Tuesday, September 30, 2008

Het is waar. Absoluut!

Het is tegenwoordig niet in om over absolute waarheden te spreken. Ze rieken teveel naar zelfvertrouwen, eigendunk en alles zeker weten. We weten zeker dat waarheid relatief is. Het postmodernistisch denken ziet elke waarheidsclaim als een misverstaan van de werkelijkheid. Overal zijn er concurrerende waarheden die een beperkte geldigheid hebben en slechts kunnen functioneren binnen de context van een bepaalde sociale groep.

Sommige christenen sluiten zich daarbij aan door niets meer zeker te willen weten, eeuwig verwonderd over het onbekende en onbenoembare. Eén reden is een door het postmodernisme beïnvloede afkerigheid van alles wat modernistisch is. Men wil niet beschuldigd worden van een modernistische naïviteit en arrogantie. Dat komt dom over en je bereikt er geen mensen mee. Verder stelt men dat het christelijk geloof eigenlijk ook geen absolute waarheid kent. Dogma’s zijn moderne abstracties van een schrifttraditie die vooral narratief van aard is. Absolute waarheden horen daar niet bij. Dit denken is funest. Funest voor de westerse beschaving, funest voor de verkondiging van het Evangelie van Jezus Christus en de fundering van het geestelijk leven. Enkele belangrijke punten:

(1) Absolute waarheden zijn van alle tijden. ‘God is heilig’ was 20.000 v.Chr. een absolute waarheid of er toen een mens was om dat te belijden of niet. Modernistisch was de gedachte de gehele werkelijkheid met de menselijke rede te kunnen ontleden en beheersen. Absolute waarheden zijn wat ze zijn onafhankelijk van de mens, verankerd in en voortvloeiend uit God zelf.

(2) Waarheid als een onfeilbaar product van het menselijk denken is inderdaad typisch modernistisch. We kunnen beter zeggen dat onze kennis probeert de absolute waarheden die er zijn te benaderen. Dat doen we door middel van bijv. de wetenschap. Kennis van absolute waarheden moet dan ook omschreven worden als een gerechtvaardigde aanname.

(3) Kent de Bijbel een narratieve structuur? Ja, natuurlijk. En die structuur geeft terecht aanleiding tot de erkenning van absolute waarheden. Een heel duidelijk voorbeeld vinden we in Johannes 20:30-31: ‘Jezus heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen van zijn discipelen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, [narratieve structuur] maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft [gerechtvaardigde aanname], dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, [absolute waarheid] en opdat gij, gelovende [reddend geloof], het leven hebt in zijn naam

Waarheid als relatief bestempelen is trouwens een onmogelijkheid. Stel Piet zegt: ‘Alle waarheid is relatief’. Jan vraagt: ‘O ja, weet je dat zeker?’. Piet: ‘Ja, dat is absoluut waar, alle waarheid is relatief!’. Jan: ‘Dus de uitspraak ‘alle waarheid is relatief’ is een absolute waarheid?’. De rest van het gesprek doet er niet meer toe. Piet kraamt onzin uit, zijn uitspraak is met zichzelf in tegenspraak. Dit soort claims zijn zelfontkrachtend. En dat is nog eens absoluut waar!

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Thursday, September 25, 2008

Oog tot oog

vermoeid van input, output lust
netvlies, gebrand, en weer geblust,
toch altijd meer dan is beoogd
en struint het af naar verre kust

maar dan verschijnt een helder beeld
een spiegel kaatst, de ziel verbeeld
meer wordt geoogst in stille rust
van oog tot oog, ontmoeting heelt

De uitdaging van de islam (III)

Er is een ook heel positieve uitdaging die de komst van de islam naar het Westen met zich mee heeft gebracht. We kijken in dit derde deel over de uitdaging van de islam naar de missiologische uitdaging.

