wereldbeschouwelijke vooroordelen.

Wanneer wij als christenen in de politiek een inperking van de islam bepleiten (in wat voor vorm dan ook) maakt dit tevens de weg vrij naar een zelfde inperking van het christendom. Immers, beide zijn religies en moeten gelijk behandeld worden. Indien bepaalde aspecten van de islam niet getolereerd worden, dan ook niet diezelfde aspecten van het christendom. Wij kunnen terecht vragen: maar waarom dan wel het humanisme?

Het lijkt soms wel dat het voor het seculiere westen niet uitmaakt dat er grote onderliggende verschillen zijn tussen christendom en islam. Het christendom heeft mede aan de wieg gestaan van democratie, terwijl de islam zich altijd zal inzetten voor het vestigen van de Umma, het islamitische wereldrijk waarin geen vrijheid van meningsuiting bestaat. Christendom leidt tot politieke vrijheid voor andersdenkenden; de islam leidt tot repressie van andersdenkenden.

Hoe moeten christenpolitici in een humanistische cultuur vormgeven aan een christelijke politiek die deze valkuil van een pluralistische behandeling omzeilt? Opnieuw: heeft u suggesties om dit concreet handen en voeten te geven?

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Tuesday, September 23, 2008

De uitdaging van de islam (I)

Voor bijbelgetrouwe christenen is de aanwezigheid van de islam in het westen een enorme uitdaging. Het islamdebat kent verschillende aspecten die het moeilijk maken een juist standpunt in te nemen. Moeilijkheden doen zich voor op levensbeschouwelijk, politiek en missiologisch terrein. Om het islamdebat geïnformeerd te blijven voeren geef ik een puntsgewijs overzicht van de moeilijkheden in een serie bijdragen. We beginnen met het levensbeschouwelijk aspect.

Islam en christendom vertonen veel overeenkomsten. Dat geldt zeker voor buitenstaanders die een oppervlakkige vergelijking uitvoeren: het geloof in één God, een boek als godsopenbaring en als richtsnoer voor de levenspraktijk, een centrale profeet die de definitieve openbaring brengt, het geloof in engelen en in een hiernamaals waarin een oordeel over doden plaatsvindt, het paradijs, een lineaire opvatting van de geschiedenis die culmineert in de vestiging van een godsrijk, terwijl de gelovigen in het hier en nu samenkomen in gebedshuizen en de opdracht hebben de wereld te bereiken en, indien nodig, hun leven als ‘martelaars’ te geven voor het geloof. Klinkt eng niet?

Voor de westerse beschaving waar wij deze confrontatie aangaan lijkt het een dispuut binnen een huisgezin: ‘Laten die gelovigen hun schijnbare verschillen nu eens opzij zetten en het met elkaar eens worden’. De oneinigheid wordt gezien als een bewijs voor het falen van religie en vormt in de ogen van velen een bedreiging van de wereldvrede.

Daar komt nog iets bij. Hoe vreemd het misschien ook mag overkomen, in zekere zin lijkt de islam een soort bondgenoot van het christendom. Samen staan we op tegen het relativisme van het Westen met de stelling dat absolute waarheid bestaat en kenbaar is, nl. in de godsopenbaring. Ook staan beide godsdiensten een absolute moraal voor. Maar dat werkt juist weer tegen ons, want er blijken ineens twee absolute (en dus elkaar uitsluitende) waarheidssystemen om de aandacht te vragen die zich beide beroepen op openbaring. Dat wekt weer de indruk dat dat gepraat over absolute waarheid onzin is.

De uitdaging voor ons christenen is om in de context van een geseculariseerde samenleving duidelijk te maken (a) wat het verschil is tussen christendom en islam en (b) waarom het verschil er toe doet. In een pluralistische samenleving die alle geloven op één hoop gooit en de waarheidsvraag als irrelevant, ja, zelfs onethisch beschouwt, is het vrijwel onbegonnen werk om Jezus Christus als uniek te verkondigen. Maar het moet. Heeft u suggesties om dit concreet handen en voeten te geven?

