Evolutie Confusie (I)
Zoals ik in een eerdere column al aangaf, is het evolutiedebat van generlei nut in de discussie over het wel of niet bestaan van God. In de media is dit debat de afgelopen weken ook nog eens verworden tot vermakelijk schouwspel van irrelevante christenen die elkaar in de haren zitten.
Daarom wil ik met drie bijdragen proberen enige duidelijkheid te verschaffen in de chaos door de knoop een beetje te ontwarren, voors en tegens van standpunten te bespreken en enkele conclusies te trekken die ons moeten helpen nuchter in dit debat te staan. We moeten eerst de knoop van het evolutiedebat uit elkaar halen.
De knoop ontwarren
Wie een beetje meeleest in diverse publicaties zal het niet ontgaan dat er heftig gereageerd wordt en dat mét de heftigheid de duidelijkheid verloren gaat. De tijd is voorbij dat het bijbelgetrouwe christendom één lijn trok als het ging om het scheppingsverhaal. Is er sprake van een toenemende vrijzinnigheid of leiden nieuwe wetenschappelijke inzichten tot een herbezinning op bijbelgetrouwe exegese?
Om hier duidelijkheid in te krijgen moeten we een aantal zaken lospeuteren van elkaar. Verschillende termen zitten in elkaar gerold als een bolletje wol. We komen in het verhitte debat de volgende misverstanden tegen.
1. Er schijnt maar één keuze gemaakt te kunnen worden. Óf voor een schepping in zes letterlijke dagen zonder evolutie óf voor een schepping mét evolutie die miljarden jaren duurde. Dit is een valse tegenstelling. Het is heel goed mogelijk om in een ontstaansgeschiedenis van het heelal van miljarden jaren te geloven zonder dat dit leidt tot een geloof in the evolutietheorie.
De evolutietheorie gaat namelijk over het ontstaan van het leven én de ontwikkeling van dat leven tot alle levensvormen op aarde. De ontstaansgeschiedenis van het heelal gaat over sterrenstelsels, sterren, zonnestelsels en planeten, niet over genetisch materiaal. Het gaat in principe om twee volledig gescheiden zaken: de Big Bangtheorie en de evolutietheorie.
2. Nu is er iets curieus met beide theorieën aan de hand. De evolutietheorie moet men aanhangen wil men niet gedwongen worden in God te geloven. Er zijn eenvoudigweg maar twee opties in deze. De Big Bangtheorie echter (de theorie dat het universum begon met een gigantische oerknal waarbij materie, ruimte en tijd uit het niets tot stand kwamen) is een theorie die wanneer men die aanhangt, zorgt voor lastige metafysische consequenties. Wie gelooft dat de Big Bang heeft plaats gevonden wordt tegen wil en dank eigenlijk geconfronteerd met het scheppingsmoment, creatio ex nihilo; God schiep uit het niets.
Dit besef is langzaam aan het doordringen bij kosmologen en astrofysici. Christenen zouden dus juist blij kunnen zijn met de ontdekking van de Big Bang in plaats van dat het angst aanjaagt of weerstand oproept.
3. Een volgende onduidelijkheid is dat in het evolutiedebat door voor- en tegenstanders twee soorten evolutie door elkaar worden gehaald: micro- en macroevolutie. De eerste vorm vindt plaats binnen een soort en is wetenschappelijk aangetoond. Elke levensvorm zit blijkbaar genetisch zodanig in elkaar dat variaties in genetisch bepaalde resultaten kunnen gaan domineren. Er is bij microevolutie geen sprake van het ontstaan van een nieuwe soort of toename in genetische complexiteit. Iemand heeft weleens geopperd dat God aanvankelijk maar zo’n 100 'basisdieren' heeft geschapen en dat de enorme biodiversiteit die we nu waarnemen toe te schrijven is aan microevolutie.
Onder macroevolutie wordt daarentegen de ontwikkeling van de ene soort naar een nieuwe soort verstaan. Deze overgang is wetenschappelijk echter nog nooit waargenomen en er zijn ook geen duidelijke voorbeelden van te vinden in de fossiele resten die we hebben.
Christenen kunnen dus van harte de microevolutie onderschrijven zonder in conflict te komen met welke theologische verworvenheid dan ook. Macroevolutie ligt echter veel gevoeliger. Er is geen wetenschappelijke noodzaak en op het oog weinig exegetische ruimte om die te accepteren.
4. Ook is het nodig onderscheid te maken tussen evolutionisme of evolutietheorie enerzijds en evolutie of algemene evolutie anderzijds. Verschillende mensen geven verschillende definities en die van mij zijn ook niet feilloos, maar het gaat wel om een essentieel onderscheid. In het algemeen kunnen we stellen dat evolutionisme en evolutietheorie slaan op de leer die zegt dat het leven spontaan ontstaan is en zich ontwikkeld heeft volgens de mechanismen van spontane mutatie en natuurlijke selectie. Evolutionisme is ideologisch van aard; ze gaat gepaard met naturalisme (de leer dat de werkelijkheid een gesloten systeem is zonder inmenging van buitenaf en een verklaring voor zichzefl biedt).
Het woord evolutie is veel algemener. (Het kan zelf slaan op elk proces waarin ontwikkeling waar is te nemen.) Christenen die aannemen dat God evolutieprocessen heeft gebruikt bij de ontwikkeling van het leven, zeggen daarmee dus nog niet dat ze ook geloven dat dat leven vanzelf ontstaan is. Iemand die gelooft in het bestaan van algemene evolutie hoeft nog niet een evolutionist te zijn. Evolutie en ideologie hoeven niet hand in hand te gaan.
5. Creationisten komen in soorten en maten. Er zijn jonge en oude aarde aarde creationisten. Jonge aarde creationisten geloven in een schepping van de aarde en het heelal in zes letterlijke dagen van 24 uur. Oude aarde creationisten aanvaarden de bevindingen van de wetenschap die stellen dat het heelal zo'n 13 miljard jaar oud is. Ze accepteren een leeftijd van de aarde van 5 miljard jaar. Zij zijn met dat standpunt nog niet ineens aanhangers van de evolutietheorie geworden.
6. Dan is er als laatste nog het onderscheid tussen creationisten en aanhangers van Intelligent Design. Puur gelet op de wetenschappelijke modellen zitten er haken en ogen aan zowel de evolutietheorie als het creationisme. Mensen die Intelligent Design voorstaan houden zich niet zozeer bezig met het verdedigen van of onderzoek naar een bepaalde creationistische theorie. Ze leggen nadruk op het feit dat hoe je het ook wendt of keert, de conclusie dat intelligent ontwerp aan de basis van het leven en kosmos ligt onontkoombaar is. ID-ers proberen dit niet in te passen in een creationistisch model, maar wijzen op de onmogelijkheid van een naturalistische verklaring van onze werkelijkheid. Ze laten daarbij veel vragen open, maar geven de evolutietheorie daarmee wel een gevoelige klap.
In een volgende bijdrage zullen we ingaan op bezwaren tegen de standpunten aan beide einden van het spectrum.
No comments:
Post a Comment