Wakkere christenen hebben de neiging de islam profetisch te duiden of ten minste te plaatsen in de context van de strijd van satan tegen de komst van het bijbelse koninkrijk van God. De islam is bijbels gezien een uiting van menselijke religie die zich opwerpt tegen de boodschap van God in Jezus Christus. De opkomst van de islam sinds eind zeventiger jaren, de haat jegens Israël in de moslimwereld, de radicalisering van moslims en de daarmee gepaard gaande explosie van moslimterrorisme geven daar een bijna apocalyptische dimensie aan.

We mogen echter niet vergeten dat de moslim een vreemdeling is binnen onze poort, een mens van vlees en bloed, een naaste die we lief moeten hebben. Hoe we ook over de islam denken als godsdienst, we kunnen God alleen maar danken dat deze ondoordringbare burcht niet alleen zijn poorten heeft open gezet, maar tevens haar bewoners naar onze kusten heeft gestuurd. De moslim in ons midden representeert een historische en ongekende mogelijkheid om hem te bereiken met het evangelie van Jezus Christus.

Er is natuurlijk een spanningsveld. Aan de ene kant willen we de moslim winnen voor Christus (rechtvaardiging van dit standpunt: er is absolute waarheid, de christelijke absolute waarheid is aantoonbaar de juiste), aan de andere kant willen we nee zeggen tegen islamisering van de westerse maatschappij in wat voor vorm dan ook (rechtvaardiging: de waarheid van de islam is aantoonbaar een verkeerde en leidt de mens tot onwaarheid).

We mogen ons in geen geval mee laten slepen door de islamofobische elementen in onze maatschappij. Ook mogen we niet de kop in het zand steken en als een relativistische humanist het absolute islam via de achterdeur van het pluralisme binnenlaten. We moeten ‘nee’ zeggen tegen het systeem, maar ‘ja’ tegen de mens. Hoe brengen we dit in de praktijk? Ik zie graag concrete ervaringen in uw reacties van hoe u op relevante wijze gebruik maakt van de unieke mogelijkheid om moslims over Jezus te vertellen.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

De uitdaging van de islam (II)

In het tweede deel over de uitdaging van de islam zullen we onze aandacht richten op het politieke aspect. De islam is in Nederland nog niet een politieke grootmacht. Dit kan veranderen. Maar nu reeds spelen de levensbeschouwelijke aspecten die ik in deel I noemde een grote rol in het politieke debat. Het is voor confessionele politici soms heel lastig om aan te geven wat christenen onderscheidt van moslims. Moet er een beroep gedaan worden op de historische verbondenheid van het christendom met de westerse beschaving? Waar vinden we neutrale grond om de christelijke positie ten opzichte van de islam te verdedigen? We zien dat wetgeving die op een of andere manier te maken heeft met het islamvraagstuk ook altijd de christenen in Nederland raakt.

Waar zit het probleem? Het seculiere denken probeert neutrale objectieve definities te formuleren waarmee wetten kunnen worden vervaardigd die universeel geldend en niet-discriminerend zijn. Daarmee worden christendom en islam altijd in hetzelfde hokje gestopt. Dat heeft te maken met het feit dat het post-christelijke humanistische westen religies beschouwt als subjectieve wereldbeschouwingen die niet toetsbaar zijn, terwijl datzelfde humanisme blind is voor de eigen wereldbeschouwelijke vooroordelen.

Wanneer wij als christenen in de politiek een inperking van de islam bepleiten (in wat voor vorm dan ook) maakt dit tevens de weg vrij naar een zelfde inperking van het christendom. Immers, beide zijn religies en moeten gelijk behandeld worden. Indien bepaalde aspecten van de islam niet getolereerd worden, dan ook niet diezelfde aspecten van het christendom. Wij kunnen terecht vragen: maar waarom dan wel het humanisme?