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Monday, September 22, 2008

Nee tegen anti-intellectualisme in de kerk

De kerk in het Westen leidt aan anti-intellectualisme. Een afkeer van diep nadenken en geleerd overkomen. Een angst om slim te zijn en de indruk te wekken een dik boek gelezen te hebben. Weerzin om de moeite te nemen kennis te verwerven.

Laat ik kort enkele oorzaken noemen waarbij we onderscheid maken tussen oorzaken die in de maatschappij in het groot aanwezig zijn en oorzaken die specifiek zijn voor het kerkelijk erf.

We leven in het tijdperk van het postmodernisme. Een filosofische stroming maar tevens een culturele conditie die de hele maatschappij doortrokken heeft. Volgens het postmodernisme is er geen universele waarheid. Er zijn alleen private, subculturele waarheden die een beperkte geldigheid hebben. Weinig reden dus om op zoek te gaan naar dé waarheid. Met het zoek raken van de objectieve waarheid is de werkelijkheid opgedeeld geraakt in gefragmenteerde theorieën behorend bij specialismen die niet langer met elkaar in contact staan. Studie lijkt in zo’n klimaat zinloos.

Postmodernisme heeft een profeet voortgebracht: de tv. Samen met de andere media slokt die onze aandacht volledig op. Geen tijd voor letters op papier, geduld om informatie te verwerken. We worden door informatiestromen opgejaagd en zijn voortdurend op zoek naar interactiviteit en vertier.

Ook binnen de kerk zijn er enkele oorzaken aan te wijzen. Er zijn mensen die beweren dat we alleen de bijbel nodig hebben en verder niets. Vervolgens gaan ze aan de slag met hermeneutiek en exegese om de plank volledig mis te slaan. Zo’n antitheologie-houding (en ik durf het bijna niet te zeggen maar ook antifilosofie-houding) is volledig misplaatst. Als laatste zijn sommige hoeken van de kerk behept met angst voor de ‘grote boze buitenwereld’: ‘zoveel intellectuele slagkracht, daar kunnen we niet tegenop’, denken ze, ‘we hebben de strijd tegen de wereld reeds verloren’.

Het is hoog tijd dat hier een einde aan komt. Zei Paulus al niet dat ons denken vernieuwd moet worden? Hebben wij de Here niet lief te hebben met geheel ons verstand? Als er waarheid is dan is het Gods waarheid en is het aan ons om ons uiterste best te doen die waarheid bloot te leggen. Zo brengen wij God eer en zo werpen we een dam op tegen de krachten die het evangelie ondermijnen en mensen verloren doen gaan.

Ik studeer weer. Doet u mee?

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Saturday, September 20, 2008

Managers in de kerk

Er zijn teveel managers in de evangelische beweging. En ze doen het te goed. Dat is het probleem met managers: ze kunnen alles regelen, alles fixen, programma’s op de rit zetten, mensen faciliteren en in beweging krijgen.

We hebben het afgekeken van het bedrijfsleven. Daar is het omwille van efficiëntie en productie nodig geweest om de specialisten te marginaliseren en te laten overheersen door de regelaars. Die zijn immers welbespraakt, gericht op het proces en het commerciële doel en duiken niet teveel in details. Overzicht is inzicht en pragmatisme is de ethische norm. De specialisten moeten hun mond houden en hun product vervaardigen. Ze moeten beseffen dat ze slechts onderdeel van het proces zijn. Ze moeten blij zijn dat ze mee mogen doen.

In kerken en kerkelijke organisaties is iets dergelijks aan de hand. Er wordt gesproken over gemeentegroei en de managementprincipes die deze groei in de hand kunnen werken. Technieken als ‘conflict handling’ probeert men zich eigen te maken. De diensten moet gestroomlijnd verlopen en een hoog gehalte entertainment aanbieden. Men is gericht op het kwantitatieve resultaat, het rendement, het product. Het marktaandeel moet vergroot worden. Dit gebeurt dan toch vaak in de concurrentiestrijd met andere kerken in plaats dat er ‘nieuwe markten’ aan worden geboord.

