Evolutie Confusie (II)
In onze vorige bijdrage hebben we geprobeerd om wat duidelijkheid te scheppen in de wirwar van elementen die samen dit debat ontoegankelijk maken. Laten we eens kijken naar bezwaren tegen de standpunten aan beide einden van het spectrum. We zullen zien dat zowel het strenge zes letterlijke dagen creationisme als het het godloochenende evolutionisme niet erg aantrekkelijke opties zijn.
6x24
We beginnen met het creationistische standpunt van zes keer 24 uur. Het valt op in de media dat mensen die vasthouden aan zes letterlijke dagen weliswaar zeggen dit te doen op basis van de bijbel, maar dit in werkelijkheid doen op basis van een specifieke interpretatie van de bijbel. Dit betekent twee dingen:
Hun standpunt wordt niet door de bijbel afgedwongen, maar door een eigen exegese. Binnen een bijbelgetrouw kader zijn ook andere interpretaties denkbaar. Het is dan ook verkeerd om mensen die dit standpunt niet huldigen te betichten van vrijzinnigheid. Daarmee worden andere christenen onnodig verketterd en wordt een eigen - menselijk feilbaar - standpunt verabsoluteerd.
Een andere exegese dan die zegt dat het in Genesis draait om 6 letterlijke dagen is mogelijk en zelfs wenselijk. Enkele redenen zijn:
- Het woord 'dag' wordt gebruikt daar waar er nog niet sprake is van een door de zon afgebakende dag, omdat de zon op dat moment simpelweg nog niet bestaat. Dus hoe lang die eerste drie dagen ook geduurd hebben, het zijn en blijven drie heel bijzondere dagen die niet te vergelijken zijn met een dag zoals wij die nu kennen op aarde.
- Het woord dag is de vertaling van het hebreeuwse 'yom' dat ook tijdperk kan betekenen. Als het elders in de bijbel tijdperk betekent waarom moeten we dan ineens vasthouden aan 24 uur in Genesis 1?
- Biologisch en kosmologisch onderzoek heeft tot de conclusie geleid dat een letterlijke 24 uur per dag toch wel erg onwaarschijnlijk is. Is het een doodzonde als wetenschappelijke bevindingen leiden tot het inwisselen van een exegese waarvan men tot voor kort meende dat die bijbelgetrouw was voor een exegese waarvan men nog steeds vindt dat die bijbelgetrouw is maar die tevens recht doet aan de resultaten van de wetenschap? Volgens mij niet.
Aan de andere kant van het spectrum vinden we het evolutionisme. niet slechts een wetenschappelijk standpunt, maar ten diepste een wereldbeschouwelijk bepaalde visie, nl. dat er geen God is die aan het begin van het leven staat en die de schepping draagt door zijn kracht. Evolutionisten menen niet alleen dat de wetenschap bewijst dat het leven vanzelf ontstaan is, het is voor hen ook van 'levensbelang' dat dit de uitkomst is van hun onderzoek, omdat ze er a prioi reeds vanuit gaan dat God niet bestaat. Ook de evolutionistische visie kent grote problemen:
Allereerst zijn er wetenschappelijke bezwaren tegen de evolutietheorie.
- Hoe is het leven vanzelf ontstaan? Het is nog nooit in laboratoriumtesten gebeurd dat vanzelf leven ontstond. Er is een enorm grote kloof tussen de stoffen waarvan cellen gemaakt zijn en het genetisch materiaal dat uit deze stoffen bestaat.
- Het entropisch principe dat stelt dat zonder ordenende invloed alles tot chaos verwordt, is juist een argument tegen de evolutietheorie. Hoe kan door toeval uit chaos complexiteit ontstaan?
- Als het leven langs vele tussenstadia is ontwikkeld, zouden we in de fossiele resten die tussenvormen ook moeten vinden. Het enige dat we kunnen constateren echter zijn ‘missing links’ tussen de soorten die volgens de evolutietheorie aan elkaar verwant zouden zijn. Missing links, ofwel, gapende gaten van miljoenen jaren zonder tussenvormen.
- Als de mens inderdaad geëvolueerd zou zijn uit een voorouder die wij met de aap gemeenschappelijk hebben wat blijft er dan over van de nadrukkelijke scheiding tussen dier en mens in het scheppingsverhaal? In Genesis wordt er speciale aandacht besteed aan de schepping van de mens en wordt uitdrukkelijk vermeld dat de mens geschapen is naar het beeld van God. Ook krijgt de mens een gebod (regeren over de aarde). Adam wordt in de bijbel de zoon van God genoemd.
- Dit gebod wordt later uitgebreid met een verbod. Het morele aspect van de mens als moreel verantwoordelijk tegenover de Schepper speelt vanaf het begin een essentiële rol. Wat blijft er over van deze morele verantwoordelijkheid als de mens langzaam geëvolueerd zou zijn? Zou er van de overgang tussen de ene vorm naar de andere ineens sprake zijn van morele verantwoordelijkheid?
- Dit brengt ons bij een probleem dat daarbij hoort: de zondeval. De mens is moreel gevallen. Was het de mens of zijn directe voorouder die minder moreel besef had? Aanname van de evolutie van de mens leidt tot vernietiging van de mens als beelddrager Gods én tot ontkenning van de zondeval.
No comments:
Post a Comment