Het lijkt soms wel dat het voor het seculiere westen niet uitmaakt dat er grote onderliggende verschillen zijn tussen christendom en islam. Het christendom heeft mede aan de wieg gestaan van democratie, terwijl de islam zich altijd zal inzetten voor het vestigen van de Umma, het islamitische wereldrijk waarin geen vrijheid van meningsuiting bestaat. Christendom leidt tot politieke vrijheid voor andersdenkenden; de islam leidt tot repressie van andersdenkenden.

Hoe moeten christenpolitici in een humanistische cultuur vormgeven aan een christelijke politiek die deze valkuil van een pluralistische behandeling omzeilt? Opnieuw: heeft u suggesties om dit concreet handen en voeten te geven?

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Tuesday, September 23, 2008

De uitdaging van de islam (I)

Voor bijbelgetrouwe christenen is de aanwezigheid van de islam in het westen een enorme uitdaging. Het islamdebat kent verschillende aspecten die het moeilijk maken een juist standpunt in te nemen. Moeilijkheden doen zich voor op levensbeschouwelijk, politiek en missiologisch terrein. Om het islamdebat geïnformeerd te blijven voeren geef ik een puntsgewijs overzicht van de moeilijkheden in een serie bijdragen. We beginnen met het levensbeschouwelijk aspect.

Islam en christendom vertonen veel overeenkomsten. Dat geldt zeker voor buitenstaanders die een oppervlakkige vergelijking uitvoeren: het geloof in één God, een boek als godsopenbaring en als richtsnoer voor de levenspraktijk, een centrale profeet die de definitieve openbaring brengt, het geloof in engelen en in een hiernamaals waarin een oordeel over doden plaatsvindt, het paradijs, een lineaire opvatting van de geschiedenis die culmineert in de vestiging van een godsrijk, terwijl de gelovigen in het hier en nu samenkomen in gebedshuizen en de opdracht hebben de wereld te bereiken en, indien nodig, hun leven als ‘martelaars’ te geven voor het geloof. Klinkt eng niet?

Voor de westerse beschaving waar wij deze confrontatie aangaan lijkt het een dispuut binnen een huisgezin: ‘Laten die gelovigen hun schijnbare verschillen nu eens opzij zetten en het met elkaar eens worden’. De oneinigheid wordt gezien als een bewijs voor het falen van religie en vormt in de ogen van velen een bedreiging van de wereldvrede.

Daar komt nog iets bij. Hoe vreemd het misschien ook mag overkomen, in zekere zin lijkt de islam een soort bondgenoot van het christendom. Samen staan we op tegen het relativisme van het Westen met de stelling dat absolute waarheid bestaat en kenbaar is, nl. in de godsopenbaring. Ook staan beide godsdiensten een absolute moraal voor. Maar dat werkt juist weer tegen ons, want er blijken ineens twee absolute (en dus elkaar uitsluitende) waarheidssystemen om de aandacht te vragen die zich beide beroepen op openbaring. Dat wekt weer de indruk dat dat gepraat over absolute waarheid onzin is.

De uitdaging voor ons christenen is om in de context van een geseculariseerde samenleving duidelijk te maken (a) wat het verschil is tussen christendom en islam en (b) waarom het verschil er toe doet. In een pluralistische samenleving die alle geloven op één hoop gooit en de waarheidsvraag als irrelevant, ja, zelfs onethisch beschouwt, is het vrijwel onbegonnen werk om Jezus Christus als uniek te verkondigen. Maar het moet. Heeft u suggesties om dit concreet handen en voeten te geven?

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Monday, September 22, 2008

Nee tegen anti-intellectualisme in de kerk

De kerk in het Westen leidt aan anti-intellectualisme. Een afkeer van diep nadenken en geleerd overkomen. Een angst om slim te zijn en de indruk te wekken een dik boek gelezen te hebben. Weerzin om de moeite te nemen kennis te verwerven.

Laat ik kort enkele oorzaken noemen waarbij we onderscheid maken tussen oorzaken die in de maatschappij in het groot aanwezig zijn en oorzaken die specifiek zijn voor het kerkelijk erf.