De managers met hun vlotte bekken en op effectiviteit gerichte technieken dreigen twee essentiële dingen te vervangen. Het Woord en de Geest. Waarom zouden we het Woord van God nog een belangrijke plaats toekennen als wetenschappelijke kennis voorhanden is? Waarom zouden we de Geest ruimte geven als technieken vergelijkbare resultaten kunnen bewerken?

Waar o waar is de stuntelige huiskerkleider gebleven van de jaren 60 die authentiek christen wilde zijn? Waar is de theoloog die het geloof vaste wortels wil geven in het Woord? Waar is de profeet die op de kansel in huilen uitbarst omdat hij door de Geest bewogen wordt? Waar zijn de vrouwen en mannen Gods die de knieën buigen in stilte, opdat Jezus zijn kerk kan herstellen en leiden?

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Wednesday, September 17, 2008

Sharia in Engeland?

Sharia, de op de koran gebaseerde wetgeving, wordt officieel toegepast in het Verenigd Koninkrijk. Klinkt u dit als een futuristisch onheilsscenario in de oren? Fout. Het is echt waar. De Engelse krant The Sunday Times berichtte op haar website zondag dat moslims al enige tijd naar shariarechtbanken kunnen om hun recht te halen in burgerzaken, zoals huiselijk geweld en echtscheiding. Deze shariarechtbanken worden ondersteund door het complete justitiële apparaat tot het hoogste gerechtshof aan toe.

Nog maar zeven maanden geleden zei Rowan Williams, de aartsbisschop van Canterbury, dat de invoering van de sharia in Engeland uiteindelijk onvermijdelijk was. Daar kreeg hij veel kritiek op. Inmiddels heeft de realiteit hem ingehaald.

Niet iedereen is blij. Sommigen zijn bang dat dit betekent dat er een parallel justitieel systeem gaat ontstaan. Anderen wijzen erop dat vrouwen er onder de sharia slechter vanaf zullen zijn dan onder de Britse wet het geval zou zijn. Enkele voorbeelden daarvan worden in het artikel reeds gegeven.

Ongemerkt is een mijlpaal gepasseerd. Wat de islam niet gelukt is bij Poitiers in AD 732 en in AD 1683 bij Wenen lijkt nu langzaam maar zeker te gaan lukken middels migratie en voortplanting. In Engeland is de islam de grootste godsdienst. Wanneer volgt Nederland?

Over deze ontwikkeling valt veel te zeggen. In de eerste plaats kun je je afvragen hoe de islam zich staande weet te houden in een postmoderne beschaving die volkomen sceptisch staat tegenover absolute antwoorden op zingevingsvragen. Ten tweede: hoe komt het dat het christendom het zoveel moeilijker heeft om zich staande te houden?

Het christendom dat mede aan de bakermat staat van de Europese beschaving, verkeert al eeuwen in een staat van uitwisseling van gedachtegoed met de seculiere cultuur. Liberale theologie en filosofie hebben een diepgaande invloed uitgeoefend op het christendom. Christenen geloven hun eigen geloof niet meer. Voor de islam is contact met deze denkbeelden veel korter geweest en heeft het meestal in de context van een cultuurstrijd gestaan. Dit zou een verklaring kunnen zijn.

Hoe dan ook, de sharia zal een stap terug betekenen voor iedereen; ook voor moslims die in het Westen wonen, zoals hier valt te lezen.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Friday, September 12, 2008

Paul Verhoeven en de Jesus Seminar

Paul Verhoeven heeft zijn boek ‘Jezus van Nazareth’, gepresenteerd. Natuurlijk krijgt hij een hoop media-aandacht. ‘s Lands bekendste regisseur heeft een boek geschreven. Nota bene over Jezus. Het boek bevestigt wat we konden verwachten: Jezus was niet goddelijk, deed geen wonderen, stond niet op uit de dood en was heel wat minder radicaal dan we dachten. En toch treft het ons, volgelingen van Jezus, onaangenaam in het hart. Moeten we dan toch gaan twijfelen?

