Sunday, August 31, 2008

Vrijheid (I). Een beschaving in crisis

Hoe is het gesteld met vrijheid in het Westen? Alles lijkt in orde. Er is nog nooit zoveel vrijheid geweest voor individuele zelfontplooiing en authentieke zelfexpressie. Onder de motorkap rommelt het echter. Diep van binnen kraakt het vrijheidsconcept van de Westerse beschaving in zijn voegen. Wie goed oplet ziet dat aan de randen geknabbeld wordt.

Alexander Solzhenitsyn, de grote Russische dissident die onlangs overleed, merkte tijdens zijn lezing op Harvard in 1978 op dat in het Westen vrijheid de betekenis heeft gekregen van vrijheid om goede daden én vrijheid om slechte daden te doen. Wat is er aan de hand?

Het is een algemeen aanvaard principe dat vrijheid nooit kan betekenen: ongeremde vrijheid voor het individu ongeacht de prijs. Wanneer een maatschappij volgens dit principe zou functioneren zouden er twee dingen gebeuren: (A) De vrijheid van de een zou de vrijheid van de ander inperken. Wat de een zou willen zou zelfs slavernij van de ander in kunnen houden. (B) Er zou chaos ontstaan. Immers elk individu zou zijn eigen vrijheid najagen en daarmee niet belemmerd mogen worden in die vrijheidsbeleving. Vrijheidsexpressies van verschillende individuen zouden met elkaar in conflict komen. De wanorde zou niet te overzien zijn.

Daarom zijn er samenlevingen. Goede samenlevingen hanteren wetten die er enerzijds voor zorgen dat er geen chaos en anarchie ontstaat en anderzijds vrijheid garanderen door de vrijheid van elk individu en dat van de samenleving als geheel in balans te houden. Enige inperking van een ongecontroleerde individuele vrijheidsbeleving draagt bij aan de gereguleerde vrijheid van allen.

Deze balans is echter niet vanzelfsprekend. Vrijheid is zeer kwetsbaar. Zonder het door te hebben is de Westerse beschaving bezig deze vrijheid aan te tasten tot er straks niets meer van overblijft. De vijanden komen dit keer niet alleen van buiten maar bevinden zich aan de binnenkant. De westerse beschaving weet aan één kant de noodzaak van individuele vrijheid goed te benoemen, maar heeft tegelijk een blik op de werkelijkheid die zal leiden tot inperking van die vrijheid. We kunnen het westers wereldbeeld analyseren aan de hand van enkele belangrijke concepten uit de westerse filosofie.

1. Naturalisme. Sinds de Verlichting hebben filosofen de werkelijkheid proberen te verklaren met uitsluiting van het bovennatuurlijke. Voor alles moest een logische verklaring bestaan binnen de muren van tijd en ruimte. Dit heet naturalisme. Vanuit dit blikveld werd de mens bezien als een dier. Dit had enorme consequenties voor het moreel besef. Moreel is slechts aangeleerd gedrag of een afspraak tussen mensen om een maatschappij te vormen. Naturalisme tast de waarde aan van de mens als uniek wezen. En daarmee ook de urgentie van de uitspraak 'de mens heeft recht op vrijheid'. Ook de absoluutheid van morele uitspraken (waarvan de uitspraak 'de mens heeft recht op vrijheid' er een is) komt met naturalisme op de tocht te staan.

2. Materialisme. Materialisme is min of meer een logisch vervolg op naturalisme. Volgens het materialisme is materie alles wat was, is en zijn zal. Het is een gesloten systeem waarbuiten niets bestaat en dat ook door niets van buitenaf beïnvloed kan worden. Alles bestaat uit moleculen en wordt gereduceerd tot moleculen. Welbeschouwd is de mens niets anders dan een ingewikkelde klomp atomen. Het wordt moeilijk om als materialist de mens te blijven beschouwen als en waardevol wezen. Volgens het materialisme is er ook geen vrijheid. Volgens het materialisme is alles ontstaan in een strikte opeenvolging van oorzaak en gevolg reeksen. Ook elke gedachte of emotie die wij koesteren is een gevolg van het samenspel van moleculen. Een ingewikkeld samenspel weliswaar, maar iets ontstaan als gevolg van een oorzaak. Niet een vrije keuze van een vrije wil.

3. Nihilisme. Nietzsche begrip als eerste de implicaties van filosofieën die God als irrelevant beschouwen. Er is geen betekenis te ontlenen aan een materiële werkelijkheid, geen doel, geen hoop. Nietzsche voorzag de opkomst van de mens van macht, de übermensch. Geen ruimte is er meer voor een moraal van liefdadigheid en barmhartigheid. Wat overblijft is overheersing en onderdrukking van de zwakken, het slavenvolk. De betekenis van vrijheid is de mogelijkheid om macht uit te oefenen.

4. Hedonisme. Omdat de zinloosheid van het bestaan door steeds meer mensen gevoeld wordt, zoeken velen hun toevlucht in het hedonisme. De zucht naar genot, de vervulling van elke zinnelijke behoefte. Het leven is een groot feest totdat het afgelopen is. De menselijke vrijheid wordt gereduceerd tot de mate waarin lust gerealiseerd wordt.

5. Humanisme. De mens van het westen is een humanist, d.w.z. hij is zichzelf tot god, bepaalt zijn eigen lot en is de vormgever van zijn eigen moraal. Moraal ligt niet langer onwrikbaar verankerd buiten zichzelf, maar bevindt zich op een hellend vlak van subjectiviteit: private willekeur of de stem van de meerderheid.

Dit zijn enkele sleutelwoorden die beschrijven hoe het westers wereldbeeld tot stand is gekomen en waar het westerse wereldbeeld in meerdere of mindere mate door gekenmerkt wordt. Niet elke westerling zal zich in alle ismen kunnen vinden en zeker niet in de gevolgen die er mee worden geassocieerd. Toch is het zo dat wanneer alle denkbeelden van alle westerlingen samengevoegd worden er iets ontstaat dat in grote lijnen overeenkomt met het hierboven beschreven wereldbeeld.

De gevolgen voor de menselijke vrijheid zijn enorm. We zien tekenen van chaos in onze maatschappij. Denk aan zinloos geweld, illegale houseparty's, ongecontroleerde toename van alcoholconsumptie onder jongeren, burgerlijke ongehoorzaamheid op steeds meer gebieden. Deze zaken hebben niet alleen te maken met een falende overheid of gezagsafname. Het gaat ook om divergerende vrijheidsopvattingen die ontwrichtend werken.

Ook zien we steeds vaker hoe de vrijheidsbeleving van de een leidt tot vrijheidsbeperking van de ander. De grote hoeveelheid seksueel getint materiaal en porno op tv maakt het voor velen onmogelijk om nog naar tv te kijken. Verkrachting en kinderporno zijn vreselijke vormen van vrijheidsberoving in de naam van genotzucht. De consensus t.a.v. abortus leidt tot de ergste vorm van vrijheidsberoving, nl. moord, voor de zwaksten in onze samenleving. De homolobby stelt zich strijdvaardig op tegen de christelijke minderheid en profileert zich zich zodanig dat we langzamerhand van een provocatie van bijbelgetrouwe christenen kunnen spreken die gaat lijken op intolerantie. Karikaturen van vrijheid zien we ook in de media die ons beroven van een betrouwbare blik op de werkelijkheid en ons voorschrijven wat waar is. Ook dit is beroving van vrijheid net als de wijze waarop de reclamewereld de mens behandelt. Die wordt gereduceerd tot een consument die veroverd moet worden d.m.v. manipulatie, leugen en valse beloftes. Daarnaast weten we ons concept van vrijheid niet toe te passen in het conflict dat op eigen bodem plaatsvindt tussen de ideologieën van het westen en de islam.

Dit is wat we nu zien, maar de toekomstverwachting van individuele vrijheid zal steeds meer aangetast worden. Immers, het naturalisme maakt van de mens niet meer dan een dier dat zijn eigen moraliteit vormgeeft en het gebruikt als een middel tot zelfverwerkelijking. Hoe lang duurt het nog dat we besluiten dat vrijheidsberoving voor sommigen goed is (bijv. ten gunste van de vrijheid van de meerderheid)? De materialistische opvatting van de werkelijkheid leidt tot de conclusie dat er wezenlijk geen vrijheid is. We zijn het onafwendbare product van oorzaak en gevolg. Wat we ook doen: het is slechts een illusie dat we er voor gekozen hebben. Wat we ook doen: we kunnen er niets aan doen. Als anderen er onder lijden: het is een onafwendbare realiteit.

Het is slechts een kwestie van tijd voordat deze vreselijke conclusies ten volle tot de westerse beschaving door zullen dringen als een verpletterende realiteit. Dan zal het te laat zijn. Dan zal democratie, de staatsvorm die haar wieg heeft staan in de geschiedenis van het Westen, onder het gewicht van haar eigen vrijheidsinterpretatie instorten. Wat op het spel staat is de integriteit en waarde van het individu en de samenhang van de samenleving. En dat alles omdat wij vrijheid definiëren als vrijheid om zowel goed als kwaad te doen én omdat vrijheid uiteindelijk niets anders is dan een illusie in een betekenisloos universum, de wil tot macht, de stem van de meerderheid.

Tuesday, August 19, 2008

Opwekking en cultuur

Volgens Habakuk.nu is opwekking al enkele decennia een focus in de evangelische beweging. Los van theologische overwegingen kun je je afvragen waarom dat zo is. Oprecht verlangen naar meer van God zal daar ongetwijfeld deel van uitmaken. Ik geloof dat er echter ook een verklaring te vinden is in diverse sociologische en culturele ontwikkelingen in het Westen.

1. Onze cultuur is in toenemende mate emotiegericht. Mensen zijn uit op een kick. Het 'carpe diem' moet waargemaakt worden. Men moet het 'ervaren' om het als 'waar' te kunnen bestempelen. Ook de evangelische beweging onttrekt zich niet aan deze invloed. En dus hoppen we van conferentie naar conferentie, moet de muziek zo hard mogelijk en zijn grote kerken aantrekkelijk. Het verlangen naar opwekking brengt mensen samen en in de mate waarin er opwekking plaatsvindt, voelt men het verlangen naar ervaring bevredigd. Vreemd genoeg zou het wel eens kunnen zijn dat de hang naar opwekking in verband staat met ik-gerichtheid en de invloed van een hedonistische cultuur.

2. Onze cultuur is beeldcultuur i.p.v. woordcultuur geworden. Je moet er naar kunnen kijken en het moet bewegen. Dat is de enige manier om de aandacht van mensen vast te houden. Beelden vertellen geen waarheid, maar interpreteren die. Beelden hebben een ongelofelijke kracht, dringen diep door, brengen emotie te weeg. In plaats van het woord (dat onderwijst, vermaant, en vaneen scheidt) zijn beeld en emotie de pijlers geworden van het geloof. Mensen worden geleid door hun emoties en wat die emoties opwekt. De hang naar opwekking zou wel eens mede verklaard kunnen worden door het feit dat de (gefingeerde en echte) beelden van een massaal christendom aanzetten tot een emotionele beleving van het geloof. Zonder deze beelden dreigt het geloof van velen schipbreuk te lijden, omdat het niet geworteld is in de Schrift en daardoor niet gevoed wordt.

Sunday, August 17, 2008

Alverzoening, nieuwe trend, oude dwaling

In diverse media wordt bericht over een ontluikende trend binnen de evangelische beweging: een positieve houding ten opzicht van de alverzoeningsleer. Volgens deze leer zal ieder mens uiteindelijk door God behouden worden. Een korte analyse.

Voorstanders van de alverzoening doordenken niet de consequenties van hun standpunt. Ook zijn zij niet doordrongen van implicaties van de absolute heiligheid van God.

Gods heiligheid vereist absolute heiligheid van onze kant om in zijn nabijheid te vertoeven. Wanneer wij aan deze eis niet voldoen - en dat geldt voor ons allen - kunnen wij niet in zijn nabijheid vertoeven, nu niet, nooit niet. Wat overblijft voor ons, 'non-heiligen', is non-leven. De essentie van de hel bevat tenminste dit aspect: zonder God zijn. Zonder God betekent tevens zonder elk goed ding door Hem geschapen, omdat elk goed ding Gods nabijheid representeert.

Nu, Christus is gestorven voor de zonden van de mensheid. Hij heeft verzoening bewerkstelligd. Maar hoe geschiedt verzoening? Op basis van vrije wederzijdse bereidheid of unilateraal? Verzoening is enerzijds een daad van God in Christus (unilateraal aspect), maar vereist tevens een instemming van onze kant die gepaard gaat met verootmoediging, belijdenis van zonden en geloof in het offer van Christus (bilateraal aspect).

Dit alles betekent voor het alverzoeningsstandpunt het volgende:

1. Of God is niet zo heilig als Hij Zelf beweert; in ieder geval niet zo heilig dat het niet te matchen is met onze onheiligheid.

2. Of God is wel heilig, en (a) sommigen van ons worden geheiligd doordat ze tijdens hun leven geloven in Jezus en dus verzoend worden met God, terwijl (b) velen van ons na de dood tegen eigen wil in (want ze hebben immers Gods aanbod in Jezus verworpen) 'gedwongen verzoend' worden met God.

3. Of God is inderdaad heilig en besluit mensen na hun dood te redden buiten Christus om, buiten een offer voor de zonde om, buiten genoegdoening voor de zonde om. In feite had Christus net zo goed niet hoeven te sterven, want het kan dus ook zonder.

Laat het duidelijk zijn: met de alverzoeningsleer wordt Gods heiligheid aangetast, wordt Christus' offer belachelijk gemaakt en de ernst van de zonde gereduceerd, voorstanders van de alverzoening als Sadhu Sundar Singh ten spijt! Het is niet compatible met het Christelijk geloof. Er mag dan sprake zijn van een nieuwe trend. Het blijft een oude dwaling die krachtig weerstaan moet worden.