We leven in het tijdperk van het postmodernisme. Een filosofische stroming maar tevens een culturele conditie die de hele maatschappij doortrokken heeft. Volgens het postmodernisme is er geen universele waarheid. Er zijn alleen private, subculturele waarheden die een beperkte geldigheid hebben. Weinig reden dus om op zoek te gaan naar dé waarheid. Met het zoek raken van de objectieve waarheid is de werkelijkheid opgedeeld geraakt in gefragmenteerde theorieën behorend bij specialismen die niet langer met elkaar in contact staan. Studie lijkt in zo’n klimaat zinloos.

Postmodernisme heeft een profeet voortgebracht: de tv. Samen met de andere media slokt die onze aandacht volledig op. Geen tijd voor letters op papier, geduld om informatie te verwerken. We worden door informatiestromen opgejaagd en zijn voortdurend op zoek naar interactiviteit en vertier.

Ook binnen de kerk zijn er enkele oorzaken aan te wijzen. Er zijn mensen die beweren dat we alleen de bijbel nodig hebben en verder niets. Vervolgens gaan ze aan de slag met hermeneutiek en exegese om de plank volledig mis te slaan. Zo’n antitheologie-houding (en ik durf het bijna niet te zeggen maar ook antifilosofie-houding) is volledig misplaatst. Als laatste zijn sommige hoeken van de kerk behept met angst voor de ‘grote boze buitenwereld’: ‘zoveel intellectuele slagkracht, daar kunnen we niet tegenop’, denken ze, ‘we hebben de strijd tegen de wereld reeds verloren’.

Het is hoog tijd dat hier een einde aan komt. Zei Paulus al niet dat ons denken vernieuwd moet worden? Hebben wij de Here niet lief te hebben met geheel ons verstand? Als er waarheid is dan is het Gods waarheid en is het aan ons om ons uiterste best te doen die waarheid bloot te leggen. Zo brengen wij God eer en zo werpen we een dam op tegen de krachten die het evangelie ondermijnen en mensen verloren doen gaan.

Ik studeer weer. Doet u mee?

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Saturday, September 20, 2008

Managers in de kerk

Er zijn teveel managers in de evangelische beweging. En ze doen het te goed. Dat is het probleem met managers: ze kunnen alles regelen, alles fixen, programma’s op de rit zetten, mensen faciliteren en in beweging krijgen.

We hebben het afgekeken van het bedrijfsleven. Daar is het omwille van efficiëntie en productie nodig geweest om de specialisten te marginaliseren en te laten overheersen door de regelaars. Die zijn immers welbespraakt, gericht op het proces en het commerciële doel en duiken niet teveel in details. Overzicht is inzicht en pragmatisme is de ethische norm. De specialisten moeten hun mond houden en hun product vervaardigen. Ze moeten beseffen dat ze slechts onderdeel van het proces zijn. Ze moeten blij zijn dat ze mee mogen doen.

In kerken en kerkelijke organisaties is iets dergelijks aan de hand. Er wordt gesproken over gemeentegroei en de managementprincipes die deze groei in de hand kunnen werken. Technieken als ‘conflict handling’ probeert men zich eigen te maken. De diensten moet gestroomlijnd verlopen en een hoog gehalte entertainment aanbieden. Men is gericht op het kwantitatieve resultaat, het rendement, het product. Het marktaandeel moet vergroot worden. Dit gebeurt dan toch vaak in de concurrentiestrijd met andere kerken in plaats dat er ‘nieuwe markten’ aan worden geboord.

De managers met hun vlotte bekken en op effectiviteit gerichte technieken dreigen twee essentiële dingen te vervangen. Het Woord en de Geest. Waarom zouden we het Woord van God nog een belangrijke plaats toekennen als wetenschappelijke kennis voorhanden is? Waarom zouden we de Geest ruimte geven als technieken vergelijkbare resultaten kunnen bewerken?

Waar o waar is de stuntelige huiskerkleider gebleven van de jaren 60 die authentiek christen wilde zijn? Waar is de theoloog die het geloof vaste wortels wil geven in het Woord? Waar is de profeet die op de kansel in huilen uitbarst omdat hij door de Geest bewogen wordt? Waar zijn de vrouwen en mannen Gods die de knieën buigen in stilte, opdat Jezus zijn kerk kan herstellen en leiden?

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Wednesday, September 17, 2008

Sharia in Engeland?

Sharia, de op de koran gebaseerde wetgeving, wordt officieel toegepast in het Verenigd Koninkrijk. Klinkt u dit als een futuristisch onheilsscenario in de oren? Fout. Het is echt waar. De Engelse krant The Sunday Times berichtte op haar website zondag dat moslims al enige tijd naar shariarechtbanken kunnen om hun recht te halen in burgerzaken, zoals huiselijk geweld en echtscheiding. Deze shariarechtbanken worden ondersteund door het complete justitiële apparaat tot het hoogste gerechtshof aan toe.

Nog maar zeven maanden geleden zei Rowan Williams, de aartsbisschop van Canterbury, dat de invoering van de sharia in Engeland uiteindelijk onvermijdelijk was. Daar kreeg hij veel kritiek op. Inmiddels heeft de realiteit hem ingehaald.

Niet iedereen is blij. Sommigen zijn bang dat dit betekent dat er een parallel justitieel systeem gaat ontstaan. Anderen wijzen erop dat vrouwen er onder de sharia slechter vanaf zullen zijn dan onder de Britse wet het geval zou zijn. Enkele voorbeelden daarvan worden in het artikel reeds gegeven.

Ongemerkt is een mijlpaal gepasseerd. Wat de islam niet gelukt is bij Poitiers in AD 732 en in AD 1683 bij Wenen lijkt nu langzaam maar zeker te gaan lukken middels migratie en voortplanting. In Engeland is de islam de grootste godsdienst. Wanneer volgt Nederland?

Over deze ontwikkeling valt veel te zeggen. In de eerste plaats kun je je afvragen hoe de islam zich staande weet te houden in een postmoderne beschaving die volkomen sceptisch staat tegenover absolute antwoorden op zingevingsvragen. Ten tweede: hoe komt het dat het christendom het zoveel moeilijker heeft om zich staande te houden?

Het christendom dat mede aan de bakermat staat van de Europese beschaving, verkeert al eeuwen in een staat van uitwisseling van gedachtegoed met de seculiere cultuur. Liberale theologie en filosofie hebben een diepgaande invloed uitgeoefend op het christendom. Christenen geloven hun eigen geloof niet meer. Voor de islam is contact met deze denkbeelden veel korter geweest en heeft het meestal in de context van een cultuurstrijd gestaan. Dit zou een verklaring kunnen zijn.

Hoe dan ook, de sharia zal een stap terug betekenen voor iedereen; ook voor moslims die in het Westen wonen, zoals hier valt te lezen.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu

Friday, September 12, 2008

Paul Verhoeven en de Jesus Seminar

Paul Verhoeven heeft zijn boek ‘Jezus van Nazareth’, gepresenteerd. Natuurlijk krijgt hij een hoop media-aandacht. ‘s Lands bekendste regisseur heeft een boek geschreven. Nota bene over Jezus. Het boek bevestigt wat we konden verwachten: Jezus was niet goddelijk, deed geen wonderen, stond niet op uit de dood en was heel wat minder radicaal dan we dachten. En toch treft het ons, volgelingen van Jezus, onaangenaam in het hart. Moeten we dan toch gaan twijfelen?

Daarom kort wat informatie over de achtergrond van dit boek. Verhoeven maakt deel uit van de Jesus Seminar (hierna JS), een groep van nieuwtestamentische geleerden samen met bekende geïnteresseerden uit de media. Deze groep probeert te achterhalen wat de oorspronkelijke woorden van Jezus waren om ze vervolgens populair te maken middels publicaties.
Of een uitspraak werkelijk van Jezus komt, wordt door de JS bepaalt door een stemming waarbij de geleerden gekleurde kraaltjes gebruiken. Een uitgangspunt is dat er minstens 40 jaar verstreek na Jezus voordat er iets over Hem op schrift werd gesteld. Andere wetenschappers hebben echter overtuigend aangetoond dat verschillende delen van het Nieuwe Testament geschreven zijn binnen enkele jaren na Jezus’ opstanding. Verder verwerpt de JS elke uitspraak die judaïstisch of christelijk van aard is, omdat zo’n uitspraak door een latere traditie aan Jezus toegeschreven zou moeten zijn. Men vergeet dan even voor het gemak dat de JS zelf een (wel heel erg late) ‘traditie’ vertegenwoordigt die arbitrair in de tekst snijdt.

De JS bestaat niet uit een gebalanceerde selectie van wetenschappers en werkt vanuit vooringenomen standpunten waar ‘hun’ Jezus aan moet voldoen voordat hij het daglicht mag zien. Uiteindelijk is Verhoevens boek niet zoveel aandacht waard, maar zo gaat dat nu eenmaal. De JS is ‘old school’ (het wetenschappelijk onderzoek naar de historische Jezus is een heel andere kant op gegaan) en Paul Verhoeven is niet meer dan media-icoon van een beweging die zijn beste tijd heeft gehad.

Reeds eerder verschenen op de opiniesite habakuk.nu

Thursday, September 11, 2008

Iedereen gelijk in de Islam?

Vorige week kwam in het nieuws dat de Rotterdamse orthodoxe moslim en advocaat Mohammed Enait weigert op te staan als rechters de zaal binnenkomen. Hij beweert dat volgens zijn religie alle mensen gelijk zijn.

Interessant is het om te zien hoe men in Nederland met het gebeuren omgaat. Minister van Justitie, Hirsch Ballin, bemoeide zich er mee. Hij stelde dat Enait moet opstaan omdat het opstaan niets te maken zou hebben met gelijkheid of ongelijkheid. Natuurlijk heeft de minister gelijk: mensen die gelijk zijn kunnen elkaar nog wel respecteren door op te staan.

Maar toch is er iets vreemd aan de hand. Waarom komt niemand op het idee om Enait te bevragen op zijn uitspraak? Zijn allen gelijk in de islam? Wat moeten we dan met uitspraken in de Koran dat de vrouw - nota bene in de context van het gerechtshof - minder waard is dan de man (Sura 2:228)? Wat moeten we dan met het feit dat het getuigenis van een vrouw in een rechtzaak maar voor de helft meetelt? (Sura 2:282)? Zowel in leer als in praktijk is de vrouw in de islam niet gelijk aan de man. Laten we het verder maar niet hebben over niet-moslims in moslimlanden.

Het zal wel met de levensbeschouwelijke verwarring in Nederland te maken hebben. Aan de ene kant worden religies belachelijk en irrelevant gevonden. Aan de andere kant zijn geloofsopvattingen (vooral als ze niet-christelijk zijn) boven kritiek verheven, onaanraakbare, want irrationele heilige huisjes. Het is politiek incorrect om ze inhoudelijk te bevragen, te analyseren, laat staan de inconsequenties ervan aan te tonen.

Waarom zeggen we gewoon niet tegen Enait dat zijn uitspraak niet klopt met zijn eigen religie? Of Enait komt met een radicale herinterpretatie van de islam, óf hij kent de islam niet, óf hij hij vindt dat vrouwen en niet-gelovigen niet echt mensen zijn. Dus, Enait, sta maar gewoon op.

Reeds eerder gepubliceerd op opiniesite habakuk.nu