Daarom kort wat informatie over de achtergrond van dit boek. Verhoeven maakt deel uit van de Jesus Seminar (hierna JS), een groep van nieuwtestamentische geleerden samen met bekende geïnteresseerden uit de media. Deze groep probeert te achterhalen wat de oorspronkelijke woorden van Jezus waren om ze vervolgens populair te maken middels publicaties.
Of een uitspraak werkelijk van Jezus komt, wordt door de JS bepaalt door een stemming waarbij de geleerden gekleurde kraaltjes gebruiken. Een uitgangspunt is dat er minstens 40 jaar verstreek na Jezus voordat er iets over Hem op schrift werd gesteld. Andere wetenschappers hebben echter overtuigend aangetoond dat verschillende delen van het Nieuwe Testament geschreven zijn binnen enkele jaren na Jezus’ opstanding. Verder verwerpt de JS elke uitspraak die judaïstisch of christelijk van aard is, omdat zo’n uitspraak door een latere traditie aan Jezus toegeschreven zou moeten zijn. Men vergeet dan even voor het gemak dat de JS zelf een (wel heel erg late) ‘traditie’ vertegenwoordigt die arbitrair in de tekst snijdt.

De JS bestaat niet uit een gebalanceerde selectie van wetenschappers en werkt vanuit vooringenomen standpunten waar ‘hun’ Jezus aan moet voldoen voordat hij het daglicht mag zien. Uiteindelijk is Verhoevens boek niet zoveel aandacht waard, maar zo gaat dat nu eenmaal. De JS is ‘old school’ (het wetenschappelijk onderzoek naar de historische Jezus is een heel andere kant op gegaan) en Paul Verhoeven is niet meer dan media-icoon van een beweging die zijn beste tijd heeft gehad.

Reeds eerder verschenen op de opiniesite habakuk.nu

Thursday, September 11, 2008

Iedereen gelijk in de Islam?

Vorige week kwam in het nieuws dat de Rotterdamse orthodoxe moslim en advocaat Mohammed Enait weigert op te staan als rechters de zaal binnenkomen. Hij beweert dat volgens zijn religie alle mensen gelijk zijn.

Interessant is het om te zien hoe men in Nederland met het gebeuren omgaat. Minister van Justitie, Hirsch Ballin, bemoeide zich er mee. Hij stelde dat Enait moet opstaan omdat het opstaan niets te maken zou hebben met gelijkheid of ongelijkheid. Natuurlijk heeft de minister gelijk: mensen die gelijk zijn kunnen elkaar nog wel respecteren door op te staan.

Maar toch is er iets vreemd aan de hand. Waarom komt niemand op het idee om Enait te bevragen op zijn uitspraak? Zijn allen gelijk in de islam? Wat moeten we dan met uitspraken in de Koran dat de vrouw - nota bene in de context van het gerechtshof - minder waard is dan de man (Sura 2:228)? Wat moeten we dan met het feit dat het getuigenis van een vrouw in een rechtzaak maar voor de helft meetelt? (Sura 2:282)? Zowel in leer als in praktijk is de vrouw in de islam niet gelijk aan de man. Laten we het verder maar niet hebben over niet-moslims in moslimlanden.

Het zal wel met de levensbeschouwelijke verwarring in Nederland te maken hebben. Aan de ene kant worden religies belachelijk en irrelevant gevonden. Aan de andere kant zijn geloofsopvattingen (vooral als ze niet-christelijk zijn) boven kritiek verheven, onaanraakbare, want irrationele heilige huisjes. Het is politiek incorrect om ze inhoudelijk te bevragen, te analyseren, laat staan de inconsequenties ervan aan te tonen.

Waarom zeggen we gewoon niet tegen Enait dat zijn uitspraak niet klopt met zijn eigen religie? Of Enait komt met een radicale herinterpretatie van de islam, óf hij kent de islam niet, óf hij hij vindt dat vrouwen en niet-gelovigen niet echt mensen zijn. Dus, Enait, sta maar gewoon op.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu